saties en haalbaarheidsanalyses) en de specifieke bestuur- vier kolommen opleiding Technische Bestuurskunde
lijlce en juridische instrumenten voor realisatie (grondbe
leid, ontwikkelingsplanologie). Ook dit werkveld vraagt een
combinatie van kennis uit verschillende disciplines. Er is
veelvuldig sprake van complexe besluitvormingssituaties,
met veel belang- en rechthebbenden. Het nieuwe domein
sluit dan ook goed aan bij de kern van de opleiding Techni
sche Bestuurskunde. Voor de geodetische beroepspraktijk op
de gebieden grondbeleid, geo-informatieverzorging en GIS
beschikt een Technisch Bestuurskundig ingenieur dan ook
over een aantrekkelijk pakket aan kennis en vaardigheden.
Naast het onderwijs bij TBM zijn de oude Geodesiesecties
bij andere onderwijsactiviteiten betrokken. Zo wordt sinds
2003 een bijdrage aan de interuniversitaire MSc-opleiding
GIMA geleverd (zie elders in dit nummer). Ook worden
in toenemende mate post-academische opleidingen en be
drijfsinterne cursussen verzorgd, bijvoorbeeld voor de Raad
voor Vastgoed Rijksoverheid op het terrein van Vastgoed
economie en gebiedsontwiklceling. Binnen de TU wordt bij
de opleiding Civiele Techniek voor de eerstejaars een vak op
het terrein van Geo-informatie verzorgd. Ook wordt ver
kend of er mogelijkheden voor interfacultaire masteroplei-
dingen zijn, waarin ook vanuit de oude Geodesiesecties een
bijdrage zou kunnen worden verleend. Het gaat dan aller-
1. technisch-bestuurskundige kolom (methoden voor struc
tureren en analyseren van problemen, probleemoplossen,
ontwerpen)
2. bestuurskundige en bedrijfskundige kolom (bestuurskunde,
recht, economie, organisatie- en management)
3. wiskundige/modelmatige kolom (onderzoeksmethoden en
dataverwerking, maken en interpreteren van kwantitatieve
modellen).
4. toepassingskolom (basisbegrippen en analytische modellen
uit een specifiek toepassingsgebied)
eerst om een samenwerking tussen
TBM, Bouwkunde en Civiele Techniek
en Geo-wetenschappen (CiTG). Daar
naast gaat het om een samenwerking
tussen Civiele Techniek en Geo-weten
schappen (CiTG) en de oude Geodesie
secties bij de faculteit Lucht- en Ruim
tevaarttechniek (Geomatics). En van
zelfsprekend zijn de secties nog be
trokken bij de opleiding Geodesie.
Want weliswaar is nieuwe instroom al
twee jaar niet meer mogelijk; er zijn
nog ruim 30 Geodesiestudenten die de
eindstreep moeten halen.
an de TU Delft wordt hard gewerkt aan onderwijsver
nieuwing met het rapport "focus op onderwijs" als
eidraad [Focus, 2003] dat er op is gericht de in
stroom, de kwaliteit en het rendement van de opleidingen
verder te verbeteren. Dat is vanzelfsprekend ook van belang
voor het aardobservatieonderwijs dat is ondergebracht bij
de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (LR). Een
recente visitatie wijst uit dat de faculteit een goed onder
wijsprogramma heeft met hoog gewaardeerd projectonder
wijs en zeer goede ingenieurs aflevert [Results, 2002]. Bij LR
wordt niet alleen gestuurd op het rapport en de resultaten
van de visitatie, maar ook door de komst van nieuwe groe
pen. Dit zijn drie Geodesiegroepen en de groep Windener-
dr.ir. Frank
van den Heuvel,
faculteit LR,
TU Delft.
Aardobservatie
op mondiale,
regionale en
lokale schaal
gie. Daarnaast is er een nieuwe leer
stoel opgezet op het gebied van de
duurzame ontwikkeling genaamd AS
SET (Aerospace for Sustainable Engin
eering and Technology) onder leiding
van Nederlands eerste astronaut Wub-
bo Oclcels. De faculteit werkt aan een
onderwij sveranderplan waarin de
onderwij svernieuwing geconcreti
seerd wordt. De belangrijkste aan
dachtspunten zijn:
Integratie van aardobservatie in de
bachelor en de master fase van het
programma;
flexibilisering van de bachelor pro
gramma met de inrichting van zo
genaamde minors (zie verderop);
De inrichting van een beperkt aan
tal mastervarianten.
Dit artikel gaat in op de integratie van
aardobservatie in het bachelor- en
masteronderwijs van LR. Deze integra
tie is voor een groot deel al gereali
seerd: in de bachelor worden in het
GEO-INFO 2005-1
Andere onderwijsactiviteiten
38
Studie Aardobservatie in Delft