van wetenschappers die geografische
informatiesystemen weten te combi
neren met satellietdata (Mapping oppor
tunities, Nature, Vol 427, 22 januari
2004). En heeft het Amerikaanse De
partment of Labor niet eerder dit jaar
geotechnologie naast nanotechnologie
en biotechnologie aangewezen als één
van de drie belangrijkste opkomende
werkvelden? In Nederland vindt Teu-
nissen de honorering van het Bsik-pro-
gramma Ruimte
voor Geo-informa-
tie (RGI) een pri
ma zaak; de NCG
voelt zich zeer be
trokken, zal regel
matig rapporta
ges krijgen, kan
ook gevraagd en
ongevraagd ad
vies uitbrengen,
maar de nieuwe stichting kent zelf een
Adviesraad Wetenschap met de 'geo-
profs'. RGI-trekker prof.dr.ir. Arnold
Bregt is ook voorzitter van de subcom
missie Geo-informatie Modellen van
de NCG en natuurlijk zijn TUD-afdelin-
gen graag actief in projectconsortia.
subsidieverstrekkers!" Zitten er eigenlijk wel geodeten in de
Akademie? Het blijken er drie te zijn: de professoren
Baarda, Rummel en Teunissen. De Akademie kent altijd pre
cies 200 'leden voor het leven', gevraagd vanwege hun per
soonlijke wetenschappelijke kwaliteiten.
Het NCG-beleidsstuk Nationaal Geode
tisch Plan 'Wat is waar?' dateert van
1995. Teunissen gelooft in de doorwer
king daarvan. "Het Plan kent verschillende
elementen, maar met name onderwijs is er
uit gehaald en daarop is gefocust. Overige
punten raakten op de achtergrond en de
NCG is nu eenmaal afhankelijk van wat an
deren oppikken. De tweedeling in geo-the-
matische en geometrische poten uit het plan
kom ik vaak tegen. Die tweedeling heeft
voor de vroegere TUD-Afdeling Geodesie als
geheel helaas ook polariserend gewerkt. We
waren daar ook te breed bezig: van de rela
tiviteitstheorie van Einstein tot de prostitu
tie in RotterdamBovendien was de geodeti
sche inbreng in de eindproducten vrijwel
nooit zichtbaar. Verkenningen van discipli
nes is een item van de Akademie. Daarom
heb ik nu de suggestie neergelegd bij het
KNAW-bestuur om een verkenning uit te
brengen, zeg maar een soort herijking van
het NGP, naar geodesie en geo-informatie
als één geheel. Samen is dat geen klein vak
gebied, maar het wordt door nog te weini
gen als geheel gezien. Het is onvoldoende
herkenbaar voor middelbare scholieren en
Zijdelings memoreert Teunissen het uitfaseren van de vroe
gere Afdeling Geodesie en de nieuwe structuur met drieja
rige bachelor- en tweejarige masteropleidingen. Bij de Fa
culteit LR is Aardobservatie en Ruimtevaartsystemen één
van de drie afdelingen en daarbinnen zijn drie secties van
de voormalige afdeling Geodesie
ondergebracht. Aardobservatie, niet al
leen uit de ruimte maar ook van ma
riene en terrestrische platforms en ui
teraard niet schaalgebonden, dat ziet
de LR-hoogleraar als hét werkveld. De
maatschappelijke acceptatie van de
ruimtevaart rust op twee pijlers: ener
zijds de telecommunicatie, anderzijds
de aardobservatie, en daarvan concen
treert 'Delft' zich geheel op de laatste.
In september startte de masteropleiding Aardobservatie en
dat vak is ook een 'minor' in de bacheloropleiding. "Ik heb
wel een beetje zorgen over het middengebied van de geomatic eng
ineering. Die ingenieursgeodesie, de link met de civiele wereld, vind
ik er bekaaid van af komen. Een interfacultaire masteropleiding
tussen Technische Bestuurskunde, Civiele Techniek en LR leeft als
idee. Het staat nu in de ijskast, maar we gaan er aan werken. De TU
erkent geo-informatie gelukkig wel als een zeer belangrijk vakge
bied", aldus Teunissen als hoogleraar. "We hebben als ambitie
ook een verdergaande samenwerking van de TU Delft met de Uni
versiteit Twente. En Delft, Wageningen, Utrecht en Enschede (TTC)
hebben samen al een masteropleiding-op-afstand: Geographical In
formation Management en Applications (GIMA)."
Naast vaste subcommissies kan de Commissie ook tijdelijke
taakgroepen instellen. Een taakgroep 'Ruimtelijke Basisge-
De NCG is een instituut van de KNAW (Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschap
pen), dat bestaat uit de Nederlandse Commissie voor Geodesie met het Dagelijks
Bestuur en vier subcommissies. Bij het werk van de Commissie en de subcommissies zijn cir
ca 60 mensen betrokken, die verbonden zijn aan universiteiten, hogescholen, instituten,
overheidsdiensten en bedrijven. Het Bureau van de NCG, ge
vestigd in het gebouw van de TUD-Faculteit Luchtvaart- en
Ruimtevaarttechniek, Kluyverweg 1 te Delft, ondersteunt dit
werk. Het Bureau ondersteunt ook het op hetzelfde adres ge
vestigde Bureau van de stichting De Hollandse Cirkel. Zie ook
www.ncg.knaw.nl.
a R k li I
lllllll
r ii T
m m iL
IConinld ijkc
Akidcmiu ■•un
Wc: cnichigipcii
De taken van NCG zijn:
het initiëren en coördineren van fundamenteel en strategisch geodetisch onderzoek in
Nederland;
het geven van adviezen over algemene beleidslijnen voor de geodesie, waaronder het
onderwijs, en mede in relatie tot maatschappelijke ontwikkelingen;
het stimuleren van de verspreiding van geodetische kennis, zoals die onder meer voort
komt uit in Nederland verricht onderzoek;
het stimuleren, instandhouden en uitbreiden van de geodetische infrastructuur van
Nederland;
het verzorgen van internationale contacten ter zake van de geodesie.
GEO-INFO 2004-10
"Er moet een soort
HTW komen voor een
standaardaanpak van
deformatieproblemen,:
Nationaal Geodetisch Plan
Tweede revolutie
407