culieren. Vooral woonbooteigenaren zijn blijkbaar van al die belangstelling niet zo gediend. De pompen die het water rondom Gouda op peil houden. Meetsysteem en nauwkeurigheid Door het gehele gebied is met behulp van GPS eerst een netwerk van basis- en controlestations gebouwd en in RD en NAP bepaald. Een aantal hiervan fungeert als GPS-referentiestation. In stedelijk gebied, waar de GPS-ont- vangst wel eens problemen geeft, en in bossen, wordt ook traditioneel geme ten met tachymetrie. We volgen de ver richtingen van Jaap die vlak voor het Goudse gemaal zijn instrumenten heeft opgesteld: een referentieontvan ger en een radiozender die het satelliet signaal doorzendt naar de 'rover' in de rugzak van Jaap. Vanaf die plek gaat hij met een GPS-ontvanger gewapend op stap. Het veldboelc toont de gege vens van een punt dat moet worden opgezocht. Een pijl wijst de richting waarin gezocht moet worden. Negen satellieten wijzen de weg tot een vrien delijke stem van een ingebouwde da me meedeelt dat het gezochte punt is bereikt. Van daaruit gaat Jaap verder met het inmeten van nieuwe punten van objecten en voert wat gegevens in zoals puntnummer, begin- of eindpunt van de meting, soort punt en de initia len van de landmeter. Daarna worden codes toegevoegd voor materiaalsoort (houten of stenen paal), steigeronder deel en de staat van onderhoud. Met 11 1 een druk op 'meten' worden alle gegevens inclusief de ge meten coördinaten (x, y en z), vastgelegd en getoond op het display. De aardige dame zegt weer dat het goed is. Vanaf het punt op de verharde weg boven op de dijk loopt de me ting langzaam maar zeker omlaag richting waterkant en nemen we afscheid van Jaap. De in het veld verzamelde meetgegevens worden groten deels geautomatiseerd verwerkt voordat het eindresultaat aan Rijnland wordt afgeleverd. Daartoe moeten ze eerst wor den omgezet naar het gewenste formaat, zodat ze kunnen worden opgeslagen in het GIS-systeem. Vanuit de database zijn dan de gegevens van alle watergangen en de daarbij be horende objecten op eenvoudige wijze te ontsluiten en te ge bruiken bij de diverse taken die het Hoogheemraadschap moet uitvoeren. Afgesproken is dat bij de metingen in het horizontale vlak een maximale afwijking van 15 cm mag zijn. Voor de NAP-hoogte geldt voor vaste objecten 3 cm, voor grasoppervlakten maximaal 5 cm. De metingen voor de eerste fase zijn inmiddels gereed, het tweede deel (de 1100 km andere watergangen) moet in 2006 zijn afgerond. Of het oude gemaal in Gouda zelf nog een lang leven is beschoren kan moeilijk worden voorspeld. Volgens de trotse beheerder Frank van der Heijden kan het nog jaren mee. De goed onderhouden pompmachines staan met motoren van 540 pk nog steeds hun mannetje en kunnen anderhalve kubieke meter per seconde verzetten. Ze zijn daarmee zeer wel in staat om de gewenste waterpeilen in de polders te realiseren ook al moeten er heel wat kubieke meters worden wegge pompt om vijf centimeter verhoging of verlaging te berei ken. Voorlopig blijft Frank doorgaan met regelmatig onder houd van de installaties want ook een nieuw gemaal wordt niet in enkele dagen gebouwd. 26l GEO-INFO 2004-6 iHPsat*1'" ■atupw* y

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2004 | | pagina 23