Op Schiphol passeren jaarlijks veertig
miljoen mensen, waaronder zakelijke
reizigers, vakantiegangers en bolletjes
slikkers, en dat vraagt dagelijks onder
houd van de gebouwen, start- en lan
dingsbanen, taxibanen en platforms.
Soms wordt een heel nieuwe baan aan
gelegd of bestaande banen aangepast.
De afdeling Geodesie van Advin levert
daaraan haar bijdrage door het doen
van situatiemetingen, topografieme-
tingen, hoofdmaatvoering bij bouw
werken, volumemetingen, overla-
gingsmetingen, controlemetingen tot
aan deformatiemetingen. Een vlieg
veld is eigenlijk een plak asfalt en be
ton. Bij de aanleg is een strak te hante
ren tijdschema altijd een belangrijke
factor. Alles moet in heel korte tijd ge
regeld worden. Soms wordt met vijf
grote asfaltmachines naast elkaar ge
werkt en dat heeft al zijn invloed op
het maken van bestekken. Naast land
meetkundig werk maakt Advin-geode-
sie ook ontwerpen voor wegrecon-
structies, nodig voor de laag asfalt die
moet worden gelegd, zodat de machi
ne automatisch en GPS- of tachyme-
trisch gestuurd, zijn programma kan
afwerken en de enkele centimeters
dikke zwarte smurrie nauwkeurig op
de goede plaatsen weet uit te smeren.
Ook zijn er nog de revisiemetingen
voor kabels en leidingen. Advin heeft
bij de aanleg van de Polderbaan op
Schiphol ieder kabeltje dat de grond in
ging gemeten. We praten dan over een
AfiUlSEUIS ÉH IWSEWIEUmB
Sectorale Kennis bundeling
tfeifcwu S
De afdelingen van
Advin.
Diepteprofelmeti ng
vanuit een meetboot.
A
tracélengte van circa tachtig kilometer. Momenteel is Advin
bezig met de hoofdmaatvoering van enkele viaducten en de
inmeting van gebouwhoogten. Kortom: Schiphol is vanaf
het begin tot vandaag de dag een dankbare en interessante
werkplek voor Advin.
En heel mooi (en groot) project is de opdracht voor het
Hoogheemraadschap van Rijnland dat de afwatering van
het gebied tussen Haarlem, Amsterdam en Leidschendam
verzorgt, een gebied van ruim 100.000 hectare. Een uitge
breide meetopdracht met als doel om het watersysteem
Rijnland in kaart te brengen. Dat wil zeggen dat alle boe
zemwatergangen in het beheergebied ingemeten moeten
worden om daarna in het Rijnlandse GIS te worden opgeno
men. Dat omvat 1400 1cm watergangen met daarin voorko
mende kunstwerken zoals bruggen, steigers, woonboten,
inlaten en dergelijke. Het meetprogramma bestaat uit twee
delen. Het eerste omvat ruim 300 kilometer bevaarbare wa
tergangen (boezemkanalen en de aan- en afvoerkanalen
naar de gemalen) waarvoor 2.400 diepteprofielen en 16.000
objecten in en langs het water moeten worden gemeten.
Het tweede deel bestaat uit de resterende (1.100 km) water
gangen en boezemwateren met een meer lokale droogleg
gingsfunctie. Voor een concreet beeld van het werkgebied
brengen we een bezoek aan het uitwateringsgemaal in
Gouda, de meest zuidelijke punt van het gebied van het
Hoogheemraadschap. Ing. R. E. van der Zwan, beheerder
van het watersysteem, vertegenwoordigt de opdrachtgever
en geeft een toelichting op de achtergronden van het meet-
werlc: "We hadden wel een GBKN in huis en andere geome
trische informatie, maar voor een optimaal beheer wilden
we zoveel mogelijk gegevens samen opnemen in ons GIS-
systeem. Veel informatie zit nu nog in de hoofden van de
keurmeesters, maar als er een verdwijnt, gaat ook een hoop
kennis verloren. Bovendien blijkt het terrein snel te veran
deren. Met de huidige opdracht wordt voor het eerst in 700
GEO-INFO 2004-6
fcfc* I ng
an rrd
B«i"!aiav*
»lfU ïi.U!
'ÜMW
m (fitETTiri
HcJvin
EHBO
De boezemwateren van het
Hoogheemraadschap Rijnland