lij ke gegevens set te veel gaat afwijken
van de streeflcwaliteit. Er is besloten
deze meting van de gegevenslcwaliteit
jaarlijks te gaan herhalen, zodat de ge
gevenslcwaliteit over een lange periode
in de gaten wordt gehouden. Hieraan
heeft de Kwaliteitsmonitor dan ook
haar naam te danken. Vorig jaar heeft
DataLand de eerste Kwaliteitsmonitor
Gebouwen uitgevoerd [2]. Dit was een
nulmeting van de kwaliteit van ge
bouw- en adresgegevens van de ge
meenten. Deze meting is de basis ge
weest voor de streeflcwaliteit. Dit is
een richtlijn voor de kwaliteitsverbete
ringvan gebouw- en adresgegevens. De
enthousiaste ontvangst van de resulta
ten van de eerste Kwaliteitsmonitor
was een belangrijke motivatie om de
Kwaliteitsmonitor jaarlijks te herha
len. Het resultaat is de tweede Kwali
teitsmonitor Gebouwen en Adressen
die in februari 2004 is uitgebracht [3].
Door de periodieke controle van de kwa
liteit van gebouw- en adresgegevens via
de Kwaliteitsmonitor draagt DataLand
bij aan de positionering van de gemeen
telijke vastgoedgegevens binnen het ka
der van de Basis Registraties Gebouwen
en Adressen. De basisregistratie eist on
der andere een stringent regime van
kwaliteitsborging. De Kwaliteitsmonitor
past goed binnen dat kader.
Kwaliteitsparameters
Om de kwaliteit van gegevens uit te
drukken, lean gebruik worden ge
maakt van een breed scala aan para
meters. Er is voor gekozen gebruik te
maken van objectief meetbare parame
ters die vanuit een kantooromgeving
zijn te onderzoeken. Er is bewust voor
gekozen niet het veld in te gaan en de
kwaliteit van de vastgoedgegevens aan
de hand van schouwingen te onderzoe
ken. Het grote aantal geregistreerde
gebouwen maakt dit voor een organi
satie die bestaat uit drie parttimers
niet haalbaar.
De volgende vier parameters zijn in de
Kwaliteitsmonitor gebruikt:
het aantal gebouwlcenmerlcen dat
wordt geleverd;
volledigheid;
actualiteit;
gebruikte definitie (en eventuele
classificatie) per gebouwlcenmerlc.
Fig. 2.
Kaart DataLand.
13 mei 20Q4
'h
participatie
besluitvorming
Het aantal geleverde gebouwlcenmerlcen is afhankelijk van
de bedrijfsprocessen van de aanleverende gemeenten. Er
wordt geen "minimum aantal te leveren gebouwlcenmer
lcen" gehanteerd. Wanneer een gemeente binnen haar pro
cessen toe lean komen met vijf gebouwlcenmerken dan
hoeft zij alleen deze vijf gebouwlcenmerlcen te leveren. In
de tweede plaats wordt het aantal geleverde gebouwlcen
merlcen beperkt door het feit dat niet iedere gemeente zelf
de beheerder is van de gemeentelijke topografie. Alleen
wanneer een gemeente zelf het beheer heeft over de ge
meentelijke topografie mag en lean zij overgaan tot het uit
leveren van de coördinaten.
De volledigheid is gebaseerd op de vullingsgraad van de ken
merken ten opzicht van het aantal geleverde objecten dat
door DataLand wordt geregistreerd. Wanneer een gemeente
gegevens aanlevert, is zij verplicht om voor ieder kenmerk
aan te geven welke definitie (en eventueel classificatie) zij
hanteert. Deze ldest een gemeente uit het gegevenswoorden-
boelc van DataLand. De gemeenten worden gestimuleerd zo
veel mogelijk gebruik te maken van landelijke standaards
zoals GFO-Basisgegevens en NEN 5825. De gekozen definitie
(en classificatie) legt per kenmerk vast welke waarden voor
mogen komen. Dit wordt het domein genoemd. Vervolgens
controleert de door DataLand ter beschikking gestelde soft-
waremodule per kenmerk hoeveel procent van de objecten
een waarde heeft die binnen het domein valt van het lcen-
GEO-INFO 2004-7/8
DataLand-Gemeenten