z! 1 Kaarten Ié Amsterdam BOEKBESPREKING 90 Kaarten van Amsterdam, 1866/2000 Mare Hameleers; [tekstbijdragen: Vincent van Rossumet al; red.: Lida Ruitingaet al.; eindred.: Marja Jageret al.; fotogr. Doriann Kransberg et al.]. - Bussum THOTH; Am sterdam: Gemeentearchief Amsterdam, 2002. - 351 blz. ill.35 cm. - (Publicaties van de Gemeentelijke Archiefdienst van Amsterdam; nr. 27). - Uitgave bij de tentoonstelling 'Kaar ten van Amsterdam 1866-2000' in het Gemeentearchief Amsterdam, van 4 oktober t/m 1 de cember 2002. - Met lit. opg., reg. - ISBN 90 6868 3179 (geb.). - prijs 59,50. Op 3 oktober 2002 konden we het heuglijke moment beleven dat, na 68 jaar een nieuw overzicht van kaar ten van Amsterdam, de 'nieuwe d'Ail- ly' ten doop gehouden werd. In een bomvolle zaal in het Amsterdamse Ge meentearchief werd tegelijkertijd het boek Kaarten van Amsterdam 1866 2000 aangeboden en werd de gelijkna mige tentoonstelling geopend. Amsterdam was er hard aan toe om eindelijk weer eens te kunnen beschik ken over een geactualiseerd en waar nodig gecorrigeerd overzicht van de grote hoeveelheid plattegronden van de stad. De samenstelling van het werk was bij kaarthistoricus Mare Hame leers en zijn ervaren medewerker Erik Schmitz in goede handen. Bovendien konden zij zich verzekerd weten van een deskundige redactie. Wanneer we een poging doen het nieu we boek met het oude te vergelijken dan blijken de tijden onmiskenbaar veranderd. De sobere, veel gebruikte Catalogus van Amsterdamsche platte gronden door A.E. d'Ailly, een prachtige mijlpaal in de beschrijving van de gedrukte kaarten van Amster dam, steekt nu wat povertjes af bij de allure die de 'Hameleers' uitstraalt. Een royaal formaat, uitstekend ver zorgd drukwerk, goed papier, een pro fessionele vormgeving, een rijkdom aan illustraties in kleur, een strak 'for mat' voor de formele beschrijvingen van de kaarten, het is allemaal even wennen voor ons, oude d'Ailly-gebrui- lcers. Maar dat wennen kost niet veel moeite. In dit boek ga je voor je plezier lezen en kijken terwijl het raadplegen van de oude d'Ailly een wat moeiza mer bezigheid kon zijn. Zoals uit de titel blijkt hebben we niet te maken met alle plattegronden van Amsterdam. Paradoxaal genoeg had den we van de meest recente platte gronden van de stad het gebrekkigste overzicht. d'Ailly eindigde zijn over zicht namelijk in het begin van de ja ren 1930. Door nu te beginnen met de kaart van het, als waterscheiding tus sen oud en nieuw te beschouwen Uit breidingsplan van Van Niftrik uit 1866, kon een even werkbare als verde digbare tweedeling aangebracht wor den in oude en moderne(re) platte gronden. Aan het hoofddeel van het boek gaat een introductie op de materie vooraf. Vincent van Rossum laat de lezer ken nismaken met de Amsterdamse kaart als informatiebron: 'Kaarten lezen'. Vervolgens gaat Mare Hameleers in op de geschiedenis van het maken van kaarten van de hoofdstad. De Dienst der Publieke Werken en de diverse rechtsopvolgers passeren de revue, evenals een aantal in het oog springen de commerciële uitgevers van Amster damse plattegronden. Onderscheid wordt gemaakt tussen zelfstandige, to- P van 1 1866 2000 pografïsch getinte overzichtskaarten van de stad (die het primaire onder werp van dit boek vormen) en meer thematische kaarten, die in de loop der tijd een steeds belangrijker rol zijn gaan spelen. En als 'technische' opstap naar het hoofddeel geeft Hameleers een idee van de traditie, problemen en keuzen bij het vervaardigen van een bi bliografie en de samenstellende bouw stenen daarvan. Daarbij wordt het waardevolle werk van belangrijke weg bereiders, met name A. Lutsenburg Maas en Wouter Hofman gememo reerd. Maar vooral d'Ailly's werk staat in dit hoofdstuk centraal en wordt als maatstaf genomen ter afbakening van in het huidige boek gemaakte keuzen. Opmerkelijk is dat bijvoorbeeld kaar tjes uit de bekende 'Baedekers' en der gelijke niet opgenomen zijn. Vaak zijn juist dit soort 'onzelfstandige kaartjes' wanneer ze los aangetroffen worden zo moeilijk thuis te brengen. Het is hier niet de plaats om daarover uit te weiden. Wel kan vastgesteld worden dat, zoals de auteur zelf benadrukt, volledigheid een utopie is en een prag matische werkwijze onvermijdelijk was. Het hoofddeel begint met het woord 'Catalogus' in koeienletters. Elke bibli ograaf schrikt dan even, want een (col- lectiegerelateerde) catalogus is nu een maal iets anders dan een bibliografie, die onmiskenbaar beoogd wordt. Het zal wel door de traditie ingegeven zijn om toch maar te kiezen voor de aan duiding 'Catalogus'. Wel vaker blijkt dat er in dit opzicht op twee gedachten wordt gehinkt. In een kartobibliogra- fie met paracollectionaire geldigheid worden normaal gesproken geen handschriftkaarten opgenomen. De af trap wordt echter al genomen met de handschriftkaart van het plan Van Nif trik. Bij nummer 7:3 vinden we de ge drukte afgeleide ervan. Bij nummer twee, de 'Cholerakaart van Amster dam', is het andersom: van de gedruk te kaart is een beschrijving opgeno men. Van het prototype, de hand schriftkaart die in de UBA-collectie zit, wordt geen gewag gemaakt. Dat is jam mer want hierop staat wel de auteur 'J.Teixeira de Mattos fee' vermeld. Met de 'Cholerakaart' wordt ook meteen een echte thematische kaart binnenge haald, een categorie die selectief aan de overzichtskaarten is toegevoegd. Het zijn baanbrekende kaarten die na drukkelijk de overgang naar een nieuw tijdperk markeren. We kunnen ervan uitgaan dat het boek zowel een catalogus van de collectie van het Gemeentearchief als een alge mene kartobibliografie van de platte gronden van Amsterdam bedoelt te zijn, waarbij uitzonderingen de regel bevestigen. Overigens draagt d'Ailly's werk dezelfde hybride kenmerken. Ie dere in chronologische volgorde gepre senteerde catalogustitel representeert een unieke kaart of een afdruk van een (soms meermaals gewijzigd) drukmedi- um zoals een litho- of offsetbeeld. Ver schillende gewijzigde drukken of toe- 4 jaflöiïïJiiijisi GEO-INFO 2004-2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2004 | | pagina 44