Peter Teunissen. et was voor de NCG een drukjaar met het symposium als hoogtepunt. "Alles is goed gegaan en sommige dingen gingen zelfs buiten verwachting. Vanwege de grote belangstelling werd de tentoonstelling in het Techniek Museum verlengd. De NCG is er meer bekend door geworden", aldus Teunissen. Als onderzoeks instituut van de Akademie omvat de Commissie mensen van onderzoeksinstituten en directeuren van grote dien sten. Dat betekent automatisch afstand tot de dagelijkse praktijk in den lande. Maar dat geeft niet, want in de sub commissies zijn volgens de voorzitter alle spelers uit die praktijk goed vertegenwoordigd. Het aantal qualitate qua- leden van de Commissie verminderde door de fusie Ka- das ter-TDN van vier naar drie: het Kadaster, de Adviesdienst Geo-informatie en ICT van Rijkswaterstaat (AGI), en de Adri den Boer en Ad van der Meer, redacteuren Dienst der Hydrografie, maar uitbrei ding op termijn is niet uitgesloten. "We denken weer aan het KNMIdat er in de tijd van Vening Meinesz ook in zat", al dus Teunissen. Ook spelers als Alterra en TNO-NITG doen zich in toenemende mate op het geo-valcgebied gelden. Het is belangrijk om hoofden van diensten in de commissie te hebben om zo af spraken te kunnen maken. Teunissen is zeer positief over het vak gebied. Niet voor niets zette de NCG op haar site dat het tijdschrift Nature on langs een artikel wijdde aan de kansen GEO-INFO 2004-10 Interview met N C G - v o o r z i t t e r Teunissen Aardobservatie als werkveld Prof.dr.ir. Peter Teunissen (1957) is sinds 1993 voorzitter van de Neder landse Commissie voor Geodesie (NCG) en hij blikt aan het eind van de viering van het 125-jarig bestaan graag voor uit. Aardobservatie, niet alleen uit de ruimte maar ook van mariene en ter- restrische platforms en uiteraard niet schaalgebonden, dat ziet de hoogle raar bij thans de afdeling Aardobserva tie en Ruimtevaartsystemen (Depart ment of Earth Observation Space Systems, DEOS) van de Faculteit Lucht vaart- en Ruimtevaarttechniek (LR) van de TU Delft als hèt werkveld. De samenstelling van de Commissie blijkt zelfs wat de 'qualitate qua-posten' betreft niet onveranderlijk. Bij de rond blik valt niet te ontkomen aan aan dacht voor Teunissens eigen universi taire afdeling enerzijds en de Konink lijke Akademie van Wetenschappen - kortweg: de Akademie - anderzijds.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2004 | | pagina 12