delijlc gemaakt. Aan het begin van het project zijn vanuit een aantal gebrui kersgroepen de eisen aan het systeem opgesteld. Een belangrijk element was de one-stop-shop, de centrale plaats - wat plaats dan ook mag betekenen op het internet - waar een gebruiker kan zoeken in verschillende catalogi van meerdere aanbieders. De one-stop- shop moest de gebruiker laten zoeken en bestellen zonder dat gedetaileerde kennis over sensoren of dataproducten nodig is. Tegenwoordig vinden gebrui kers zich echter nog steeds in dezelfde situatie als toen. Voor uitwisseling van data zijn natuur lijk allereerst standaarden nodig. Binnen de GIS-gemeenschap is de laat ste jaren veel vooruitgang geboekt met standaarden waarmee verschillende soorten GIS-data via het internet uitge wisseld kunnen worden. Met name de standaarden gedefinieerd door het OpenGIS-consortium zijn in relatief korte tijd ingeburgerd. Voor een uitge breide beschrijving van standarisatie zie het artikel van prof. Aalders en Marcel Reuvers in Geo-Info 2004-1 [4]. Binnen de aardobservatie is deze ont wikkeling vooralsnog niet zo sterk in gezet. Binnen het Committee on Earth Observation Satellites (CEOS) is wel het Global Change Master Directory (GCMD) opgezet. Het GCMD biedt toe gang tot datasetbeschrijvingen van een groot aantal datasets, het meren deel gemaakt met behulp van remote sensing data. The GCMD bevat vooral beschrijvingen van datasets uit de onderzoelcswereld, en dan vooral uit de aardwetenschappen. Algemeen aanvaarde standaarden voor remote sensing beelddata en voor de daaruit afgeleide informatie zijn er ech ter nog niet. Binnen het hiervoor ge noemde Centre for Earth Observation project is hiertoe wel een aanzet gegeven maar deze is niet algemeen ingevoerd. De constatering dat het gebruik van re mote sensing nog bij zijn potentie is achtergebleven wordt met name door ESA zelf uitgedragen. Om hiervoor een oplossing te vinden heeft ESA het Oxygen-project voorgesteld. Oxygen (02) staat voor 'open' en 'operational', het moet uiteindelijk leiden tot een bredere, operationele toepassing van aardobserva tie. In een recent artikel over Oxygen in ESA Bulletin [3] wordt terecht opgemerkt dat remote sensing zelfs na 30 jaar nog steeds voornamelijk R&D-gereedschap is. De marktgroei voor aardobservatie-data en -informatie is ver achter gebleven bij de verwachtingen. Men constateert dat de value adding industrie bestaat uit kleine, versnipperde bedrijven die nog altijd voor een belangrijk deel afhanke lijk zijn van stimulering door overheden. Hiervoor zijn mo gelijke redenen aan te wijzen. Ten eerste zijn de inspannin gen van ruimtevaartagentschappen voornamelijk gericht op het ruimtesegment (de satellieten en hun infrastruc tuur) en niet op de diensten die met de dataproducten ont wikkeld kunnen worden. Ten tweede zijn gebruikers zich simpelweg niet bewust van de mogelijke voordelen van aardobservatie en van de aanwezige informatie. ESA stelt een langetermijnstrategie voor waarin 3 elemen ten centraal staan: Developing services Binnen ESA en EU kader zijn diverse programma's opgestart waarmee projecten gesteund wor den en waaruit operationele diensten moeten voortkomen. ESA en de EU hadden al zulke programma's. Het nieuwe ligt in het feit dat het nu gezamelijk gecoördineerd wordt. Providing access to current data sources Binnen ESA wordt gewerkt aan één zoek- en bestelinterface voor zoveel moge lijk satellietmissies. In eerste instantie vooral de data uit ESA-missies. Door overeenkomsten moet in een latere fase in ieder geval toegang worden geboden tot commerciële da ta van met name Spot en Radarsat. Nog later kan ook toe gang worden geboden tot data van andere commerciële aanbieders. Integrating national projects In Europa zijn plannen voor een aantal nationale satellietmissies. Het is belangrijk voor deze verschillende missies een gezamenlijke grondinfra- structuur te creëren. Het is dus van belang dat de diensten en producten die ont wikkeld worden in EU- en ESA-lcader beschikbaar komen voor de gebruikers. Verder moet er een infrastructuur ko men waarmee data en informatie gezocht en besteld kan worden. En dit alles moet niet alleen de ESA-satellietdata ontsluiten maar ook nationale initiatieven binnen Europa. Remote sensing en het NLR Dit is het laatste artikel in een serie van drie waarin een aantal aspecten van de remote sensing activiteiten van het NLR gepresenteerd worden. Het NLR richt zich in remote sensing vooral op het grondsegment. Dit beslaat de hele keten: van het inwinnen van ruwe data met een mobiel grondstation, via dataverwer king, tot het beschikbaar maken van informatie via het internet. In de toepas sing van remote sensing werkt het NLR (onder meer) samen met bedrijven ge vestigd in het Geomatics Business Park (GBP). Het NLR en het GBP implementeren een Geo- spatial Data en Service Centre (GDSC) als gezamenlijke infrastructuur voor en met de bedrij ven in het GBP. De ruimtevaartafdeling van het NLR en het GBP zijn gevestigd in Marknesse. MLR GEO-INFO 2004-3 Standaarden Oxygen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2004 | | pagina 15