In Land Water van november 2004
claimt Schokking onder de kop "Bo
demdaling erger dan broeikasef
fect" dat de bodemdaling langs de
Nederlandse kust tot 40 cm per eeuw
kan bedragen. Gecombineerd met een
zeespiegelstijging van 20 tot 85 cm per
eeuw zou dat veel eerdere en forsere
maatregelen voor een effectieve zee
wering nodig maken. Dat de dreiging
in werkelijkheid behoorlijk meevalt,
mag onder andere blijken uit de ge tij
denmetingen langs de kust. Deze ge
ven over de periode 1886 tot 1997 rela
tieve zeespiegelstijgingen te zien tus
sen de 12 en 23 cm per eeuw (van On-
selen 2001: The influence of data quali
ty on the detectability of sea-level
height variation). De gemeten relatie
ve zeespiegelstijging is de som van de
absolute zeespiegelstijging en absolu
te daling van het getij denstation. Als
de absolute zeespiegeldaling in de vo
rige eeuw de door Schokking genoem
de waarde van 15 cm heeft bedragen,
is de daling van de getijdenstations
tussen de -3 en +8 cm per eeuw ge
weest. Dit sluit goed aan bij de analyse
A.P.E.M. Houtenbos.
van de tweede tot vijfde nauwkeurig
heidswaterpassing: 0 tot 10 cm per
eeuw daling van ondergrondse mer
ken langs de Nederlandse kust (Leu-
sinlc 2003: Wat waterpasgegevens ver
tellen over geologische bodembewe
ging).
De vraag resteert, hoe Scholcking dan
tot vier maal zoveel bodemdaling
komt. De gebruikte methodiek is in
wezen gelijk aan die van Leusinlc met
twee verschillen. Scholcking berekent
de bodemdaling uit historische hoog
tes ongeacht verschillen in aansluit-
hoogten, die tot 2,5 cm kunnen op
lopen. Afhankelijk van de periode
waarover de dalingssnelheid wordt be
rekend kan dit fouten tot 25 cm per
eeuw opleveren. Het tweede verschil is
de stabiliteit van de gebruikte punten.
De gemeten peilmerlcdaling is de som
van de daling van de ondergrond ter
plaatse van het peilmerk en de zetting
van het peilmerk in die ondergrond.
Onder overigens gelijke omstandighe
den zet een peilmerk in een zwaar ge
bouw zich veel sneller dan een in een
constructie met minimale fundatie-
druk. Verschillen van 4 mm per jaar in
de dalingssnelheid van peilmerlcen op
korte afstand van elkaar komen met
enige regelmaat voor in de kustprovin
cies. Door middeling van peilmerk-
snelheden over gebieden van beperkte
omvang kunnen zettingen van de bo
demdalingstrend worden gescheiden.
Interpretatie van peilmerlczetting in
de ondergrond, als ware het bodemda
ling van die ondergrond, kan fouten
van 40 cm per eeuw opleveren.
Ondanks waarschuwingen in de NAP
publicaties worden bodemdalings
analyses regelmatig gebaseerd op
historische hoogtes zonder zich
voldoende rekenschap te geven van
aansluitverschillen en verschillen
tussen peilmerlcdaling en bodemda
ling. Hoogste tijd om ons over een
soort HTW voor deformatieproble
men (Teunissen, in Geo-Info 2004
nr. 10) te buigen.
GEZIEN
J
Ronddraaiende
kaarten in Thailand,
Hat Yai 1999 (links) en
Ayuthaya 2004 (rechts).
Foto's: Irwin van Hunen
rr
GEO-INFO 2005-2
Alarmerende bodemdaling of misrekening?