BAN I Als voorzitter werd prof dr. D.P. Blok voorgesteld (Ormeling sr was inmiddels met pensioen), en de nieuwe groep bevatte verder ver tegenwoordigers uit de universiteiten, de persbureaus, de ministe ries van buitenlandse zaken, en van de Europese Commissie: Blok, Boeman, Devoon, Van Grossen, Hintjes, Ormeling jr., Rentenaar, Roelandts, Visser, en Van de Voorde. De ministeries van buiten landse zaken deden mee omdat ze goed ingevoerd waren in de lan ge, officiële versies van de landnamen, en daarvoor nog hun eigen naamlijsten hanteerden. Haar uitgangspunten waren de volgende: het aanhouden van de officiële regels van de spelling van het Nederlands en van vermindering van het aantal exoniemen conform de resoluties van de VN. Ze zou al leen rekening houden met gangbare exonie- men en niet trachten 'slapende' exoniemen te reanimeren. In juli 1989 was het werk voltooid en werd de lijst van landna men aangeboden aan de Taalunie, die hem voor advies doorzond aan het Samenwerkingsverband Nederlandstali ge Terminologie (SANT). Dit lichaam, dat bestaat uit taal kundigen, had moeite met de uitgangspunten van de BAN (zoals: tenzij er een Nederlands exoniem in gebruik is, houden we ons aan de exoniemen geschreven volgens een door de VN geaccepteerd omzettingssysteem). Toen de Taalunie op basis van het advies van het SANT aan de BAN verzocht om die uitgangspunten te wijzigen, en bij voor keur exoniemen te gebruiken, ook al waren die niet meer gangbaar - hetgeen tot een verouderde serie geografische namen geleid zou hebben - was dit reden voor een deel van de werkgroepleden op te stappen. Blok en Ormeling trokken zich terug en het voorzitterschap ging over op Fig. 2. prof.dr. R. Rentenaar (Meertens Instituut van de KNAW). In de tussentijd had de werkgroep ook het tweede deel van haar taak, het uitwerken van de principes voor het ten be hoeve van de standaardisatie selecteren en bewerken van Het toponimisch deel van de website van de Nederlandse Taalunie. t de Nederlandse versies van alle ande re buitenlandse geografische namen, uitgevoerd. Deze voorstellen werden in 1991 tevens aan de Taalunie gezon den. Namens de BAN publiceerde de Neder landse Taalunie in 1993 de Lijst van landnamen, namen van landen, alsmede opgave van de daarbij behorende bijvoeg lijke naamwoorden, en van de inwoneraan duidingen, en van de namen der hoofdste den, officiële schrijfwijze voor het Neder landse taalgebied. Afgezien van de selec tie van een aantal controversiële naamversies was de inhoud van deze publicatie gelijk aan die van de lijst van landennamen uit 1980. Het be langrijkste verschil bestond eruit dat de namen van de hoofdsteden waren toegevoegd. In 1993 werd de werkgroep opnieuw ingesteld, onder voorzitterschap van prof. Rentenaar, met als taak op basis van de hierboven genoemde uit gangspunten een lijst op te stellen met de Nederlandse namen van alle belangrijke steden, gebieden, eilan den, bergen, zeeën en andere geogra fische objecten die niet voorkwamen in de Lijst van Landnamen. Voorwaarde voor opname zou zijn dat deze na men frequent moesten worden ge bruikt in in het Nederlands geschre ven teksten. De werkgroep zou haar activiteiten baseren op dezelfde uit gangspunten als de BAN I, en dat maakte het ook voor degenen die zich eerder hadden teruggetrokken mogelijk zich er weer voor in te zet ten (zie kader BAN II). BAN II Rentenaar (voorzitter), Boumann, Cockx, Devos, Eelen, Van Groesen, Van Langen- donclc, Ormeling jr, Verhoeven en Visser. Toen de taak van het vaststellen van een gestandaardiseerde lijst van alle andere namen in 1995 was afgerond, verzocht de Taalunie de BAN II de nieuwe lijst te integreren met de bestaande Lijst van landnamen, en de laatste tevens te actua liseren. Het resultaat werd in 1996 gepu bliceerd als Buitenlandse aardrijkskundige GEO-INFO 2005-2 mm ft Mm •it! mei 4 Belarus of Wit-Rusland? iaal unie 'er sum a I rü De tweede Werkgroep Bui tenlandse Aardrijkskundige Namen (BAN II, 1993-1996)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2005 | | pagina 14