voor de officiële opening. De vakgroep
Kartografie werd naar voren geroepen
en aan het werk gezet. Het maken van
een kaart is vaak puzzelen en de groep
lcartografen kreeg dan ook de op
dracht om een puzzel van Nederland
te maken. De moeilijkheidsgraad was
met negen stukjes niet overweldigend
en Nederland stond dan ook al snel
goed op de kaart. Een hele geruststel
ling voor velen in de zaal. Na dit offici
ële gedeelte werd iedereen uitgeno
digd om een kijkje te nemen in de ten- Fig. 2.
toonstelling (fig. 2).
Kaarten te kijk.
Bij binnenkomst in de tentoonstel
lingsruimte word je direct verwelkomd
door een enorme globe: de gerestau
reerde globe van Blaeu uit de periode
1645 - 1648 met een diameter van 68
cm. Een mooi werk, waarop je goed
kunt bekijken wat er in die tijd al wel
of nog niet ontdekt was. De tekst bij de
globe legt overigens uit dat globes vaak
niet de meest actuele situatie weerge
ven. 'Jaar na jaar gaven uitgevers globes uit
zonder ze te actualiseren en de laatste ont
dekkingen te verwerken. De koper van de
globe vond dit overigens geen enkel pro
bleem. De globe was toch geen gebruiksvoor
werp, maar meer een statussymbool ter op
siering van de bibliotheek. De trotse eige
naar illustreerde hiermee hoe groot zijn al
gemene ontwikkeling was.
Fig. 3.
Landmeetkundige
instrumenten.
Na het bekijken van deze globe, zag ik
pas hoeveel ander (kaart-)materiaal in
de tentoonstelling aanwezig is. De ten
toonstelling nodigt uit om de kaarten
goed te bekijken en de beschrijvende
teksten te lezen. Voornamelijk komt
dit door de manier waarop feiten en
anekdotes worden afgewisseld. Zo blijkt dat er in de 16e en
17e eeuw veel kaarten werden gekopieerd. Wat al bij de glo
bes naar voren kwam, ging het bij kaarten in die periode
ook niet zo om de inhoud. Rond 1570 heeft de geograaf Sec-
co een kaart van Portugal gemaakt. Bijna een eeuw later
verschijnen er nogmaals twee kaarten van Portugal. Eén
van de Amsterdamse kartograaf Blaeu en één van Visscher.
De kaart van de laatste maker bevatte veel nieuwe informa
tie en gaf de werkelijkheid van die tijd weer. De kaart van
Blaeu daarentegen bevatte exact dezelfde informatie als de
kaart van Secco uit 1570! Waarom had Blaeu de nieuwe in
formatie niet verwerkt? Wist hij dat niet? Natuurlijk wist
hij het wel, maar Blaeu vond het een veel te tijdrovende
klus om de kaart opnieuw te laten maken. Hij was dan wel
bekend als kartograaf en geograaf, maar in de eerste plaats
was hij gewoon een goed ondernemer en koopman.
Naast het weergeven van de werkelijkheid worden er ook
veel kaarten gebruikt om bepaalde thema's naar voren te
brengen of om juist bepaalde gegevens niet weer te geven.
In de tentoonstelling hangen een aantal sprekende voor
beelden. Een schaatsroutekaart geeft de verschillende
schaatsroutes aan in de provincie Noord-Holland en een
hondenuitlaatkaart geeft exact de plaats in Nieuwegein
weer waar honden uitgelaten mogen worden. Om bepaalde
gegevens juist niet weer te geven, wordt de kaart ook wel
gemanipuleerd. De lezer wordt op een verkeerd spoor gezet.
Een bekend voorbeeld is de witte vlek in de topografische
kaarten. Iedereen weet inmiddels dat er op die plek een mi
litair vliegveld ligt. Een andere methode om zo'n vliegveld
onherkenbaar te maken was het intekenen van een natuur
park op de betreffende locatie. Het natuurpark bestond al
leen in de fantasie van de kaartenmaker. Een ander voor
beeld van lcaartmanipulatie is het weglaten van zwarte ste
den in Zuid-Afrilca of van West-Berlijn op kaarten van Oost-
Duitse herkomst. Die gebieden 'bestonden gewoon niet'.
In de tentoonstelling wordt ook aandacht besteed aan een
stukje landmeetkunde en aan de verschillende soorten in
strumenten; mooie voorbeelden van meetwiel, passenteller,
kwadrant, hollandse cirkel en de theodoliet liggen tentoon
gesteld (fig. 3). Als begeleidende tekst staat 'met wat gereed-
GEO-INFO 2004-1
- 4
museum te Utrecht.
Si
39