Geo-Atlas van Nederland
De Geo-Atlas van Nederland. 2 CD's: CD 1Ondiepe ondergrond van Nederland en de Noord
zee; CD 2 3D Atlas van de diepe ondergrond van Nederland. Uitgave Nederlands Instituut
voor Toegepaste Geowetenschappen TNO. Productie ETI, Amsterdam. Prijs 20,00 incl. ver
zendkosten. Utrecht: NTTG-TNO 2003.
Nadat eerder de Geologie van
Nederland, de Geologie van Lim
burg, Utrecht resp. Zuid-Holland op
CD-ROM uitkwamen, heeft het NITG
nu ook een ruimtelijk model van de
diepe ondergrond van Nederland
evenals een aantal overzichtskaarten,
verdeeld over twee CD's, beschikbaar
gesteld. Op de eerste CD staat een aan
tal kaarten van Nederland en het
Nederlandse deel van het continenta
le plat van de Noordzee. Het zijn een
hoogtekaart, een kaart van de samen
stelling van het sediment aan de op
pervlakte, van de dikte van het holoce-
ne pakket, van de formaties aan het
oppervlak, van de formaties aan de bo
venkant van het Pleistoceen, van de
diepte van de bovenkant van het
Pleistoceen, een kaart van de diepe
geulen ontstaan tijdens de Elsterien
ijstijd, en een kaart van de landvor-
men zoals achtergelaten door de laat
ste, Saalien ijstijd. Bovendien zijn er
twee kaarten van de diepe ondergrond
en drie kaarten van de ondergrond in
ons land. Bij de kaarten horen een
pop-up-legenda en -toelichting. Met
zijn papieren producten heeft de NITG
een naam te verliezen waar het de
Om in Nederland een vergelijkba
re precisie te krijgen als van de
Nederlandse geoïde, is voor geschat
te GPS-hoogteverschillen een precisie
nodig van 5 mm. Deze precisie kan
bij adequate modellering gehaald
worden voor datasets van 24 uur. Pre
cieze GPS-waterpassing vereist een
zorgvuldige modellering van tropos-
ferische vertragingen, welke fysi
sche, functionele en stochastische
aspecten heeft.
randinformatie betreft; die is bij deze
digitale kaarten echter nogal beperkt.
De tinten uit de legenda zijn niet opti
maal gekozen om goed tussen de ei
genschappen van de gekarteerde ge
bieden te kunnen differentiëren.
De tweede CD stelt ons in staat in de
diepe ondergrond van Nederland te
kijken, tot circa vijfduizend meter.
Met de door NITG-TNO zelf ontwikkel
de 3D-viewer kan men een model van
die ondergrond laten draaien in alle
richtingen, de derde dimensie verscha
len, zoomen en pannen: men lean la
gen selecteren en nagaan hoe hun lig
ging met betrekking tot andere lagen
is. Bovendien kan men op willekeurige
De fysische modellering omvat zenit-
vertragingen voor de hydrostatische
en natte component en zenithoekaf-
hankelijlce 'mapping'-functies. Omdat
de hoeveelheid waterdamp in de atmo
sfeer sterk fluctueert en omdat de hier
door veroorzaakte vertragingen van
de GPS-signalen de hoogtecomponent
sterk beïnvloeden, resulteert a priori
modellering van deze vertragingen in
een onvoldoende precisie van de hoog
teverschillen. Parameterizeren van de
plaatsen een dwarsdoorsnede door de
ondergrond maken, bijvoorbeeld door
het punt van de eigen woonplaats
waardoor te zien is wat er zich hoe
diep onder ons bevindt. De kleuren
van de lagen kan men zelf bijstellen,
Voor zover nagegaan kon worden is de
vrij complexe handleiding alleen in
het Engels beschikbaar. De 3D-viewer
is een aardige applicatie, die na enige
oefening het verloop van de lagen in
de ondergrond goed inzichtelijk lean
maken. Er wordt bij die lagen gediffe
rentieerd tussen North Sea Super
group, Chalk group, Rijnland group,
Upper Jurassic group, Altena group,
Triassic super group, Zechstein group,
Upper Rotliegendes group. De tijd
schaal op de eerste CD geeft hier geen
uitsluitsel over, maar met enige ver
beelding moet dit te relateren zijn aan
meer traditioneel bekende begrippen
als Kwartair, Tertiair, Krijt, Jura,
Trias en Perm. De beelden zijn nog te
combineren met de breuklijnen, en
topografie.
Het NITG is nu bezig met de opbouw
van een veel gedetailleerder model van
de Tertiaire en Kwartaire formaties
waarin ook de lithologische eigen
schappen van de gesteentes zullen
worden opgeslagen.
Ferjan Ormeling
troposferische vertraging in het functi
onele model is daarom nodig, althans
voor middellange en lange basislijnen.
Het waarnemingsmodel kan verder
worden versterkt met pseudowaarne-
mingen. Deze pseudo-waarnemingen
kunnen spatieel-temporele troposfeer-
constraints zijn of constraints op
schuine restvertragingen. Met het
tweede soort constraints wordt de tro
posferische isotropieaanname losgela
ten. Voor de corresponderende covari-
antiematrix is een bestaand theore
tisch model herzien. De stochastische
modellering van beide typen con
straints is gebaseerd op de aanname
van Kolmogorov-turbulentie.
De waarnemingsmodellen kunnen
worden geïmplementeerd in een re-
Troposfeermodellering en -filtering voor precieze GPS-waterpassing
Dr.ir. Frank Kleijer is op 13 april 2004 gepromoveerd op een onderzoek naar dit onderwerp
bij de sectie MGP aan de TU Delft. Het proefschrift is als nr. 56 verschenen in de reeks Publi
cations on Geodesy, uitgegeven door de Nederlandse Commissie voor Geodesie, met 260
pagina's Engelstalig, ISBN 90 6132 284 7. De dissertatie komt ook beschikbaar op de
website van de bibliotheek van de TU Delft (//www.library.tudelft.nl/disserlations/disser
tations_2004/diss_2004.htmlOmdat het onderwerp zich minder leent voor een bespreking,
volgt hier de Nederlandstalige samenvatting uit het boek.
Gco3DJ Viewer Version 2.0
Public Version
GEO-INFO 2004-9