112
Ir. Edwin Wisse en dr. Rob van Swol
Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlabora
torium NLR. Afdeling Ruimtevaart
wisse@nlr.nl, vanswol@nlr.nl
probleem: hoe vindt de gebruiker de
heeft eigen datacentra waar de data
verwerkt en opgeslagen wordt. Deze
mogelijkheid om via het internet naar
data te zoeken. Echter, ieder datacen-
trum heeft een eigen website die toe
gang geeft tot het archief, met een ei-
wel ondervangen door gespecialiseer-
bruilcer helpen met het vinden van da
ta en die het contact met de data-aan-
1 1 1 de vraag wat hij ermee kan. Een ge-
en niet zo zeer aan data. Die informa
tie uit remote-sensing-waarnemingen
enmerlcend voor de huidige activiteiten op het gebied
van infrastructuur, is het streven naar een integrale
anpalc. Daarbij staat de beschikbaarheid van infor
matie en diensten voor het oplossen van problemen met
een ruimtelijke component centraal, en wordt een sterk be
roep gedaan op technologische ondersteuning bij het in
winnen, bewaren en toegang verlenen tot meetgegevens.
Dit vereist samenwerking tussen eindgebruiker, dienstver
lener, ontwikkelaar en overheid.
tal kleine, zeer gespecialiseerde bedrij
ven. Het vinden van de juiste informa
tie in deze wereld is zo mogelijk nog
lastiger dan het vinden van de juiste
ruwe data. Voor ruwe data is er de da-
tamalcelaar, voor de informatielagen
zal een gebruiker in het algemeen zelf
op zoek moeten.
Globale data, globaal verspreid
Eén van de belangrijkste voordelen van remote sensing data
is het globale karakter ervan. Satellieten leveren datasets
die consistent zijn over de hele aarde. Dit maakt vergelij
king van verschillende gebieden mogelijk en biedt de leve
ranciers een globale markt.
Om een oplossing voor deze situatie te
bieden is internationaal een aantal
projecten uitgevoerd om een soort
martlcplaats voor data en informatie
op te zetten. Binnen de remote-sen-
sing-wereld is met name het Centre for
Earth Observation project bekend. He
laas heeft dit niet geleid tot een wer
kende infrastructuur, maar het heeft
wel de situatie op Europees niveau dui-
GEO-INFO 2004-3
Aardobservatie
en infrastructuur
In het eerste nummer van Geo-lnfo betoogde
Arnold Bregt [1] in zijn column om de huidige
brede belangstelling voor SDI (Spatial Data
Infrastructure) te benutten en er een succes van te
maken door gezamelijk de problemen aan te pak- Die giobaie markt leidt vanzelf tot een
ken. Ook binnen dat deel van de geo-informatie- data die hij zoekt? Iedere satelliet
industrie dat zich baseert op aardobservatie-
gegevens vanuit satellieten en vliegtuigen wordt datacentra bieden tegenwoordig de
het belang van een effectieve ontsluiting van
gegevens en de vertaling naar bruikbare informatie
onderschreven. De vorming van een Geospatiële sen structuur. Het probleem wordt
Data Infrastructuur (GDI) is dan ook één van de de datamakeiaars; bedrijven die de ge-
belangrijkste aanbevelingen die in de eindevalua
tie van het Nationaal Remote Sensing Programma bieders regelen.
[2] wordt gedaan. En recent heeft ook het Euro- wanneer onze gebruiker dan toch
pees Ruimte Agentschap ESA erop gewezen dat ^eelden heeft bemachtigd is het n0g
operationele diensten die gebruik maken van Euro- bruiker heeft behoefte aan informatie,
pese aardobservatiemissies niet zonder een open
en gebruiksvriendelijke infrastructuur kunnen. w°rdtaansebodendooreeng"**aan-