Telecom, GPS, Wi-Fi of Smart-tags, is
volgens Henlc eigenlijk niet meer no
dig. Er is nu reeds technologie over de
ze verschillende dragers heen, waar
mee iedereen in principe te volgen is
en te koppelen is met informatie op
het web. Zeer belangrijk hierbij is de
privacy van degene die wordt "getrac-
ked en ge traced". Als dat maar enigs
zins discutabel gebeurt, dan zal de
consument geen diensten via deze ka
nalen willen afnemen. Het snel kun
nen lokaliseren en bereiken van men
sen, bijvoorbeeld politieagenten in een
wijk, maar ook apparaten, zoals bij
voorbeeld mobiele apparatuur in een
groot ziekenhuis is soms van levensbe
lang. Leuk al die nieuwe dienstverle
ning, maar we moeten ons niet gek la
ten maken. Een mooie relativerende
opmerking was dat een grote telecom-
provider maximaal 0,50 kwijt wil
zijn aan extra kosten om al die nieuwe
dienstverlening mogelijk te maken,
zeg maar de prijs van een sms-je, an
ders loont het commercieel niet.
Bob Bakker (Topografische Dienst
Kadaster) liet ons zien dat er met de
introductie van een pencomputer voor
de inwinning van terreininformatie
per fiets 55% in de doorlooptijd gewon
nen is. Met deze winst kan ingespeeld
worden op de toenemende behoefte
aan actuele informatie door een korte
re levenscyclus voor de topografische
bestanden te gaan hanteren. Hij ver
klapte ons dat ze zelfs denken aan een
permanente inwinning, waarbij aan
vulling vanuit andere bronnen moge
lijk moet zijn. Een groot pluspunt van
deze werkwijze is dat degene die inge
wonnen heeft ook op dezelfde wijze de
controle van de verwerkte gegevens in
het terrein kan doen.
Henk Cornelissen (LogicaCMG) gaf ons
vier praktijkvoorbeelden van ICT-pro-
jecten met een actieve geo-component.
In de provincie Noord-Brabant kunnen
ze de plek en de omvang van een file
afleiden uit het meten van de verplaat
sing van mobieltjes in combinatie met
een kaart: ze zitten allemaal op de A2
bij den Bosch en staan (bijna) stil - dus
file! Natuurmonumenten gebruikt een
tablet-PC om flora en fauna inventari
satie te doen. Bij wegbeheer en schouw
van wegen wordt ook gebruik gemaakt
van dergelijke hulpmiddelen. De invoermogelijlcheden zijn
zo opgezet dat er direct controles kunnen worden gedaan
door de software. Geo-web is een omgeving waarmee geo
grafische informatie via internet kan worden ontsloten en
gepresenteerd wordt, afhankelijk van de GIS-omgeving. In
principe is dezelfde informatie toegankelijk, alleen de
interface waarmee dat gebeurt is afgestemd op de gebrui
ker. Tijdens de pauze konden genoemde applicaties worden
getest op hun robuustheid.
Bart van der Lely (Grontmij) bracht ons tenslotte weer met
de laarzen terug in de klei. Zij gebruiken zelf ontwikkelde,
op specifieke doelen toegesneden programmatuur om in
het veld locatiegebonden informatie in te winnen en te ge
bruiken. Er is bewust gekozen voor een tablet-PC en niet
voor een PDA, omdat het tablet een veel beter bruikbaar
scherm heeft en omdat het eigenlijk een gewone PC is, die
ook elders kan worden ingezet. Het is verstandig om van te
voren steeds goed na te denken over welke data je meegeeft
naar buiten en welke niet. Dit lijkt een open deur, maar is
het niet; het is vooral erg pragmatisch: je hebt alleen maar
last van de zaken die je niet gebruikt. Bij de ontwikkeling
van de software is ernaar gestreefd om de wijze waarop je
ermee werkt uniform te maken. Tenslotte noemde Bart een
groot aantal aansprekende voordelen en valkuilen. Hoewel
de voorbereiding van het werk meer tijd kost wordt dat
meer dan goedgemaakt door het werk buiten. Als je ervoor
zorgt dat men buiten ondersteund wordt door functiona
liteit om problemen met de verwerking binnen te voorko
men betekent dat een forse tijdsbesparing in de nabewer
king en een hogere kwaliteit door controle direct bij de
bron. Voor veel mensen is deze manier van werken extra
motiverend. Een valkuil is datje vergeet om voldoende aan
dacht te besteden aan begeleiding van de mensen die moe
ten omschakelen; ze moeten het niet alleen kunnen maar
ook willen en de kans krijgen om dat te ontdekken. Een an
der moeilijk punt is dat de complexiteit van de informatie
uitwisseling tussen buiten>binnen>buiten behoorlijk kan
toenemen. Afgesloten werd met het statement dat zo'n
mobiel GIS alleen al zijn geld opbrengt doordat de gebuilcer
niet meer zelf steeds zijn kaart moet centreren, maar de
GPS-software dat netjes voor hem doet.
In de geanimeerde discussie werden bovenstaande punten
nog eens uitgemeten (om met een geodetische term af te
sluiten). Overigens bleek ook dat er verschil moet worden
gemaakt tussen massamarkt-producten en functionaliteit
die meer is toegesneden op specifieke werkvelden.
Ilc kon me na deze middag toch niet meer aan de indruk
onttrekken dat dit onderscheid steeds minder relevant
wordt.
GEO-INFO 2004-5
Voor wie de presentaties wil bekijken:
op www.geo-info.nl worden de
presentaties gepubliceerd.