Omgevingsanalyse Jan de Kruif heeft in dit tijdschrift vrij wel alle belanghebbenden aan bod laten komen, daarnaast bieden [Bijleer, 2004], [COB, 2003] en [Lever, 1997] een compleet overzicht. De belangrijke vraag is: wie draait op voor schade aan kabels en lei dingen want dat bepaalt in belangrijke mate hoe belanghebbenden denken over nut en noodzaak van een risico-analyse. Volgens de huidige jurisprudentie zijn het vrijwel altijd de loonwerkers- en kabel- en leidinglegbedrijven (zoge naamde kleine gravers) die opdraaien voor schade. Zij zijn daar zeer ontevre den over [Dijlcema, 2001] omdat het er volgens hen toe leidt dat: lcabel/leidingbeheerders niet ge prikkeld worden iets te doen aan datakwaliteit; alsmaar stijgende verzekeringspre mies; hoge preventielcosten (detectie en toezicht); lcabel/leidingbeheerders negeren professionele regels over waar en op welke diepte kabels en leidingen te leggen: waarom zouden ze als ze toch niet opdraaien voor de conse quenties? Overigens denken de lcabel/leidingbe heerders hier anders over. Daar hoor je dat in 80% van de gevallen schade ont staat door onvoorzichtig graven of doordat men wel een KLIC-melding heeft gedaan maar vervolgens de kaar ten niet heeft bekeken. Vanuit dat ge- Oorzaken van schade: de leidingbeheerders Uit GasunieV,G M jaarverslag 2003 "De belangrijkste conclusie uit deze registratie is dat de grootste bedreiging voor de externe veiligheid van transportleidingen wordt gevormd door derden die onzorgvuldig te werk gaan bij grondwerkzaamheden zoals graven, ploegen, heien en draineren." Uit Pipeline Risk Management Manual, W.K. Muhlbauer 2003 "U.S. Department of Transportation (DOT) pipeline accidents sta tistics indicate that third-party intrusions are often the leading cau se of pipeline failure. Some 20 to 40 percent of all pipeline failures in most time periods are attributed to third-party damages. In spite of these statistics, the potential for third-party damage is often one of the least considered aspects of pipeline hazard assessment." Oorzaken van schade: de grondroerders Uit Het Loonbedrijf [Dijlcema, 2001] "Helaas blijkt uit jurisprudentie dat bij onvolledige informatie over de ligging door de beheerder, de uitvoerende partij van het werk niet altijd vrijuit gaat. Er zijn voorbeelden dat de grondroer- der aansprakelijk was voor het beschadigen van een kabel die op een recente kaart van de beheerder niet was ingetekend." Uit Cobouw 4 april 2004, Kabelbeheerder krijgt bij schade vaak ongelijk "De oprichting van de Helpdesk is het directe gevolg van de slechte registratie van ondergrondse infrastructuur en het feit dat kabel netbeheerders bijna automatisch de schuld van beschadigingen bij de aannemer leggen." te Uit een antwoord van een loonwerker op een schadeclaim van een kabelbeheerder "Alle schades zijn ontstaan tijdens werkzaamheden in de in twee van de drie gevallen bleek dat de beschadigde kabel met een lus afweek van zijn normale ligging. In het derde geval lag de kabel in de puin en is daardoor beschadigd. Ons bedrijf heeft alle mogelijke voorzorgsmaatregelen genomen om schade tijdens de werkzaamheden te voorkomen. Voorafgaand aan de werkzaamheden hebben wij een lclic-melding doen uitgaan. De tekeningen waren in alle gevallen op het werk aanwezig. Er zijn verschillende proefsleuven gegraven en tijdens de graafwerkzaam heden is in alle gevallen een grondwerker ter plekke geweest om de machinist te assisteren bij de werkzaamheden." procf-slQüf grocrfiichflng kübsl q era aki oude to bol 30 cm proefsleuf Fig. 2. Uit een schade- correspondentie: Deze leiding was in het verleden 30cm. verlegdmaar de wijziging is niet ingetekend in de kaart. Door de schadeveroorzaker werden twee proefsleuven gegraven die bevestigden met wat de kaart toonde: een rechte lijn parallel aan de weg. Ook te zien is dat de oude kabel na de reparatie niet is verwijderd." zichtspunt is het zeer terecht dat gravers opdraaien voor de schade. Te verwachten is dat de schade die in de toekomst wordt geclaimd, toe zal nemen door twee ontwikkelingen. Ten eerste worden nutsbedrijven klantvriendelijker. Dat be tekent: als schade ontstaat dan openen zij een klachten nummer, bieden gedupeerde klanten compensatie voor ge lede schade en verhalen deze schade op de (grote) aannemer en die vervolgens weer op de 'kleine graver'. De laatste staat zwak: juridisch gezien en vanwege het feit dat hij afhanke lijk is van de aannemer voor toekomstige opdrachten. De tweede ontwikkeling is dat de overheid wetgeving ontwik kelt die de klant meer mogelijkheden biedt om schade op nutsbedrijven te verhalen [de Kruif, 2004]. De aannemer/loonwerker is echter niet de enige partij die schade leidt. Vervolgschade is de schade die pas maanden of jaren na de beschadiging aan het licht komt. Daarvan is niet te achterhalen wanneer en dus door wie de schade werd ver oorzaakt. Leidingbeheerders draaien op voor deze schade. Bij Essent schat men dat circa éénderde van het totaal aantal schadegevallen niet direct wordt ontdekt [de Kruif, 2004]. GEO-INFO 2004-12 1 T* 'T* 7* 'T 'T*

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2004 | | pagina 29