een oplossingsrichting gekozen. Be langrijk daarbij is geweest dat vanaf het begin als uitgangspunt is gehan teerd dat de aandacht bij het verder ontwikkelen van de BGR voornamelijk diende te worden gericht op het reali seren van een registratie die voor ver uit het grootste gedeelte van de objec ten uitvoerbaar zou zijn. Uitzonderin gen werden daarbij wel in beschou wing genomen, maar niet als richting gevend beschouwd voor het vinden van een oplossingsrichting. De indruk bestaat dat discussies in het verleden teveel zijn verzand in discussies over uitzonderingsgevallen. De proefprojecten Bij het ontwikkelen van de oorspron kelijke grondslagen is in eerste instan tie gekozen voor een optimale aanslui ting van de objectdefinities op de defi nities zoals die reeds waren opgesteld in het kader van de gemeentelijk func tioneel ontwerpen (GFO) van de Vere niging van Nederlandse Gemeenten uit het begin van de jaren negentig. Hierbij heeft met de deelnemers aan de proeven reeds een uitgebreide dis cussie plaatsgevonden over de vraag of daarbij een op de GFO's aansluitende driedeling gebouw - pand - verblijfs- eenheid dan wel een tweedeling pand - verblijfseenheid moest worden ge hanteerd. Uiteindelijk is toen gekozen voor een tweedeling gebouw - ver- blij fsobj eet waarbij het gebouw is ge definieerd als een object dat zowel as pecten van een (GFO)-gebouw als een (GFO)-pand in zich had. Ook voor het verblijfs object is een aangescherpte definitie opgesteld. De genoemde defi nities zijn tijdens de uitvoering van de proefprojecten constant onderwerp van studie en discussie geweest. Hier bij is gebleken dat het objecttype ver- blij fsobj eet vooral tot vragen leidt bij bedrijfsmatige bouwwerken (zoals kantoorgebouwen en bedrijfsverza melgebouwen). Het samengestelde ob ject 'gebouw' bleek echter minder een voudig toepasbaar. Uit een nadere ana lyse van de vanuit de proefprojecten aangedragen situaties, kwamen daar bij een viertal categorieën van knel punten naar voren. Het gebouwbegrip bij straatwanden: In de definitie van het objecttype ge bouw vervult het begrip 'vrijstaand' veelal een belangrijke rol. Straat- wanden die zijn opgebouwd uit Fig. 3. Gebouw of meerdere panden, zullen vanuit deze definitie als geheel gebouwen? als gebouw moeten worden aangemerkt. Vanuit de prak tijkproeven komt naar voren dat daarmee een abstractie niveau voor het begrip gebouw wordt bereikt dat voor veel gemeentelijke toepassingen onvoldoende zal zijn (fig- 3). Het gemeentelijk gebruik van gebouw gegevens: Voor proces sen als bouw- en woningtoezicht (onder meer aanschrij vingen) en openbare orde en veiligheid (zoals hulpverle ning bij calamiteiten) is het wenselijk om voor de aan sluiting op bestaande registraties met name bij repete rende bouw het niveau 'pand' te onderscheiden. Over de noodzaak om daarnaast gebouwen als afzonderlijk ob ject in de registratie op te nemen wordt verschillend ge dacht. Het gebouwbegrip bij bouwconstructie doorkruisende wijzigin gen: In de praktijk blijkt er veelvuldig discussie te ont staan over de noodzaak een geregistreerd object aan te passen in het geval er sprake is van zogenaamde bouw constructie doorkruisende wijzigingen. Hierbij kan bij voorbeeld worden gedacht aan een tweetal panden die tegen elkaar aan zijn gebouwd en waarbij op de begane grond een doorbraak wordt gerealiseerd ten behoeve van de uitbreiding van een daar aanwezige supermarkt. Het gebouwbegrip bij complexe bouwwerken: Elke architect en elke gebruiker van verblijfs objecten en gebouwen zal telkens in staat blijken te zijn om nieuwe situaties te cre ëren die niet zijn onder te brengen binnen welke object- systematielc dan ook. Daarbij dient tevens in aanmerking te worden genomen dat door meervoudig ruimtegebruik de complexiteit van dergelijke constructies in de toe komst naar verwachting alleen nog meer zal toenemen. De voorgaande situaties gaven aanleiding voor een uitge breide analyse van verschillende oplossingsvarianten en de daaraan klevende voordelen en nadelen [Rietdijk 2004]. Op basis hiervan is geconstateerd dat gezien de aansluiting van de BGR op bestaande werkprocessen het objecttype 'pand' een beter abstractieniveau is dan het objecttype 'gebouw'. Dit geldt met name in het geval van aaneengesloten bebou- GEO-INFO 2004-10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2004 | | pagina 37