Grote Atlas van Nederlands Oost-lndië
Grote Atlas van Nederlands Oost-lndië - Comprehensive Atlas of the Netherlands East
Indies. DoorJ.R. van Diessen, F.J. Ormeling e.a. Omvang: 456 pagina's; formaat: 46 x 33 cm.
Uitgave: Asia Maior en Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap, Zierikzee/
Utrecht 2003. Prijs 265,-.
In 1938 oogstte het Koninklijk Neder
lands Aardrijkskundig Genootschap
(KNAG) op het congres van Internatio
nal Geographical Union (IGU) in Am
sterdam internationaal veel lof met de
Atlas van Tropisch Nederland- Het was
de eerste wetenschappelijke koloniale
atlas en kartografisch een hoogstand
je. Om de Indische Archipel in kaart te
brengen had het KNAG tientallen expe
dities (mede)georganiseerd. Kaarten
waren daarvan een belangrijk resul
taat. Daarnaast had ook de Topografi
sche Dienst in Nederlands-Indië talrij
ke kaarten geproduceerd. In 1909 ont
stond het idee om op basis daarvan een
wetenschappelijke atlas te maken. Pas
in 1938 was hij klaar. De atlas telde
180 topografische en thematische
kaarten. Er zijn in de eerste helft van
de vorige eeuw echter veel meer en
ook veel gedetailleerdere kaarten ge
maakt. Zo maakte de Topografische
Dienst talrijke, eveneens bijzonder
fraaie losbladige topografische over
zichtskaarten op een schaal van
1:250.000. Ook zijn er mooie stadsplat
tegronden van tientallen steden en
kleinere stadjes gemaakt, en militaire
karteringen van de geallieerden uit de
periode 1942-1946.
Goudmijn
Uit deze goudmijn aan kartografisch
materiaal hebben de samenstellers
van de Grote Atlas van Nederlands Oost-ln
dië naar hartelust gedolven. Ze hebben
er een atlas uit samengesteld van 456
pagina's met zo'n 500 kaarten en een
standaard-paginaformaat van 46 bij
33 cm. De atlas is volledig in kleur uit
gegeven en weegt maar liefst 7,5 kilo.
Hij bevat tientallen enkele of dubbele
uitvouwpagina's, waardoor kaarten
met afmetingen tot 43,5 bij 122 cm
mogelijk waren. Deze formaten zijn
een uitkomst voor de weergave van
langgerekte eilanden en voor Neder
lands-Indië als geheel dat zich in oost
west-richting over duizenden kilome
ters uitstrekt. Voordeel is bovendien
dat je deze zware, moeilijk te hante
ren atlas niet telkens hoeft te draaien.
De samenstellers wilden een geogra
fisch naslagwerk van Nederlands-Indië
gedurende de laatste halve eeuw van
het koloniale bewind produceren en
daarnaast de rijke verscheidenheid
van de Indische kartografïe laat zien.
Daar zijn ze voortreffelijk in geslaagd.
Door te kiezen voor authentieke kaar
ten hebben ze een groot aantal, bijzon
der mooie kaarten aan de vergetelheid
ontrukt. Het risico van een ratjetoe
aan kaartbeelden hebben ze beperkt
door nagenoeg alle kaarten uit de Atlas
van Tropisch Nederland en de losbladige
kaartseries van de Topografische
Dienst in Nederlands-Indië op te ne
men. Zij vormen de ruggengraat van
de atlas en zorgen voor voldoende een
heid. De oorspronkelijke kaarten zijn
in facsimile weergegeven. Hoewel er
digitale kleurcorrecties zijn toegepast,
zien veei kaarten er gelig verkleurd
uit, en soms zijn er vouwen of bescha
digingen te zien. Erg is dat niet, want
het verhoogt de authenticiteit en emo
tionele waarde. Om lacunes op te vul
len hebben ze enkele nieuwe kaarten
laten tekenen, bijvoorbeeld over de po
litionele acties en de Japanse interne
ringskampen.
Tussen de kaarten zitten tientallen ju
welen. Vooral de topografische over
zichtskaarten met de contrasten tus
sen bergen, vulkanen en (moerassige)
laaglanden zijn van grote klasse en ar
tistieke waarde. Wat is de Boekit Bari-
san-bergketen op Sumatra met zijn
vulkanen en bergmeren toch mooi
weergegeven, wat rijzen de geïsoleer
de vulkanen op Java toch fraai op uit
het landschap, wat zijn de bijzondere
structuren van de vulkanen op Bali
toch knap getekend! Als je de kaarten
beziet van de eindeloze, moerassige,
zwaar beboste laaglanden, bijvoor
beeld op de oostkust van Sumatra of
de vele eilanden, voel je jezelf wegzak
ken in de modder. Kaarten tekenen
was toen nog een kunst; in de huidige
tijd van computerkartografïe beheerst
niemand die meer. Bijzonder zijn de
gedetailleerde reliëfkaarten, vooral
die van vulkanen. Rond 1880 werd de
techniek om het reliëf weer te geven
met schrapjes en kamlijnen vervangen
door hoogtelijnen. Indische kaartteke
naars pasten daarbij de door henzelf
als zodanig betitelde 'billen- en tieten
methode' toe. De ruggen werden weer
gegeven als ronde borsten, de dalen als
bilnaden. Helemaal in overeenstem
ming met de werkelijkheid was dat
niet, maar gebruikers werd duidelijk
op de ravijnen gewezen.
De Grote Atlas van Nederlands Oost-
lndië kent een vaste, systematische op
bouw, zowel voor het gebied als geheel
als voor de afzonderlijke regio's. Eerst
zijn er thematische kaarten over na
tuurlijke en sociale verschijnselen; ze
worden gevolgd door kleinschalige to
pografische overzichtkaarten (schaal
1:750.000 tot 1:2.100.000) uit de Atlas
van Tropisch Nederland en grootscha
lige topografische kaarten (tot schaal
1: 200.000) uit de losbladige series van
de Topografische Dienst. Daarna vol
gen de nog gedetailleerdere kaarten
en plattegronden van steden en hun
ommelanden. De atlas bevat beschrij
vingen en een apart register van
alle ca. 2.400 cultuurondernemingen
(plantages) en een algemeen register
van bijna 13.000 plaatsnamen. Helaas
is dat beperkt tot de namen op de kaar
ten uit de Atlas van Tropisch Neder
land. De duizenden namen op de (los
bladige) kaarten van de Topografische
Dienst en de stadsplattegronden staan
Jai"!
Kunst
GEO-INFO 2004-2