ciële versie van de landnaam als de
verkorte versie in het Nederlands; ver
der de van de landnaam afgeleide
Nederlandse vormen, zoals het bij
voeglijk naamwoord en de inwoner
aanduiding. Door het feit dat de lijst
niet officieel werd voorgeschreven
bleven er andere schrijfwijzen naast
bestaan. Een aantal krantenredacties
hielden stijlvoorschriften aan, waarin
sommige landnamen op een afwijken
de manier gespeld werden, en hetzelf
de gold voor de persbureaus ANP en
Belga.
Als onderdeel van de haar opgedragen
taak maakte de CBAN ook een inven
taris van de Nederlandse versies van
alle andere categorieën van buiten
landse plaatsnamen; door de instel
ling van de Nederlandse Taalunie
volgden er echter geen verdere CBAN-
publicaties. Het door de CBAN verza
melde en bewerkte materiaal zou la
ter gebruikt worden door de Werk
groep Buitenlandse Aardrijkskundige
Namen van de Nederlandse Taalunie.
Het werk van de CBAN had wèl een
blijvende invloed op de Nederlandse
exoniemen. Doordat Ormeling sr te
vens redacteur was van de belangrijk
ste schoolatlassen in Nederland en
Vlaanderen werd het CBAN-uitgangs-
punt over de reductie van exoniemen
rigoureus doorgevoerd. Vergelijkt
men de 45e druk van de Bosatlas met
de 39e, dan is het aantal exoniemen
tot één tiende van het oorspronke
lijke aantal teruggebracht. Bovendien
werden de overgebleven exoniemen anders weergegeven:
in plaats van ze eerst te noemen gevolgd door de tussen
haken geplaatste plaatselijk officiële versie (de endoniem)
werden de endoniemen nu eerst gebracht en de exonie
men daar tussen haken aan toegevoegd.
Ontstaan van de Nederlandse Taalunie
Op 9 september 1980 was inmiddels het Nederlands-Belgi
sche verdrag van de Nederlandse Taalunie getekend,
waardoor deze per 1 april 1982 in werking zou treden. De
belangrijkste doelstelling van het verdrag betrof de integra
tie van Nederland en het Nederlandssprekende deel van Bel
gië op het gebied van de Nederlandse taal en literatuur in
de breedste zin.
Beide landen
droegen hun be
voegdheden be
treffende de
Nederlandse taal
(voorgeschreven spelling, grammatica, externe contacten,
aanwezigheid op boekenbeurzen, etc) over aan dit nieuwe
internationale lichaam. Zoals gezien kan worden op haar
website heeft de Taalunie de volgende taken op zich geno
men (www.taalunieversum.org):
toezicht op en ondersteuning van de Nederlandse taal,
productie van gereedschappen zoals woordenboeken en
woordenlijsten en automatische vertaalprogramma's
van het Nederlands naar het Engels, Frans, Duits en
Spaans;
adviezen op taalkundig gebied;
opleidingen in het Nederlands, zowel in Nederland,
België en Suriname (Suriname werd in 2003 lid van de
Taalunie) als in het buitenland;
het wereldwijd bevorderen van de Nederlandse litera
tuur.
De productie van een lijst van exoniemen viel onder de
eerstgenoemde categorie.
Fig. 1
Omslag van
Buitenlandse
aardrijkskundige
namen in het
Nederlands.
Het verdrag voorzag in de vestiging van een bureau dat de
gezamenlijke acties zou coördineren, en wel het Secreta
riaat van de Nederlandse Taalunie in Den Haag. Het wordt
gefinancierd door de drie lidstaten en heeft een jaarlijks
budget van ca 9 miljoen.
De eerste werkgroep Buitenlandse
Aardrijkskundige Namen
(BAN 1,1988-1993)
Een van de taken die de Taalunie op zich nam, was de stan
daardisatie van de Nederlandse exoniemen. Hier wilde het
in 1988 een werkgroep voor opzetten, waartoe men contact
opnam met de bestaande CBAN. Omdat de nieuwe werk
groep bredere bevoegdheden zou krijgen stelde de CBAN
de Minister voor haar op te heffen, zodat ze met de nieuwe
werkgroep kon fuseren (zie kader BAN I). De taak van de
BAN was het standaardiseren van de landnamen en het
doen van een voorstel voor de standaardisatie van alle an
dere in de Nederlandse taal voorkomende exoniemen.
fkrin fllumlta
ikinJrnl.ikun
cuuncfi
m liet ^jeiierland
GEO-INFO 2005-2
Warschau of Warszawa?