Het informatie- of contentsegment bestaat uit twee lagen: Informatiediensten: Hiervan is sprake als informatiever spreiding op min of meer geïnstitutionaliseerde wijze plaatsvindt. Bij informatiediensten kan worden gedacht aan (commerciële) zendstations, TV-zenders en (internet-) service providers; Informatie: Informatie wordt omschreven als betekenis volle data welke op een bepaalde wijze is getranspor teerd. Voorbeelden zijn een televisieprogramma of ver keersinformatie. Het beschreven lagenmodel [10] is recentelijk door Bek kers en Smits [2] geïntegreerd met een ander traditioneel model uit de telecommunicatie: het model van de infor- matieverlceerspatronen [3]. Zij hebben een conceptueel model ontwikkeld waarin vier grondvormen van informa- tieverlceerspatronen worden onderscheiden. Een informa- tieverlceerspatroon geeft de onderlinge verhouding aan tussen de actoren in het communicatieproces. Het definië ren van de grondvormen vindt plaats op basis van twee vragen: "wie bepaalt onderwerp en tijdsbestek van de be schikbare informatie?" en "uit welke informatiebron wordt geput?". De vier onderscheiden grondvormen zijn: Allocutie: Op initiatief van het centrum wordt infor matie verspreid naar individuen. Kenmerkend is de rol van de regulator, die noodzakelijk is om versto ring van de communicatie te voorkomen. Andere partijen kunnen namelijk niet ingrijpen op het onder werp en hebben zo geen andere keuze dan te "luiste ren". Voorbeelden hiervan zijn ether- en kabel omroep, RDS-berichten en cellbroadcasting via het GSM-netwerlc; Consultatie: Op initiatief van het indi vidu wordt informatie opgevraagd bij een centrum. Het individu bepaalt het onderwerp, tijdstip en tempo. Voor beelden zijn Teletekst en Internet; Registratie: Op initiatief van het centrum wordt informatie opge vraagd bij individuen. Het centrum bepaalt onderwerp, tijdstip en tem po. Voorbeelden zijn remote sen sing en het inwinnen van verkeers informatie middels GSM-telefoons; Conversatie: Op initiatief van het in dividu wordt informatie opge vraagd en gedeeld met andere indi viduen. Het individu bepaalt onder werp, tijdstip en tempo. Kenmer kend is de gelijkwaardigheid van individuen. Voorbeelden van conversatie zijn Video-Conferen cing en een telefoongesprek. De inhoud van informatie van centrale informatiebronnen kent een collectief karakter, terwijl bij individuele infor matiebronnen de inhoud van de bron individueel is bepaald. Doordat eigen dom, toegang en distributie van infor matie een rol speelt, worden kopie-, distributie- en privacy-rechten rele vant. Naast een meer juridische bena dering kan ook vanuit een economi sche benadering worden geredeneerd. Fig. 3. Het lagenmodel en informatieverkeers- patronen (Bekkers en Smits, 1999) Registratie Allocutie Conversatie Consultatie GEO-INFO 2004-6 A a

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2004 | | pagina 34