verhaal van raster-GIS en vector-GIS niet zwart-wit is. Raster- GIS is niet beter dan vector-GIS of omgekeerd, alles hangt af van de aard van de data en de aard van de analyse. Een randbemerlcing hierbij is dat een GIS gemaakt is voor ruimtelijke analyse en om de taken zoals hiervoor beschre ven in de definiëring van een GIS uit te voeren. Naar analo gie van het gebruik van lcartografische software voor pro fessionele lcaartopmaak, zal men, om complexe statistische analyses te doen, beter een beroep doen op een specifiek sta tistisch pakket en voor simulaties beter simulatiesoftware inschakelen [1]. De resultatenbestanden van statistische pakketten, simulatiepakketten en andere specifieke soft ware zijn echter steeds meer rechtstreeks uitwisselbaar met GlS-palcketten. Ruwweg kan men stellen dat vector-GIS meer geschikt is in dien: De topologie belangrijk is (zoals bij netwerkstudies); (bijna) Alle objecten duidelijke harde grenzen hebben en de vorm van de objecten van belang is; De visualisatie een belangrijke component van het pro ject is. Raster-GIS verdient dan weer de voorkeur als: Gewerkt wordt met continue variabelen; Vaagheid en onzekerheid van belang zijn; Veel puntanalyses moeten worden uitgevoerd Deze lijsten zijn zeker niet als uitputtend te beschouwen, maar alleen een ruwe benadering. Winter en Frank [9] stel len bijvoorbeeld een methode voor om topologie te brengen in raster-GIS. Beide systemen blijken in de eerste plaats complementair te zijn, eerder dan concurrenten. Veel software die in de eerste plaats voor raster- of vectorbestanden gebouwd is, heeft (beperkte) mogelijkheden om ook om te gaan met het andere datatype. Er zijn commerciële GIS-pakketten op de markt die kunnen omgaan met raster- en vectordata (hybri de GIS-pakketten), maar de mogelijkheden blijven meestal beperkt tot het samen visualiseren en converteren tussen de types in één pakket [9]. Verschil in uitzicht netwerk raster en vector. om meer informatie over het net werk op te slaan. Dit probleem kan echter opgelost worden door in plaats van aan elke pixel de weer- standswaarde te koppelen, er een bepaalde ID aan te koppelen. Deze ID lean dan gekoppeld worden aan een databank. 2. Wat topologie betreft is het moei lijk werken met raster-GIS. De enige topologische relatie in een rasterbe- stand is nabuurschap: een pixel heeft vier of acht buren, afhankelijk van de definitie die voor buren ge bruikt wordt. In een vector-GIS zijn meerdere topologische relaties te definiëren: in een wegennetwerk kan men op eenvoudige wijze brug gen, tunnels, eenrichtingsstraten, kruispunten, enzovoorts definië ren. Binnen een netwerk van water leidingen lean men bijvoorbeeld de richting van het stromende water, aansluitingspunten, kranen en der gelijke definiëren. 3. De visualisatie van een netwerk in vector-GIS biedt meer mogelijkhe den dan in een raster-GIS. Aan elke lijn binnen een vector-GIS lean men een bepaalde lijnstijl koppelen (vol le lijn, streeplijn, pijlen, et cetera) en dit zonder verlies in topologie. In een raster-GIS echter lean men uit sluitend een kleur aan een cel kop pelen. Dit zorgt ondermeer bij door snee resolutie voor de gekartelde vi sualisatie van een lijn. Er bestaan wel technieken zoals anti-alaising' om een dergelijke lijn minder ge karteld voor te stellen, doch dit gaat gepaard met informatieverlies. In het tweede deel van dit artikel volgen enkele voorbeel den waarbij de keuze van het GIS een bepalende factor was voor het slagen van het project. Voorbeeld: Kortste-pad-berekeningen De meeste kortste-pad-berelceningen gebeuren over een net werk (riviernetwerk, wegennetwerk, leidingen, Als men met dergelijke netwerken werkt, ligt het voor de hand om een vector-GIS te gebruiken. Hiervoor zijn verschillende re denen aan te voeren. In wat volgt geven we een aanvulling op Wise [10]: 1. Raster-GIS is minder geschikt omdat men per pixel- waarde rechtstreeks slechts een attribuutwaarde kan op slaan. Dit zorgt er ondermeer voor dat men normaal ge zien alleen een 'weerstand' over een bepaalde pixel kan opslaan. Men heeft verschillende rasterbestanden nodig 4. Langs een lijn lean men in een vec tor-GIS gemakkelijk nieuwe objec ten definiëren en opslaan via een LRS (Linear Reference System). 5. Bij het aanmaken van een netwerk binnen een raster-GIS moet men op zijn hoede zijn voor fouten die ge- GEO-INFO 2004-4 i6o

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2004 | | pagina 22