Wie als wetgever een centrale kabel- en leidingregistratie
tot stand wil brengen doet er goed aan daartoe aansluiting
te zoeken bij hetgeen op dat gebied al is tot stand gekomen.
Vooreerst bestaat er sinds 1989 het landelijk dekkende
KLIC-netwerlc, bestaande uit kwadranten van 500 bij 500
meter waarbinnen plaats en adres van een voorgenomen
graafwerk door middel van een polygoon met coördinaten
kunnen worden vastgelegd. Het KLIC beschikt over een re
gistratie van leidingbeheerders welke binnen de verschil
lende kwadranten leidingen hebben liggen, zodat gravers
die zich gemeld hebben met hen in contact komen om de
nodige informatie over de ligging van de leidingen te ont
vangen. In feite betreft het hier een leidingbeheerders-
registratie als eerste fase van een centrale leidingregistra
tie, zoals die destijds door het ten onrechte ingetrokken
wetsvoorstel werd beoogd. Alleen ontbreekt daaraan de
wettelijk verplichte deelname van beheerders en gravers
uit dit voorstel, waardoor het systeem nog altijd veel gebre
ken vertoont. Ook wanneer een nieuwe speciale wet hierin
zou voorzien, is men nog niet verder dan de eerste fase.
Inmiddels is voor de tweede fase, de eigenlijke leidingregistra
tie in de zin van het op kaart brengen van het hele samenstel
van leidingen in een bepaald gebied ook al veel tot stand geko
men. Zo zijn er, zoals onder meer blijkt uit het onderzoek van
De Rruif, enkele gemeenten als Rotterdam en Dordrecht die
deze registratie zelf ter hand hebben genomen. Weliswaar al
leen met het oog op het beheer van de openbare ruimte met
het daarbij behorende vergunningen- en toestemmingenbe
stand. Leidingen in particuliere percelen, zoals vooral in het
landelijk gebied voorkomen, vallen buiten deze gemeente
lijke registraties. Niettemin is deze aanzet belangrijk genoeg
om ook de gemeenten als eventuele participanten in een cen
traal registratieproces in beeld te houden.
Niet minder belangrijk is voor de tweede fase de totstand
koming geweest van de GBKN als landelijk dekkende topo
grafische basislcaart naast de inmiddels ook gedigitaliseer
de lcadastraal-juridische kaart met alle perceels- en adresge
gevens daarmee verbonden. Tezamen vormt dit geheel een
ideale lcartografïsche en juridische grondslag voor een com
plete registratie van de ondergrondse infrastructuur, zoals
die ook door de gemeenten en dus niet alleen door de gra
vers noodzakelijk wordt bevonden. En tenslotte is daar dan
de nu nog alleen voor telecomnetten, maar op den duur
ook voor energie- en buisleidingnetten onvermijdelijke be
hoefte aan een kadastrale rechtenregistratie die het geheel
completeert.
Aadaster
Kadaster en KLIC
kunnen samen de
centrale registratie
van kabels en
leidingen realiseren.
Ilc zie - kort en goed - de centrale re
gistratie van in principe alle onder
grondse kabels en leidingen vooral ge
realiseerd worden in het kader van een
noodzakelijke samenwerking tussen
Kadaster en KLIC, waarbij ook de ge
meenten die dat wensen daarbij hun
aandeel kunnen nemen. Per slot van
rekening komt ook de wettelijke re
gistratie van publiekrechtelijke beper
kingen betreffende onroerend goed,
kortom de publiekrechtelijke rechts
toestand van de grond door samenwer
king van Kadaster en gemeenten tot
stand. Uitgaande van de bestaande
KLIC-organisatie zou deze als het ware
door een gezamenlijk opgezette cen
trale leidingregistratie op twee manie
ren door het Kadaster kunnen worden
ondersteund.
In de eerste plaats kan het Kadaster, zo
als ook enkele gemeenten al hebben ge
daan, zich toeleggen op het maken van
verzamelkaarten waarop zoveel moge
lijk alle leidingen in een bepaald ge
bied in onderlinge samenhang en lig
ging worden weergegeven. Het nut van
dergelijke verzamel- of overzichtskaar
ten heeft zich op gemeentelijk niveau
al ruimschoots bewezen, ook voor het
beheer van de openbare ruimte. Maar
veel sterker nog zal zich dit nut mani
festeren ten behoeve van de problema
tiek waar het KLIC zich mee bezig
houdt. Allereerst zullen alle grondroer-
ders zich via dergelijke kaarten globaal
kunnen oriënteren omtrent de ligging
van leidingen in een bepaald gebied.
Met behulp daarvan kunnen zij én het
graafgebied beter lokaliseren met het
oog op de KLIC-melding én bij de uit
voering het overzicht behouden over
de ligging van leidingen van verschil
lende beheerders ten opzichte van el
kaar. Voor het overige kunnen zij via
het KLIC alle detailinformatie over de
afzonderlijke leidingen bij de beheer
ders blijven inwinnen, zoals dat nu ge
beurt. Alleen staan zij niet meer met
een grote stapel papieren in de hand
bij het werk, zonder daarbij een goed
overzicht te verkrijgen.
Behalve dat het KLIC ten behoeve van
de aangeslotenen over goede over
zichtskaarten kan beschikken zowel
op topografische als op kadastrale
ondergrond, zal het Kadaster in mijn
gedachtegang daarbij ook alle juridi
sche informatie omtrent de onder
scheiden leidingnetwerken moeten
GEO-INFO 2004-10
Voorstel voor samenwerking tussen
Kadaster en KLIC