taor
Deze methode werkt probleemloos Fig. 2.
voor bebouwde percelen. De gebouwen Concept: van
zijn niet alleen beschreven met een kadastrale situatie
plaats, straat en huisnummer, maar (links) naar
ook met een door de TPG toegekende postcodegebieden
postcode. Aan onbebouwde percelen is (rechts).
echter geen postcode toegekend. Om
tot een volledig dekkend postcodebe
stand te komen, zal voor deze onbe
bouwde percelen de meest waarschijn
lijke postcode worden bepaald. Aange
zien we willen dat de postcodegebie
den zoveel mogelijk door infrastruc
tuur worden begrensd, splitst het
algoritme eerst de infrastructuurperce
len op de hartlijn om vervolgens de af
zonderlijke delen aan de meest waar
schijnlijke postcodegebieden toe te
voegen. Dit alles resulteert uiteindelijk
in een vlakverdeling van Nederland in
niet-overlappende aangrenzende poly
gonen, waarbij elke polygoon een post
code representeert en de infrastructu
rele objecten op de grenzen liggen van
deze postcode-polygonen. Dit concept
is geïllustreerd in fig. 2.
Voor het creëren van de postcodegebie
den zijn gegevens nodig uit zowel AKR
als uit LKI. Als een perceel bebouwd is
en er eigendomsrechten op rusten,
dan is er een AKR-objectadres beschik
baar en daarmee een postcode. Indien
er geen AKR-objectadres aan een per- skeletten van een
ceel gekoppeld is, is er daarmee ook T-splitsing en een
geen postcode bekend. Ook is het mo- kruising.
Fig. 3.
DeLucia en Black
gelijk dat aan een perceel meerdere AKR-objectadressen ge
koppeld zijn, wat kan resulteren in meerdere postcodes. De
ze laatste situatie, die bijvoorbeeld bij een groot apparte
mentencomplex of een groot perceel met huurwoningen
kan voorkomen, wordt in het algoritme niet meegenomen,
maar er worden wel suggesties voor gedaan in de aanbeve
lingen. In AKR wordt een indicatie gegeven van het soort ge
bruik van het perceel in de bebouwings- en de cultuurcode.
Op basis hiervan kan worden bepaald of een perceel be
bouwd is of dat het gebruikt wordt als infrastructuur (we
gen, spoorbanen of waterlopen).
Als de postcode die via AKR-objectadres gevonden is, gekop
peld wordt aan de grenzen uit LKI, is de postcode fysiek ge
representeerd door de eigendomsgrenzen. Vaak zijn deze
eigendomsgrenzen zichtbaar in het terrein en daarmee dus
ook de postcode. Door nu de percelen met dezelfde postco
de samen te voegen, ontstaan er postcodegebieden waarvan
de grenzen herkenbaar zijn in het terrein. Aangezien voor
adres-matching een vlalcdekkend postcodebestand vereist
is, is het noodzakelijk om ook postcodes toe te kennen aan
percelen waaraan in AKR geen postcode gekoppeld is. Dit
kan eenvoudig gebeuren middels een iteratief proces waar
bij de meest waarschijnlijke postcode wordt bepaald aan de
hand van de postcodes van de aangrenzende percelen. Als
dit proces ook toegepast wordt op infrastructuurpercelen
treden er echter ongewenste situaties op. De praktijk leert
dat huizen (en daarmee percelen) aan de ene zijde van de
weg vaak een andere postcode hebben dan de huizen aan de
andere zijde. Als in het iteratieve proces nu één van deze
twee postcodes aan de weg wordt toegekend, gaat de infor
matie dat aan deze weg ook huizen met de andere postcode
liggen verloren. Adres-matching met punten die op deze
weg liggen, wordt hierdoor moeilijk uitvoerbaar. Ook
wordt het kaartbeeld minder leesbaar, omdat sommige
postcodegebieden onevenredig hard groeien. Gevoelsmatig
ligt de grens tussen de twee postcodes echter op de hartlijn
van de weg. Daarom zou de ene helft van de weg aan de ene
postcode toegekend moeten worden en de andere helft aan
de andere postcode. Het splitsen van infrastructuurperce
len door skelettering om de afzonderlijke delen aan ver
schillende postcodes te kunnen toekennen, is één van de be
langrijkste kenmerken van het nieuw ontwikkelde algorit
me.
Alle percelen worden ingelezen in de Planar map-datastruc
tuur in CGAL. Dit kan eenvoudig gebeuren door alle per
ceelgrenzen uit het LKI toe te voegen. Zoals eerder aangege
ven moeten de percelen zonder adres die op basis van hun
cultuurcode als infrastructuur zijn aangemerkt, worden ge
skeletteerd om vervolgens op dit skelet te worden gesplitst.
Eerst wordt een constrained triangulatie van de perceel
grenzen opgebouwd, waarbij de oorspronkelijke edges van
het infrastructuurperceel in de triangulatie moeten terug
komen (groen in fig. 3). De overige edges (zwart in fig. 3) wor
den bij de triangulatie berekend. Op basis van deze triangu
latie wordt het skelet (rood in fig. 3) berekend door gebruik
GEO-INFO 2004-2
I AA
331 Mi
Creëren postcodegebieden
Skeletteren van infrastructuurpercelen