Bij de Nieuwe NAP-publicatie hoort een nieuw geoïdemodel voor Nederland. Een geoïdemodel wordt namelijk gebruikt om GPS-hoogtes om te kunnen rekenen naar NAP-hoogtes. Bij de berekening wordt de geoïde ingepast op de NAP-hoog tes van een aantal GPS-punten. Als de NAP-hoogtes hiervan veranderen, dan moet het geoïdemodel meeveranderen. De ze gelegenheid is tevens aangegrepen om het geoïdemodel op een aantal andere punten te verbeteren. Het nut van een geoïdemodel GPS-hoogtes zijn gegeven ten opzichte van een ellipsoïde: een re gelmatig wiskundig lichaam, dat de vorm van de aarde zo goed mogelijk benadert. De GRS80-ellipsoïde vormt de basis voor WGS84, het GPS-datum. Deze ellipsoïde is zó gekozen, dat het wereldwijde gemiddelde van geoïdehoogtes ongeveer nul be draagt. NAP-hoogtes zijn (bij benadering) gegeven ten opzichte van gemiddeld zeeniveau. De verschillen tussen de geoïde (ge middeld zeeniveau als de hele aarde met water bedekt zou zijn) en de GRS80-ellipsoïde fluctueren over de aardbol tussen de -100 en de +70 meter, zie fig. 7. Fig. 7. Verschillen tussen GRS80-ellipsoïde en wereldwijde geoïde (DMA, 1995) Een geoïdemodel beschrijft de afwijkingen van de geoïde ten op zichte van een ellipsoïde, en legt daarmee het verband tussen wis kundig gedefinieerde hoogtes enerzijds, en hoogtes met een fysie ke, aan het aardoppervlak gerelateerde, betekenis anderzijds. Voor Nederland zijn de verschillen zo'n +40 meter in Groningen tot ongeveer +47 meter in het uiterste puntje van Zuid-Limburg. De GPS-hoogtes zijn dus overal in Nederland tientallen meters groter dan de NAP-hoogtes. Er bestaan grootschalige geoïdemodellen op wereldwijd en Eu ropees niveau. Voor kleinere gebieden kunnen nauwkeurige kleinschalige geoïdemodellen worden berekend. In Nederland hebben we sinds 1996 de beschikking over een in internatio naal opzicht zeer nauwkeurig geoïdemodel: de De Min-geoïde [De Min, 1996]. Essentiële onderdelen bij de berekening van de De Min-geoïde waren de beschikbaarheid van een zeer dicht net van zwaartekrachtgegevens in Nederland (1 punt per 5 km2, zie fig. 8), en de toegepaste berekeningsstrategie. Deze twee ingredi ënten zijn in on gewijzigde vorm gebruikt voor de berekening van het nieuwe geoï demodel voor Nederland. Daar naast zijn er twee nieuwe elemen ten toegevoegd: Fig. 8. Het (2e orde) Nederlandse zwaartekrachtnet (in m/s2). meer en nauwkeuriger zwaartekracht gegevens uit België [Crombaghs 2000] en Duitsland, en 82 'NAP-aansluitpun- ten' uit de 5e NWP. Die aansluitpunten zijn nodig in de laatste stap van de geoï- deberelcening. Deze stap bestaat uit het aanbrengen van een correctievlalc met lineaire en kwadratische termen. Bij de berekening van de De Min-geoïde wa ren slechts 17 aansluitpunten beschik baar (uit de NEREF-campagne), waar door een correctievlalc met alleen line aire termen kon worden geschat. Door deze extra informatie is de kwa liteit van het geoïdemodel verbeterd, met name langs de Belgische grens en in Limburg, zodat nu voor heel Neder land een homogene precisie van onge veer 1 cm geldt. Voor de De Min-geoïde bleek deze precisie nog niet overal haalbaar, zie bijvoorbeeld [Dierikx 1999] of [Schreutellcamp 2001]. Het nieuwe geoïdemodel voor Neder land zal bekend staan onder de naam NLGE02004. Dit model zal per 1 januari 2005 de De Min-geoïde vervangen. Naar verwachting zal de levensduur van NLGE02004 tenminste 10 jaar bedragen. NLGE02004 wordt gepu bliceerd als onderdeel van RDNAP- TRANSTM2004, de omrelcenprocedure tussen ETRS89 en RD/NAP die eveneens per 1 januari 2005 zal gelden. De soft ware voor deze procedure wordt door Kadaster en AGI Rijkswaterstaat ter be schikking gesteld aan producenten en distributeurs van geodetische software. Daarnaast wordt RDNAPTRANSTM2004 opgenomen in versie 4.1 van de Coordina te Calculator, een programma van Rijks waterstaat, dat per 1 januari 2005 gratis is te downloaden van www.rdnap.nl. Deze website bevat oolc online functi onaliteit voor de omrekening tussen ETRS89 en RD/NAP. Fig. 9 laat een beeld zien van NLGE02004 en het bijbehorende geldigheidsgebied. In deze figuur is het eerder genoemde bereik van 40 tot 47 meter te zien. NLGE02004 lijkt op het eerste gezicht sprekend op de De Min-geoïde. Er zijn echter verschillen op centimeterni- veau. Voor het grootste deel van Nederland is het verschil minder dan 2 cm. In Limburg lopen de verschillen GEO-INFO 2004-10 Van De Min naar NLGEO2004 De berekening van een geoïdemodel Het gebruik van het nieuwe geoïdemodel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2004 | | pagina 10