Huilend kindje in
Girkombo.
paar honderd meter lopen. De plek is omgeven met mooie
vlinders. Gelukkig hebben deze mensen nog niet gesnoept
van de palmwijn en is het een vredelievend dorpje geble
ven. Het enige voedsel dat er is zijn sesamzaadjes, cassave
en af en toe een ei. Meer is er niet, meer zal er ook niet ko
men. Er is geen geld, er zijn geen vervoersmiddelen en het
eerstvolgende dorpje is dertig kilometer verderop. De gerin
ge toegankelijkheid van de dorpjes en van de CAR zelf is een
van de grootste problemen voor de economische ontwikke
ling. Het lijkt idylisch, een dorpje dat zelfvoorzienend is
met tuintjes, kippen en geiten tussen de lemen huisjes. Met
een belevingswereld die reikt tot aan het volgende dorpje.
Echter gezondheid is de grootste zorg. Wanneer je hier ziek
wordt is de romantiek er snel af. De kinderen hebben wor
men in hun buik en hun benen en voetjes zijn bedekt met
lelijke plekken en zweren. Toch doen de bewoners zich erg
gelukkig voor en ook hier worden we weer hartelijk verwel
komt. De kinderen hebben nog nooit blanken gezien. Eén
voor één beginnen ze te huilen en zich achter ouders te ver
bergen, alsof we monsters zijn uit hun ergste nachtmerrie.
De volwassenen vinden dit uiterst ammusant en lachen om
hun kinderen. Al na een paar minuten is de nieuwigheid er
af en durven enkelen ons zelfs een hand te geven.
We vertellen Demina dat we nu het woud in moeten trek
ken en op het zwaartepunt de nacht door zullen brengen.
Hij begrijpt er niks van, de chef had hem daarover niks ver
teld. Hij staat niet te springen voor dit avontuur. Gelukkig
is er een man uit Girkombo, Ngaté, die de omgeving kent en
meteen naar zijn huisje rent om zijn geweer en snuiftabak
te halen. Nadat we de bromfietsen in een schuurtje hebben
gezet besluit ook Demina om mee te gaan. Kleine paadjes
door het woud vergemakkelijken de tocht. Af en toe is het
nodig om van het zwaartepunt af te lopen om zo dichte
stukken woud te omzeilen. Twee kilometer van het doel
hoor ik gezang en tromgeroffel. Een nomadenvrouwtje met Kampvuur.
haar twee dochters en drie ezels komen ons tegemoet. Ilc
vind het erg spannend om al zo dichtbij te zijn en te weten
dat het nu bijna niet meer kan mislukken. Mijn mijmerin
gen worden onderbroken als ik bijna op een slang trap die
van luiigheid niet is weggekropen. Al na ander half uur en
weinig moeilijkheden zijn we aangekomen bij de laatste
honderd meter.
J>
■it t
En dan sta ik werkelijk met mijn GPS
in de hand op het zwaartepunt van
Afrika. Het voelt goed, al gebeurt er
verder niks. Het is een open plek waar
veel grote poreuze stenen liggen.
Naast de vierkante meter die nu be
noemt is tot zwaartepunt, zijn nog de
overblijfselen te zien van een uitge
storven mierenhoop. Er ligt as op de
grond wat aangeeft dat niet al te lang
geleden vuur hier alles heeft verwoest en gezorgd heeft Nomaden.
voor een nieuw vruchtbaar begin. Demina en Ngate weten
niet zo goed wat te doen op deze plek. Afwachtend zitten ze
tegen een boom. Honderden bijen doen de lucht gonzen,
tot twee keer toe laat ilc me prikken onder mijn oksel. Ook
wemelt het van de irritante vliegen. Het liefst kruipen ze in
mijn oor en willen ze van mijn oogvocht drinken. De
schoonheid van deze plek zit hem niet in de visuele waarde,
maar in de gevoelswaarde die het
zwaartepunt van Afrika voor mij heeft.
Het is het hart van Afrika. Een reis van
140 dagen, door zestien landen (Neder
land, Belgie, Frankrijk, Spanje, Marok
ko, Mauritanië, Senegal, Gambia, Mali,
Burkina Faso, Ghana, Togo, Benin, Ni
geria, Kameroen en Centraal Afrikaan
se Republiek) heeft me hier gebracht.
In totaal hebben we 14.677 1cm afge
legd (volgens voorlopige berekenin
gen). De gifgroene struikjes die tussen
de bomen staan zullen binnenkort
door de hitte dezelfde kleur als het ho
ge dorre gras krijgen. Ngaté en Dem
ina hakken ze met hun hakmes af om
er een bed van te maken. Het wordt al
donker, gauw zorg ik voor een vuurtje
om de meegenomen macaroni klaar te
maken. Voor mij is dit een vredige
plek. Nu het donker is en de bijen en
vliegen tot rust gekomen zijn is het erg
stil geworden. De bomen in de nacht
die me normaal angst aan zouden ja
gen met hun donkere schimmen staan
geduldig te wachten. Misschien komt
het omdat ze naar boven wijzen en
niet van die breed uitstekende takken
hebben. Ilc had me Blairwitch-achtige
gevoelens voorgesteld in een woud zo
ver van huis. Maar vredig val ilc in
slaap.
Als ilc wakker wordt herinner ilc me
meteen mijn droom. Tientallen bewo
ners van deze plek kwamen langs om
mij een hand te geven en welkom te
heten, ook boden ze me van alles aan.
Iemand zei tegen me "In tijd komen
overledenen voorbij". Wanneer we
terug lopen maakt Ngaté een inkeping
in de boom die op de plek staat waar
we het zandpad kruisen. Om de plek
terug te kunnen vinden? Alhoewel
Demina en Ngate deze reis een beetje
vreemd leken te vinden vertellen ze nu
vol trots aan iedereen die we tegen ko
men dat zij op het zwaartepunt van
Afrika zijn geweest. Als we terug zijn
in Delcoa kent het hele dorp de legende
van het zwaartepunt. Het zou me niet
verbazen als ze er met z'n allen een
keer heen gaan. Zelf heb ilc het zwaar
tepunt gemarkeerd door de vierkante
meter voor een paar centimeter uit te
graven. De tijd zal er voor zorgen dat
de plelc over een aantal maanden niet
meer te onderscheiden is. Of er moet
iemand zijn die de plelc bijhoud. Ilc ben
dan ook erg benieuwd wat ilc zou aan
treffen als ilc over een aantal jaren
terug kom.
GEO-INFO 2004-6
Tj
268
u
r1