Rob van de Velde Minister van Bestuurlijke vernieuw ing, Thom de Graaf, heeft in december 2003 de Kabinetsvisie Andere Overheid gepresenteerd. In het hoofdlijnenak koord van Balkenende II was al aange geven dat het Kabinet wil overgaan tot een forse herstructurering van de over heid. De Andere Overheid moet veel minder regels stellen, slagvaardiger zijn, meer presteren en tegelijk beter luisteren naar de burgers en bedrijven. Dat het menens is, blijkt uit het tege lijk gepresenteerde Actieprogramma Andere Overheid. In dit programma worden scherpe doelstellingen gefor muleerd op het gebied van elektroni sche dienstverlening, sanering van re gels en versterking van de uitvoering van beleid. Overheidsorganisaties wor den via benchmarks permanent verge leken op hun effectiviteit. Zo wil het Kabinet in 2007 alle overheidsbeslui ten met een wettelijk karakter via internet toegankelijk maken. En in 2007 moet 65% van de publieke dienst verlening (van rijk, provincies en ge meenten) plaatsvinden via het inter net. Minister Gerrit Zalm (Financiën) heeft aangegeven de departementen te gaan afrekenen op de doelstelling om de administratieve lasten voor burgers en bedrijven met 25% te laten vermin deren in 2006. Als ik de nota Andere Overheid lees en luister naar de plannen en de reacties tijdens het Publieke Sector Debat, be kruipt me een dubbel gevoel. Met veel belangstelling lees ik over de haperin gen tussen overheid en burger. Knap ook, hoe de streefbeelden in concrete doelstellingen worden vertaald. Maar toch slaat de vonk niet over. Er is een weldaad aan analyses maar hoe ziet de Andere Overheid er eigenlijk uit? Wat zijn echte lichtende voorbeelden die werken in de praktijk?! Die moeten er toch zijn! In mei 2004 kwam, met steun van het Ministerie van Economi sche Zaken, de initiatiefgroep Belgen- doenhetbeter.nl met een mooi boek werk over Hollandse Helden. De Bel gen doen het nog steeds beter maar volgens de auteurs hebben we in Nederland gelukkig ook goede voor beelden van een moderne, andere overheid. Nog een keer de nota's doorbladerend kom ik een korte passage tegen over de basisregistraties. Het Kabinet belooft dat de benodigde wetgeving over de verplicht te gebruiken basisgegevens over personen, bedrijven, gebouwen, vastgoed, adressen en topografie uiter lijk in 2007 zal zijn ingediend bij de Tweede Kamer, met een voorbehoud voor het Gebouwenregister. Dat is goed nieuws voor de geo-informatie- voorziening maar komt wel te laat om nog invloed te hebben op de Andere Overheid in de komende vier jaren. BsiK Ruimte voor geo-informatie dan? Nee, dat geld is virtueel al zo vaak uit gegeven en wordt voordat we het we ten schaamgeld, om gebrek aan eigen daadkracht te verbergen. Stel dat geo-data en geo-ict inderdaad - zoals vaak beweerd - kritische factoren zijn voor een betere afstemming van overheidsbeleid en een effectieve elektronische dienstverlening van bur gers en ondernemers, wat zijn dan de meest voor de hand liggende verande ringen die binnen één of twee jaar al tot resultaten kunnen leiden Laat ik eens een poging wagen voor een drie puntenagenda voor de Rijksoverheid. 1. De drie meeste verGISte departe menten (V&W, VROM en LNV) inclu sief agentschappen en ZBO's gaan op zo kort mogelijke termijn na wat ieders meest inspirerende voorbeel den van GIS-innovaties zijn en spre ken uit de daarvoor ontwikkelde kennis en infrastructuur maximaal te willen ontsluiten en hergebrui ken. 2. Op de websites van de ministeries is er nu nog slechts beperkte geo-func- tionaliteit, waarmee de toeganke lijkheid van overheidsinformatie wordt verbeterd of digitale dienst verlening kan worden geboden. Kleine maar belangrijke successen zijn de intake (digitaliseren via het Web) van grondgebruiksinformatie door agrariërs via het LNVLolcet en het opvragen van online informatie bij het Kadaster. Om met meer vaart de elektronische dienstverlening te verbeteren slaan de departementen de handen ineen waarbij ze geza menlijk verantwoordelijkheid ne men voor de aanbesteding, ontwerp en realisatie van internet GIS-func- tionaliteit voor het raadplegen, mu teren en presenteren van ruimte lijke informatie. Naast effïciency- voordelen, wordt hiermee gegaran deerd dat bezoekers van de departe mentale sites sneller hun informatie kunnen vinden en ver trouwd raken met dezelfde geo- webinterfaces. 3. Om informatievragen van andere overheden (provincies, gemeenten, waterschappen) effectiever te kun nen afhandelen, richten de departe menten samen een digitaal G2G geo-loket in. In overleg met IPO, VNG en UvW worden eisen gefor muleerd voor de dagelijkse praktijk van intake, doorlooptijd en eventu ele gebruiksbeperkingen. Zal dit genoeg zijn? De verleiding is groot is om meer te willen en natuur lijk is er nog veel meer te doen. Denk alleen maar aan het afronden van uit stekende initiatieven als het project DURP van VROM, de exploitatie van de GBKN en de voorbereidingen voor de basisregistraties. Volgens mij moet het kunnen. Onze Vlaamse collega's heb ben het ons met het GIS Vlaanderen al in belangrijke mate voorgedaan. Wie doet er mee? Rob van de Velde Programma-manager GIS bij de Dienst Landelijk Gebied, een uitvoerings organisatie van het Ministerie van LNV. Hij is tevens verbonden aan het SPINlab van de Vrije Universiteit. Reacties op deze column zijn welkom naar r.j.vdvelde@minlnv.nl GEO-INFO 2004-7/8 K Geo-lnfo in Praktijk De Andere Overheid 323

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2004 | | pagina 33