cier de kabel en leidingeninformatie op dezelfde wijze
aangeleverd als de gemeente Y. Zoals reeds in eerdere
onderzoeken is beschreven kunnen de protocollen op
twee wijzen worden gerealiseerd: door de markt en door
de overheid. Beide manieren hebben voor- en nadelen.
Een door de markt ontwikkeld protocol wordt meer ge
dragen, echter de doorlooptijd is relatief lang. Een door
de overheid ontwikkeld protocol kan relatief snel wor
den gerealiseerd, echter de acceptatie zal lager zijn
[COB, 2003]. Aangezien de vraag naar ruimtelijke infor
matie meer en meer toeneemt gaat de voorkeur uit naar
een initiatief vanuit de overheid.
Er is een aantal protocollen waarin entiteiten van data staan
beschreven. Enkele voorbeelden zijn IMRO, Adventus en
waarschijnlijk de bekendste NEN 3610/ NEN 1878. Deze pro
tocollen kunnen als basis dienen voor het model, waarin de
dataoverdracht van leverancier naar gemeente wordt be
schreven. Het te ontwikkelen model moet niet te ingewik
keld en zelfs redelijk plat zijn. In veel gevallen voldoet een
voudige, transparante informatie al. Men is bijvoorbeeld op
een locatie geïnteresseerd in de ligging van kabels en leidin
gen en de aanwezigheid van eventuele milieuvervuiling. Als
dan ook nog de bestemming voor de komende acht jaar
daarbij opgevraagd kan worden en van wie de betreffende
percelen zijn, dan is dat vaak voldoende. Indien er additio
nele informatie noodzakelijk is kan dit via de gemeente wor
den opgevraagd. Of men wordt door de gemeente doorver
wezen naar de leverancier van de betreffende informatie.
Een ander belangrijk punt dat in het protocol moet worden
beschreven, is de juridische verantwoordelijkheid voor de in
het geololcet gepresenteerde data. De gemeente is verant
woordelijk voor een deel van de data, maar is voor een groot
deel afhankelijk van derden. Er moet duidelijkheid worden
gegeven over de bron van de data. Wie is de leverancier van
deze kabel of door wie is dit bestemmingsplan afgegeven.
Het moet voor de uiteindelijke gebruiker direct inzichtelijk
zijn van wie de geleverde data afkomstig zijn, zodat hij bij
hiaten of andere problemen direct met de betrokkenen kan
communiceren. Als laatste moet binnen het protocol duide
lijkheid worden gegeven over de precisie en betrouwbaar
heid van de gegevens. Met name bij kabels en leidingen is
Werking geoloket voor grondroerder
Betrokkenen krijgen een login account voor het geoloket om de kabel- en leidingengege-
vens te raadplegen. Op de website kunnen zij, tegen betaling, via diverse mogelijkheden
de data ontsluiten, bijvoorbeeld door middel van het intypen van een adres of via een gra
fische module waarbij ze door inzoomen en aangeven van een zone (polygoon) een be
paald gebied selecteren. Op het scherm verschijnt zowel een grafisch als een administra
tief overzicht. Op het grafische overzicht staat een kaart met de leidingen in diverse kleu
ren geordend naar gebruik (water blauw, elektra rood, e.d.). Daarbij staat ook een be
schrijving van de precisie en betrouwbaarheid van de leiding (eventueel in een code). In de
administratieve lijst staan de eigenaren van de kabels en leidingen inclusief NAW-gege-
vens en contactpersonen, zodat bij vragen direct contact opgenomen kan worden met de
juiste persoon. Als onderlegger van het grafische bestand wordt de GBKN gehanteerd, die
middels een link direct van het LSV wordt overgenomen, zodat deze altijd zo up-to-date
mogelijk is. De kaart kan in PDF-formaat (of een ander niet te bewerken formaat) worden
uitgedraaid op een aantal vooraf gedefinieerde schalen. Daarbij kan ook de administratie
ve lijst worden uitgedraaid. De betrokkene heeft nu de laatste en meest accurate informa
tie en kan gaan graven.
het belangrijk te weten wat de oor
sprong van het digitale bestand is, bij
voorbeeld is het bestand opgebouwd
door terrestrische meting of door digi
talisering?
Wettelijk kader pure
noodzaak
De overheid heeft naast het opstellen
van het overdrachtsprotocol nog een
belangrijke taak. Het juist functione
ren van een geoloket kan alleen ge
beuren als de data ook daadwerkelijk
benaderbaar is, bijvoorbeeld op het ge
bied van kabels en leidingen is er tot
nu toe weinig geregeld. Kabel- en lei
dingeninformatie kan worden verkre
gen via het KLIC. Het KLIC is echter een
vrijwillig meldpunt dat fungeert als
intermediair tussen gravers en lcabel-
eigenaren. Gravers melden aan KLIC
tenminste drie dagen van tevoren
waar zij gaan graven, het KLIC geeft
dit door aan de betrokken leidingeige
naren, die vervolgens rechtstreeks de
graver informeren over de ligging van
de leidingen. Wettelijk is niemand
verplicht om zich iets van het KLIC
aan te trekken. De Hoge Raad oordeelt
bovendien dat via KLIC verkregen in
formatie voor een graver die schade
aanricht, geen garanties biedt. Het is
van belang dat er een wettelijk kader
wordt gecreëerd, waarin kabel- en lei
dingeneigenaren verplicht worden de
registratie conform een afgesproken
protocol te verrichten en ter beschik
king te stellen aan derden. Deze aan
pak zal integraal moeten worden op
gezet en niet sectoraal zoals momen
teel gebeurt. De eisen voor nutsbedrij
ven zullen gelijk zijn aan de eisen
voor de telecom, enz. Naast een ver
plichting om te registreren dient ie
mand die wil graven (bijv. een aanne
mer) ook een wettelijke plicht te heb
ben om het geoloket te raadplegen en
te volgen. Er moeten sancties worden
opgelegd indien men zich niet aan de
afspraken houdt en de veroorzaker
moet ook verantwoordelijk worden
gesteld voor directe schades en gevolg
schades!
Driedimensionale ordening
ondergrond
Al vele jaren is er vanuit de overheid
weinig aandacht besteed aan de onder
grondse infrastructuur. Sinds er diver
se brandbrieven en onthutsende rap-
GEO-INFO 2004-9