Daarna behandelt hij de verschillende periodes waaruit de bijeengebrachte kaarten stammen in een aantal secties: Kaartbeeld en werkelijkheid in de 15e en 16e eeuw, Economie en landschap in de 16e eeuw, Kaartbeeld en werke lijkheid in de 17e eeuw, Sobere navol gers (Franse producten), de Fortifica- tiekaarten, Beckeringh, Nieuwe expan sie in de 18e eeuw, de Krayenhoff- lcaart, de TMK, 19e eeuwse utilitaire kaarten en In opdracht van het provin ciaal bestuur vervaardigde kaarten. Bij de behandeling van de kaarten gaat het vooral om de moge lijkheden die ze bieden voor de reconstructie van het landschap: er wordt gekeken naar veranderin gen in de weergegeven grenzen, rivieren en kana len, nederzettingen, we gen en droogmakerijen. 's Grooten is bijvoorbeeld de eerste die de veenge bieden als zodanig aan geeft. Aan de hand van de 17e-eeuwse kaarten wordt de stadsuit leg van Groningen zichtbaar gemaakt en kan men het tempo van de verve ning, ontginning, landaanwinning, dijlcenbouw en kanalenaanleg aflezen. In hoeverre de kaarten ook bronnen Maili Blauw - Waterstaat in kaart De Waterstaatskaart van Nederland geeft een gedetailleerd beeld van de afwatering van het land in de perio de 1865-1992. Over die mooie kaart is nu een professioneel historisch boek verschenen. In 1864 kregen de Algeme ne Dienst van de Waterstaat en het Topografisch Bureau van Oorlog op dracht tot vervaardiging. Ondergrond werd de in hetzelfde jaar voor het eerst gedrukte stafkaart 1:50.000 van de Topografische en Militaire Kaart. Om dat elk blad een vierde gedeelte van een blad van de Topografische Inrich ting bevatte noemde men de bladen bescheiden 'kwartbladen'. De meeste gegevens over de waterstaatkundige toestand kwamen op de kaart zelf en in randschriften. Doordat later van kwartbladen op halfbladen werd over gegaan werd de resterende papier ruimte te klein. Er kwamen toen boek- zijn voor het agrarisch grondgebruik wordt in het midden gelaten, en dat is jammer. Juist bij uitgaven van kaarten als bronnen voor de reconstructie van het cultuurlandschap is het van be lang aan te geven welke infomatiecate- gorieën vanaf wanneer in kaarten wor den weergegeven. Er moet bijvoor beeld aangegeven worden dat het bij Van Deventer's stadsplattegronden primair om de vestingwerken gaat, en dat de TMK voor Groningen de eerste gedrukte kaart is met een systemati sche weergave van bouwland en wei land. Om de meerwaarde van de kaart van Krayenhoff of de TMK boven de ou dere gedrukte lcaartproducten aan te geven is ook een vergelijking van hun legenda's relevant. Belangrijke infor matie voor gebruikers van oude kaar ten is behalve de actualiteit en de jes met Provinciale Beschrijvingen bij de Waterstaatskaart. Het administra tieve beheer kon zo uitvoeriger wor den behandeld. Tot 1957 bleven die uitvoering en dat kaartbeeld nagenoeg gelijk. Omdat de hoeveelheid gegevens per kaart een verzadigingspunt bereik te, werden thema's als hydrologische waarnemingspunten en watervoorzie- ninsgeenheden als afzonderlijke trans parante kaartniveaus op 'overlcaarten' uitgebracht. Door een complete topo grafie als ondergrond te gebruiken kon men de overkaart ook zonder de bijbehorende Waterstaatskaart lezen. Uitgever van de kaart bleef altijd de Rijkswaterstaat. Eerst was de kaart ondergebracht bij de Algemeene Dienst (1865-1971), na opheffing daar van bij de directie Waterhuishouding en Waterbeweging (1971-1983) en tot nauwkeurigheid ook de volledigheid van de informatie. Er is niet systematisch aangegeven wat de oorspronkelijke schaal dan wel het oorspronkelijke formaat van de gere produceerde kaarten is. Hiervoor moet men te rade gaan bij De kaarten van Gro ningerland van mevr. Vredenberg-Alinlc. Een aantal kaarten is te sterk verkleind, zodat niet alle plaatsnamen en topogra fische details meer leesbaar zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor de kaarten van Krayenhoff en de TMK. Wanneer er op p. 46 vermeld wordt dat men op Krayen- hoffs kaart kan zien waarom het bos bij Helpman het Sterrenbos heette, dan geldt dat in elk geval niet voor de hier geboden reproductie. Belangrijker dan deze omissies is de toon van Schroor: hij weet het materi aal tot leven te brengen en zal zeker een groot publiek hiermee weten te interesseren in de bijdrage van kaar ten aan de reconstructie van de regio nale geschiedenis. Dat publiek krijgt in elk geval door deze atlas een goed idee van de aard van het materiaal en zal, eenmaal enthousiast, aan de hand hiervan de weg naar bibliotheken en archieven weten te vinden. Ferjan Ormeling de Grote Efficiency Operatie (GEO!) van het rijk bij de Meetkundige Dienst, kortweg MD geheten (1983-1992). De Hoofddirectie van de Waterstaat be sloot in oktober 1982 tot de overplaat sing van de toen 48 mensen. De MD an no 1931 meende - eerst toen! - dat het vervaardigen van kaarten bij deze dienst behoorde te zijn geconcen treerd. Dit omdat het doublures voor kwam en een doeltreffende vakont wikkeling bevorderde. Het boek stelt op basis van bepaalde interviews de vraag in hoeverre het landmeetkundig tekenwerk van de MD, gezien de aard en de schaal ervan, "inderdaad als car tografisch werk te beschouwen is". De afdeling bleef fysiek in Den Haag en bleef een andere bedrijfscultuur hou den. Qua huisvesting viel de afdeling buiten de Delftse organisatie. De medewerkers voelden zich volgens het boek geen MD'ers, waren sceptisch en "sommigen ervoeren de Meetkundige Dienst zelfs als 'de vijand'". «.Gronings ter™, Geschiedenis van de Waterstaatskaart van Nederland 1865-1992, Matrijs Utrecht i.s.m. Rijkswaterstaat-AGI, 2003, ISBN 90-5345-223-0, 160 hlz., prijs €24,95. ft»e nan SovüSiaa DOMttfH »t PRGVÏKCMS, fekOMl.SS l)i 8 «UUtate in «lit*. I X S mttur t' xbïWjïï. M CWAÏWwSi GEO-INFO 2004-2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2004 | | pagina 48