Mutti-
Rec'islruiir
vnwcr
BerfchlLit
hchecr
IctaTHtJfP
•jHiiwUmi
Ik langH]
lu'luxt
i-Uiiifdprnces ujiivrftui; huhcl lii l.-ddiaig
iiifiimiiBi* 1.1* «11 jjTHü F« LTk^uanl(ifd|b
Fig. 3.
Het hoofdproces
inclusief alle
terugkoppelingen.
ke kabel- en leidingbeheerders er een kabel of leiding in
de buurt van zijn graaflocatie hebben. Bovendien kan (en
moet) hij de aanvraag controleren. Alle berichten van
KLIC krijgen een uniek opvolgend nummer. Zo krijgt el
ke beheerder een eigen nummerreeks en kan deze aan
de hand van de nummering zien of er berichten ontbre
ken. In het KLIC-centrum wordt aan de hand van deze
nummerreeksen op vaste momenten gecontroleerd of al
le berichten verzonden zijn en of er een terugmelding is,
zoniet dan wordt het ontbrekende bericht opnieuw ver
zonden. Tenslotte moet de kabel- of leidingbeheerder
contact opnemen met de aanvrager en deze de gevraagde
tekeningen sturen.
Deze drie taken worden ondersteund door het nieuwe
systeem KLIC-net. In fig. 3 is dit proces toegelicht. Uit dit
schema blijkt dat er steeds controle plaatsvindt. Op deze
wijze wil KLIC de kwaliteit van haar werk waarborgen. In
fig. 4 is de architectuur van het KLIC-net beschreven. Deze
lcaartbestanden als webstreet, de GBKN en ToplOvector
worden via webservers rechtstreeks bij de leverancier van
deze bestanden geraadpleegd. De kabel- en leidingbeheer
ders (KLB) ontvangen de berichten via de post, de fax of e
mail en kunnen via een interface aansluiten op hun eigen Fig. 4.
automatiseringssysteem. De KLIC-medewerlcers, het front
office, kunnen via de KLIC-user-interface gebruik maken
De opbouw van
KLIC-net.
KÜCPUlu
KLIC
Usar
I nterf ace
COiTrfTÏ
Wad
■ctirVör
Dstëöase
Sruilal
E-mail
QBHhi
Map
ÏDIVDr
Websirecl
kunnen ij
van de faciliteiten. Door gebruik te ma
ken van kaartmateriaal kan de KLIC-
medewerker, in overleg met de aanvra
ger, de plaats van het graven zo nauw
keurig mogelijk vastleggen en deze
vervolgens doorgeven aan de kabel- en
leidingbeheerders. Hierdoor is de kwa
liteit van de aanvraag aanzienlijk ver
beterd (fig. 2).
Door de inrichting van het proces met
deze krachtige hulpsystemen probeert
KLIC de kwaliteit zo hoog mogelijk te
krijgen en de foutlcans zo klein moge
lijk te houden. Toch gaat er wel eens
wat fout, het blijft mensenwerk, con
trole door de aanvrager van de aan
vraag is dan ook zeer belangrijk om dit
aantal fouten te beperken. Het aantal
fouten in het KLIC-proces valt echter in
het niet bij de mogelijke fouten in het
totale proces van aanvraag (geen aan
vraag doen of te laat) tot graven (infor
matie niet of verkeerd gebruiken). Sa
men met alle betrokkenen werkt KLIC
aan het verbeteren van het totale pro
ces. Hiertoe is een werkgroep Initiatief
groep Schadepreventie Kabels en Lei
dingen (ISKL) opgericht. In deze groep
zijn de koepels van aannemers en
loonbedrijven, kabel- en leidingbe
heerders en gemeenten vertegenwoor
digd. Deze groep neemt initiatieven
om het schadebeperkend werken, de
professionaliteit van de gravers en de
kwaliteit van de informatie te verbete
ren.
Wet- en regelgeving
Er is nu nog geen wettelijke regeling
voor de kabel- en leidingregistratie,
noch voor de informatieverstrekking,
noch voor het graven. Wel is er in
middels jurisprudentie op dit gebied
ontstaan. Er bestaat een wederzijdse
verplichting. De graver heeft een
onderzoeksplicht, hij moet onderzoe
ken of hij zonder gevaar kan graven.
De kabel- en leidingbeheerder heeft de
plicht om informatie te verstrekken.
Verder stellen de meeste verzekerings
maatschappijen in hun polisvoor
waarden een KLIC-aanvraag verplicht.
Daarnaast heeft de Nederlandse Vere
niging van Wegenbouwers (nu Vianed)
samen met de koepels van de kabel- en
leidingbeheerders de "Aanbevelingen
tot het voorkomen van Schade aan Lei
dingen (AVSL)" opgesteld. Ook in de
UAV, de Uniforme Administratieve
Voorwaarden voor de uitvoering van
werken, wordt een KLIC-melding ver-
GEO-INFO 2004-2
-lilrtnl
hi- cnrtl
■Ufk'f
-rn.il
kjit-d .11
iiikirmiic
•tail
i*
Klic-net architectuur