gm
Symposium "De ketenbenadering
in aardobservatie"
Uw emailadres voor GIN?
BOEKBESPREKING
GEODESIE DE AARDE verdeeld en verbeeld, berekend en getekend
ff In
De sectie aardobservatie van GIN or
ganiseert op 23 juni 2004 een
aardobservatie symposium bij Wage-
ningen University and Research Cen
trum te Wageningen. Het symposium -
met een aantal prominente sprekers uit
de Nederlandse remote sensing ge
meenschap, zoals G. Nieuwenhuis, R. de
Groot, F. Grooters, A. Rosema, en R. Alle-
wijn - zal zich richten op de ontwikke
ling van aardobservatie in de afgelopen
35 jaar, en de huidige en toekomstige
ontwikkelingen in het kader van de
ketenbenadering.
Deze workshop is georganiseerd ter ere
Geo-lnformatie Nederland
van Nico Bunnik die per 1 juli gebruik
zal maken van een regeling om ver
vroegd met pensioen te gaan. Nico heeft
jarenlang een grote invloed gehad op de
ontwikkeling van de aardobservatie in
Nederland tijdens de NIWARS periode,
als hoofd van het programmabureau
BCRS en recentelijk als coördinator van
het GO-2 programma.
Het definitieve programma en de wijze
van aanmelding worden in mei bekend
gemaakt in Geo-Info en op de website
van GIN. Neemt u in geval van vragen
contact op met het organisatiecomité
via Allard.dewit@wur.nl.
GIN wil informatie - met uitzondering
natuurlijk van Geo-Info! - bij voorkeur
digitaal verspreiden. Deels gebeurt dat
al via de website, maar uitnodigingen
voor activiteiten van GIN de GIN-secties
en dergelijke willen we graag zoveel als
mogelijk is per email gaan versturen.
Als u dat (nog) niet via het formulier
heeft gedaan, en geen bezwaar heeft te
gen GIN-email, wilt u ons dan uw email
adres doorgeven via info@geo-info.nl?
Vanzelfsprekend wordt dit adres niet
aan derden verstrekt en zal het uitslui
tend worden gebruikt voor GIN-acti-
viteiten en mededelingen.
Eric Berlcers e.a. Walburg Pers, ISBN 90.5730.295.0, 204 p., 39,50
Ter gelegenheid van het 125-jarig jubileum van de Nederlandse Commissie voor Geodesie
(NCG) is eind februari een prachtig geïllustreerd Nederlandstalig boek verschenen over de
geodesie en haarplaats in de samenleving. De jubilerende NCG heeft hiervoor de hulp inge
roepen van de Stichting Historie der Techniek, maar gaf de schrijvers een bijzonder lastige
opdracht mee. Uit de inleiding: Geen boek over de geschiedenis van de NCG, zelfs niet over
de geschiedenis van de geodesie in het algemeen, maar over het vak van nü. En niet over hoe
het precies werkt, maar over wat het doet in de samenleving.
Voor velen van u moet bovenstaande
al voldoende reden zijn het boek aan
te schaffen of cadeau te vragen. Eindelijk
een leesbaar antwoord op die steevaste
vraag op feestjes: Wat doe je? Geodesie?
Wat is dat?'
In hun opzet zijn de schrijvers en bege
leidingscommissie goed geslaagd. Na het
inleidende hoofdstuk "De ontdekking
van de aarde" wordt in vijf hoofdstukken
het vakgebied beschreven in de context
van maatschappelijke toepassingen. De
hoofdstuktitels verwijzen daar treffend
naar: "De Aarde als planeet", "Punt, lijn
en kaart", "Greep op grond", "Plaatsbepa
ling en navigatie", en "Gestolde geode
sie" In dat hoofdstuk, over de maatvoe
ring ten behoeve van infrastructurele
werken, wordt de rol van de geodesie ver
beeld aan de hand van aansprekende
voorbeelden als de deltawerken en spoor
wegaanleg.
De historie van de Nederlandse geodesie
krijgt overigens wel degelijk veel aan
dacht. In elk hoofdstuk staat de histori
sche ontwikkeling centraal. Hedendaag
se technieken als vliegtuig-laseraltime-
trie, GIS-analyse, InSAR of location based
services komen vooral aan bod als sluit
stuk van deze ontwikkelingslijn. Hoewel
formules en al te technische beschrijvin
gen zijn vermeden, heeft men de neiging
om exact en volledig te zijn niet kunnen
onderdrukken. Wat dat betreft blijft het
een echt 'geodetenboek' en ilc verwacht
dat het voor het beoogde jongerenpu
bliek toch nog niet 'populair' genoeg zal
blijken te zijn. De grote overheidsdien
sten als Kadaster, Rijkswaterstaat en
Topografische Dienst komen prominent
aan bod, in tegenstelling tot het bedrijfs
leven. Begrijpelijk in een historische con
text, maar het degelijke, ondersteunen
de karakter van het vak en zijn beoefe
naars wordt er toch vooral door be
vestigd. Een positionering die in het laat
ste hoofdstuk wordt samengevat met:
Landmeters, of breder geodeten, leggen
een fundament.
Dat laatste hoofdstuk vormt de epiloog
met de fraaie titel "De Aarde verdeeld en
verbeeld, berekend en getekend". Naast
een samenvatting over geodetische refe
rentiestelsels komen nu ook het onder
wijs, Geodesia en GIN, alsmede de NCG
zelf aan bod. Pas hier summier aandacht
Het boek bevat verschillende kaders met
een nadere uitleg van technieken als GPS,
fotogrammetrie, GIS en hydrografie. Ge
richt op leken en geschreven door specia
listen. Tevens zijn er vijf interviews met
geodeten opgenomen. Daarbij is een
aardige keus gemaakt om niet uit de klei
ne kring van bekende kopstukken te put
ten, maar dertigers en veertigers te vra
gen uit het middenkader of staffuncties.
Alleen al de overzichten van noten en
bronnen achterin en het register maken
het boek tot een onmisbaar naslagwerk.
Ren dus naar uw boekhandel en bestel
het boek met veel overtuiging. Laat voor
al merken dat dit toch echt niet in de eta
lage mag ontbreken. U heeft dan niet al
leen een aanwinst voor uw boekenkast,
maar er ook aan bijgedragen dat ons vak
gebied bekender wordt bij het publiek.
Mogelijk wordt u dan straks op feestjes
aangesproken met 'Deed jij niet iets met
geodesie?'
Frank Kenselaar
voor de 'Delftse
school', immers
minder spannend
voor de maatschap- gtS^^JÊn/Ê
pelijke toepassing
van ons vak dan
voor de beoefena- 183
ren zelf. Voor hen
blijft het even slik
ken dat Baarda's
naam niet valt in een boek dat geheel ge
wijd is aan de Nederlandse geodesie.
GEO-INFO 2004-4