Context informatie In de vragenlijst is ook een aantal vragen opgenomen over onderwerpen als: de te verwachten ontwikkelingen op het vakgebied, de relatie met het onderwijs en de invloed van de overheid. De antwoorden op deze vragen geven meer in zicht in de achtergronden van de personeelsbehoefte. De respondenten geven aan dat de belangrijkste strategische ontwikkelingen voor hun organisatie zijn: de kostenreduc tie (38%), de specialisatie (22%) en de concentratie op kern taken (15% van de antwoorden). Verder verwacht 34% van de non-profit organisaties en 73% van de profit organisaties dat er werk naar het buitenland verdwijnt. Dit betekent een afname van het aantal 'doeners' en een lichte toename van het aantal hoger-opgeleiden. De eindtermen van het onderwijs (het onderwijsprogram ma) sluiten volgens het merendeel van de respondenten niet aan op de beroepspraktijk. Wel zijn er grote verschil len. Voor het WO is de helft van de ondervraagden het hier mee eens. Voor MBO en HBO is dit ongeveer 70% en voor het LBO is meer dan 87% van mening dat deze eindtermen niet aansluiten. Het contact met het onderwijs wordt belangrijk geacht; zo'n 43% heeft goede contacten met een onderwijs instelling en het merendeel van de ondervraagden vindt dit wenselijk. Over het afstoten van uitvoerende taken door de over heid (de non-profit) naar de private markt zijn de menin gen verdeeld. Slechts 17% van de non-profit denkt dat er afgestoten gaat worden in tegenstelling tot 46% van de profit organisaties (is hier de wens de vader van de ge dachte?). Ongeveer 28% verwacht dat de Europese integratie op ter mijn zal leiden tot concurrentie van buitenlandse bedrij ven, 33% verwacht dit niet. Over het imago van het vakgebied bij de schoolverlaters zijn de meningen duidelijk. 56% Is van mening dat het vak een slecht imago heeft bij deze groep en slechts 7% vindt dat dit wel meevalt. Conclusies en aanbevelingen De belangrijkste conclusies uit het rapport zijn: Op alle niveaus dreigen tekorten aan goed opgeleid per soneel. Extra instroom is de komende jaren gewenst. Er bestaat onduidelijkheid over de instroom van studen ten en geslaagden bij de onderwijsinstellingen. De aansluiting van de onderwijseindtermen bij de vraag vanuit de praktijk is voor MBO en HBO erg mager ge waardeerd door de werkgevers. Het imago van de geo-informatiesector onder schoolver laters is niet goed. De samenstelling van het Overleg platform waarin werkgevers, onder wij s en vakbeoefenaren van alle op leidingsniveaus met elkaar spreken is uniek. Tenslotte doen de onderzoekers een aantal aanbevelingen aan het overleg platform: GIS in het basis- en vervolgonder wijs introduceren. Ontwikkelen van promotiemateri aal voor scholen Imagoprobleem oplossen Een plan ontwikkelen om de perso neelsbehoefte periodiek te actuali seren De huidige overlegorganen binnen het opleidingsveld in kaart te bren gen en nagaan welke coördinerende rol het Overlegplatform hierbij zou kunnen spelen. Hoe verder Binnen het Overlegplatform wordt, sa men met de organisaties die deel uit maken van het platform, nu overlegd hoe verder te gaan met het Overleg platform Werkgevers/onderwijs. Dui delijk is dat het huidige Overlegplat form een unieke rol kan vervullen door haar brede samenstelling. Alle 'afnemers' van geo-informatie zijn ver tegenwoordigd: werkgevers uit de overheid, de particuliere sector en uit het onderwijs zelf. Op dit moment wordt gewerkt aan de taakstelling en taakomschrijving van het Overlegplat form, tevens wordt vastgelegd op wel ke wijze het overlegplatform naar bui ten treedt. Literatuur Onderzoek naar personeelsbehoefte in de geo-informatie-sector. IVA Tilburg in samenwerking met Alons Part ners Consultancy bv, Den Haag, ok tober 2004. www.sbw.nl/content/oversbw.asp 'NEDERLAND IS EEN ATLAS-GEK LAND' Uitgever Ronald Dietz over het verkoopsucces van de nieuwe Wereld Bosatlas (Algemeen Dagblad, 7 december 2004). GEO-INFO 2005-1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2005 | | pagina 8