den. Een groot aantal Change Detecti- on-technielcen zijn beschikbaar voor digitale beeldverwerking. Ze zijn allen gebaseerd op verschillen in radiantie- waarden of lokale textuur. Calibratie van de data is onontbeerlijk om de nauwkeurigheid te verhogen en er ze ker van te zijn dat de geobserveerde wijzigingen te wijten zijn aan reële veranderingen in grondbedeklcing en niet aan belichting, sensorcalibratie, vochtigheidscondities of atmosferi sche omstandigheden. Er is echter geen 'optimale' Change Detection- technielc: de keuze is sterk afhankelijk van de applicatie [Deer, 2003]. Studiegebied Harare is de hoofdstad en tevens het grootste economische centrum van Zimbabwe. Het ondervond een geleide lijke bevolkingsgroei vanaf de stich ting van de stad rond 1890. In 1998 had Harare ongeveer 1,9 miljoen inwo ners op een oppervlakte van 872 km2, dat overeenkomt met een bevolkings dichtheid van 2179 inwoners/lcm2. Ha rare ontwikkelde zich gedurende lan ge tijd volgens een raciaal schema, waarbij de residentiële gebieden inge deeld werden in voornamelijk twee types. De vroegere blanke residentiële wijken, hoofdzakelijk geclassificeerd als gebieden met een lage bevolkings dichtheid (1000 inwoners/km2) en per ceelsgrootten van gemiddeld ongeveer 4000 m2, vindt men hoofdzakelijk in het noorden en het noordoosten van de stad. In de gebieden met hoge bevol kingsdichtheden, hoofdzakelijk in het zuidwesten van het stedelijk centrum (met de wind mee ten opzichte van de industriële gebieden!), zijn de perceels grootten ongeveer 300 m2. Hoewel sinds de onafhankelijkheid in 1980 de ruimtelijke structuur van de stad niet veranderd is, maakte de raciale ruim telijke differentiatie plaats voor een differentiatie gebaseerd op economi sche verschillen. Data-acquisitie en -verwerking De Landsat-data gebruikt in deze stu die zijn deze van Thematic Mapper (TM) (08-1989) en Enhanced Thematic Fig. 2. Ongeplande verstedelijking. Mapper (ETM+) (08-2002). Subsets van deze beelden werden geogerefereerd, gebaseerd op topografische kaarten met schaal 1:250.000 (UTM zone 36 south) en vervolgens met el kaar, met een fout van minder dan 0,5 pixels. Om verschil len in atmosferische condities, belichtingshoelc en bodem vochtigheid op te vangen werd een regressie tussen beide beelden uitgevoerd. Het intercept en de helling van deze re gressie drukt de offset en aangroei uit nodig om het tweede beeld gelijkaardige karakteristieken te geven als het eerste. Vegetatie Index Verschilmethode Beelden van de genormaliseerde vegetatieverschil index beelden (Normalized Difference Vegetation Index (NDVI)) voor 1989 en 2002 werden aangemaakt. In de eerste metho de werd NDVI2002 afgetrokken van NDVI1989, wat resul teerde in een verschillenlcaart met een grote reeks van waarden, geherlclasseerd in drie categorieën (vegetatietoe name, vegetatieafname en geen verandering). De categorie ën werden door de gebruiker bepaald gebaseerd op limie ten die in het histogram duidelijk zichtbaar waren. In me thode 2 werd deze voorgaande werkwijze licht aangepast. Vooreerst werden de NDVI-waarden van de twee beelden in gedeeld in zes klassen (0-5, gaande van geen bodembedek king tot zeer hoge bodembedekking) gebruik makend van de NDVI vegetatieschaal. Na vergelijking van de herschaal- de NDVI2002 waarden met de NDVI1989 waarden werd een gedetailleerder beeld verkregen van alle mogelijke wijzi gingen in de tijd. Nieuwe bebouwing kon echter niet onder scheiden worden van vegetatieafname en beide activiteiten werden geclassificeerd als een negatieve verandering in de NDVI-analyse. Genormaliseerde Beeld Verschilmethode Bij de derde methode werd een vergelijking gemaakt van de genormaliseerde beelden. Genormaliseerde beelden uit re- gressieverschillen werden van elkaar afgetrokken en geclassi ficeerd gebaseerd op de twee hierboven besproken methodes. Principal Component Analysis Banden 2,3,4 van beide beelden werden onderworpen aan PCA, een lineaire transformatie waar een nieuw orthogo- GEO-INFO 2004-9 Materialen, Methodologie

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2004 | | pagina 39