Bij het georefereren van de Bonnelcaarten is geen rekening gehouden met het verschil tussen de Bonneprojectie en de stereografische projectie van het RD-stelsel. Ook dit draagt bij aan het ontstaan van geometrische afwijkingen in de di gitale kaart. In de praktijk blijken de geometrische afwij- Fig. 3a. De zwart/wit stippellijn geeft het gebied weer waarvan de lcingen vooral veroorzaakt te worden door vervormingen reflectiewaarden uit van het papier en onnauwkeurigheden van de basislcarte- ring. De afwijkingen na geometrische correctie liggen voor de Bonnelcaarten rond de twintig meter ten opzichte van de RD-coördinaten vergeleken met het ToplOVector-bestand. Oudere edities vertonen grotere afwijkingen die zelfs ver schillen binnen één lcaartblad. de scan gebruikt wordt voor het opstellen van het profiel voor de klasse gr ast stap 3 basisclassificatie Op basis van de onderscheidende kaartlcleuren in de legen da van de kaart is een legenda van grondgebruiksklassen opgesteld. De onderstaande grondgebruiksklassen kunnen op de Bonnelcaart worden onderscheiden. Fig. 3b. RGB Profielen voor drie klassen grondgebruik. Tabel 1. Onderscheiden klassen met grondgebruik in HGN 1 Gras 2 akker/kale grond 3 heide/hoogveen 4 Loofbos 5 Naaldbos 6 bebouwd/wegen 7 water 8 rietmoeras 9 stuifzand/zandplaat 10 overig Het classificatieproces bestaat uit het omzetten van de RGB- kleuren in de scan naar de tien gewenste grondgebruikklas sen. De ouderdom van de kaarten heeft echter wel verkleu ring veroorzaakt waardoor binnen een kaart soms grote Fig. 3 c. Resultaat van de classificatie op basis van het profiel van de klasse graslIn kleurverschillen optreden. Voor het omzetten van de scans de ondergrond is de naar een grondgebruiksbestand is de supervised classification scan nog zichtbaar. methode uit het programma Erdas/Imagine 8.4 gebruikt. Hierbij wordt op de scan per klasse een relevante pixel aan gewezen. Op basis van de RGB-lcleurwaarde van de aangewe zen pixel zoekt het programma naar buurpixels met over eenkomstige kleurwaarden (fig. 3a). Op deze manier wordt het profiel voor de geselecteerde klasse opgesteld (fig. 3b). Het profiel bevat een statistische beschrijving van de RGB- kleurwaarden voor deze specifieke klasse. Vervolgens wor den alle pixels op de kaart of in een geselecteerd gebied ver geleken met het profiel volgens de box classifier methode. Valt een RGB-waarde van een pixel binnen het profiel van de klasse, dan wordt deze aan de klasse toegekend (fig. 3c). Door voor alle gewenste klassen een profiel op te stellen wordt het lcaartblad geclassificeerd (fig. 3d). Soms zijn de kleuren op de kaart zo variabel dat er voor een klasse meerdere profielen moeten worden opgesteld om tot een acceptabel resultaat te komen (fig. 3e). Wel blijft er altijd een restklasse 'niet-geclas- sificeerd' over. Dat zijn de pixels die aan geen enkel profiel voldoen. Voorbeelden daarvan zijn lcartografische elemen ten als tekst, arceringen en het coördinatengrid. Deze rest klasse verdwijnt tijdens de volgende stap: de aggregatie. Fig. 3d. Resultaat van de classificatie met de profielen van alle klassen. In de ondergrond zijn nog delen van de scan zichtbaar. Dit proces moet voor ieder lcaartblad opnieuw worden uit gevoerd, de kleurverschillen tussen de verschillende lcaart- bladen zijn te groot om de opgestelde profielen te kunnen hergebruiken. Fig. 3 e. Overzicht van alle aangemaakte klassen. Voor sommige klassen zijn meerdere profielen opgesteld stap 4: handmatige correcties Het is niet mogelijk om alle grondgebruiksklassen automa- (gras, heide,water). tisch te classificeren. De klasse 'Rietmoeras' wordt op de 5 E T m a Mf n Z38.CT3 232 CDU 24SÜÜÜI Mvénm 1 Mttinifl 255.000 Z4&Q0Q 235 QP0 221000 2*0. om M'iwnm M.umin lffiLDCD 77.000 109.000 GEO-INFO 2004-6 y 246 \A j f m srmol t aa co d ia* mol mom mom 2% om m.m

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2004 | | pagina 8