kwaliteit van de data toevoegen. Dit kenmerk kan onder
meer gebruikt worden bij de planning van het opsporen
van een leiding. De plaats van een leiding met goede lig-
gingsgegevens kan door de monteur snel met GPS worden
bepaald, bij leidingen met een minder nauwkeurige plaats
aanduiding moet een aannemer worden ingeschakeld om
een proefsleuf te graven. Op deze wijze kunnen in geval van
een storing snel de nodige maatregelen worden genomen.
De bijhouding
Per jaar wordt het net met duizend tot tweeduizend kilo
meter uitgebreid. Deze mutaties worden via de tekeningen
van de aannemer aangeleverd. Nuon werkt met een aantal
huisaannemers die volgens een uitgekiend bestek moeten
werken. In dit bestek staat ook beschreven hoe de kabels
en leidingen moeten worden vastgelegd. Hierbij hanteert
Nuon de GBKN-nauwlceurigheid. De aannemer meet de mu
taties, of laat dit door een ingenieursbureau doen, met een
tachymeter of met GPS. Nuon levert de ontwerptekeningen
inclusief de attributen in digitale vorm (Autocad-fïle) aan
de aannemer. Deze past dan het ontwerpbestand aan aan
de nieuwe situatie en levert dit gereviseerde bestand terug
aan Nuon. Die kan dan dit bestand direct verwerken in haar
beheerbestanden. Dit vereenvoudigt en versnelt het bijhou-
dingsproces en geeft een forse besparing op de bijhoudings-
lcosten. Het beschikbaar komen van normen en stan
daardprogrammatuur voor de uitwisseling van dit soort ge
gevens is voorwaarde voor een verdere ontwikkeling van de
ze uitwisseling. De bijhouding wordt verzorgd door de vier
regio's binnen Nuon. In elke regio is
hiervoor een aparte groep "GIS-data"
verantwoordelijk. Deze werken op ba
sis van de door de GIS-specialisten van
Assetmanagement vastgestelde nor
men. In de GIS-datagroepen werken
specialisten, die de kwaliteit van het
bestand bewaken. De afgelopen jaren
hebben deze GIS-datagroepen ook ge
werkt aan projecten om de attributen
aan te vullen, te verbeteren en te stan
daardiseren om zo de verschillen tus
sen de verschillende systemen te ver
kleinen. Na het gereed komen van de
conversie en de grote verbeterprojec
ten is het aantal mensen in deze GIS-datagroepen sterk ver
minderd. Tenslotte komen er mutaties van monteurs en
aannemers. Het melden van afwijkingen, dus mutaties, kan
door het sturen van een gestandaardiseerd e-mailbericht en
r-£
bedrijf, waren nauw betrokken bij de
totstandkoming van de GBKN. Nuon
stimuleert ook nu de GBKN-ontwiklce-
ling; medewerkers van Nuon werken
mee in de provinciale GBKN-stichtin-
gen. Toch heeft ook Nuon wensen; de
belangrijkste is de actualiteit. Het is
soms vreemd als een stratenlcaart als
bijvoorbeeld van Andes, wel de nieuwe
straatnamen van een uitbreiding kent
en weergeeft, terwijl deze een jaar la
ter nog niet op de GBKN staan. Vooral
in geval van calamiteiten is dit een ge
mis. Zou dit de reden zijn dat hulp
diensten de GBKN nog niet afnemen?
Toepassing van de kabel- en
leidingregistratie
De bestanden op de vier verschillende
GIS-systemen van de regio's kunnen
via de Web-GIS browser eenvoudig
worden geraadpleegd. Web-Gis is een
soort "schil" over de vier systemen.
Web-GIS wordt door vele medewer
kers gebruikt voor het opvragen van
informatie, het opvragen van beheer-
kaarten, het opzoeken van leidingen
en de bijbehorende informatie, fig. 4.
Naast de kaart is ook het huisnummer
Fig. 4. een ingang, deze is vooral van belang
Kaartje met alle voor het opvragen van huisaansluitin-
Nuon leidingen en gen. Voor GIS-analyses en dergelijke
een kaartje met de wordt het GIS-systeem (Smallworld en
wordt actief gestimuleerd door middel van incentives (een laagspanning in een IBM) gebruikt. Specialisten zijn vrij-
extraatje). Een beperkt aantal monteurs beschikt al over
een PDA of laptop met de liggingsgegevens waarmee ze de
kabel of leiding kunnen opsporen. Op de laptop zijn nu
piotbestanden opgeslagen, die via een adrescoördinaat
(ACN) zijn te raadplegen. Nuon wil binnen enkele jaren
overgaan op een field-GIS, waardoor alle monteurs een ac
tueel bestand kunnen raadplegen.
DeGBKN
Nuon neemt voor het gehele werkgebied de GBKN af. Veel
rechtsvoorgangers van Nuon, zoals het Friese elektriciteits-
drukke omgeving, wel dagelijks met dergelijke vragen
bezig. Zo stelt de DTe (Dienst uitvoe
ring en toezicht energie) regelmatig
vragen en eisen aan de energiebedrij
ven, bijvoorbeeld over de kwaliteit en
de kosten voor het netwerkbeheer.
Het digitale bestand met kabel- en lei-
dinggegevens en GIS biedt de moge
lijkheid om dergelijke vragen snel te
beantwoorden. Ook vanuit Assetma
nagement komen regelmatig vragen
over de waarde van een netwerk. Een
GEO-INFO 2004-5
r-