oewel in de genoemde artikelen de meeste aandacht
uitgaat naar de bestaande beheersregistraties en de
wijze waarop via het KLIC daaruit informatie om
trent de ligging van kabels en leidingen aan de gravers
wordt gegeven, zijn door de auteur bij zijn bezoeken toch
ook telkens vragen gesteld over de behoefte aan een meer
centrale leidingregistratie op landelijk niveau. Opvallend is
daarbij het grote verschil in antwoorden van respectievelijk
de leidingbeheerders en de gravers. Eerstgenoemden voelen
naar hun zeggen die behoefte niet, omdat zij beducht zijn
voor bureaucratie en vertraging en ook voor de hoge kosten
van een dergelijke investering. Daarentegen hebben de
grondroerders - aldus De Kruif op p. 286 van het juninum-
mer van Geo-Info - allen behoefte aan één landelijke re
gistratie van alle aanwezige kabels en leidingen of beter één
loket dat de informatie snel verstrekt en waaraan de aanne
mers hun revisietekeningen kunnen terugleveren. Dit ver
schil van mening laat zich gemakkelijk verklaren. En wel op
grond van de uiteenlopende belangen van beide partijen. De
leidingbeheerders immers hebben vooral belang bij de eigen
beheersregistratie en de beveiliging van hun kabels en leidin
gen met behulp daarvan. Het totaaloverzicht van de
ondergrondse infrastructuur gaat hun minder ter har
te, terwijl de gravers nu juist wel moeten weten hoe
het totale bestand aan leidingen ook in onderlinge
samenhang er in het graafgebied uitziet.
prof.mr.dr.
P. de Haan.
De vrees voor bureaucratie en vertraging zal
bij de beheerders bovendien mede zijn inge
geven door de gedachte dat de eigen
registratietaak gedeeltelijk uit handen
zou worden genomen door een centra
le instantie, althans daarvan sterk af
hankelijk gemaakt. Mij komt die vrees
allerminst onbekend voor, nu ik in het
begin van de jaren 70 lid ben geweest
van een tweetal commissies welke ge
richt waren op de totstandkoming van
een centrale registratie. Het betrof de
Studiecommissie Leidingenregistratie
van de Nederlandse Landmeetkundige
Federatie onder voorzitterschap van
mijn Delftse oud-collega prof. ir. G.F.
Witt, en de door de staatssecretaris
van Financiën ingestelde Werkgroep
Leidingenregistratie onder leiding van
ir. W.A. Claessen van de Directie
Kadaster [Rapport Studiecommissie
Leidingenregistratie 1971]. Laatstge
noemde maakt in zijn kort historisch
overzicht in het meinummer (p. 206)
wel melding van het voorontwerp van
Wet op de leidingenregistratie dat in
de bijlagen van het werkgroeprapport
was opgenomen, maar niet van het
wetsvoorstel dat in 1984 bij de Tweede
Kamer werd ingediend [Kamerstuk
ken, 1983-1984]. Dit wetsvoorstel dat
onder de benaming Wet leiding-
beheerdersregistratie de eerste fase
GEO-INFO 2004-10
Kadaster kan, samen met KLIC en gemeenten, landelijke registratie
414
In een zestal artikelen heeft redacteur ir. Jan de Kruif een overzicht gegeven
van de ontwikkelingen rond de registratie van kabels en leidingen in de prak
tijk. Hij deed dit door achtereenvolgens op bezoek te gaan bij het KLIC, de
grote leidingbeheerders NAM, Essent en Nuon, de drie brancheorganisaties
van de grondroerders, en tenslotte de gemeenten Amersfoort, Dordrecht en
Maarssen [de Kruif, 2004]. De Kruif heeft mij gevraagd de serie te willen
voortzetten met een juridische beschouwing over het onderwerp, nadat ik
eerder al in het Nederlands Juristenblad (NJB) voorstellen had gedaan aan het
adres van de wetgever voor het regelen van eigendom, beheer en registratie
van de ondergrondse infrastructuur [de Haan, 2004a].
Juridische argumenten voor
een centrale leidingregistratie
Historisch overzicht