Fig. 7. Topografie gemodelleerd in geïntegreerd 2,5D TIN en 3D TEN Trtcgratf- TIN T£N bijzonder door het brede scala aan gebruikers en toepassin gen; denk aan alle verschillende sectoren (IMRO, IMWA, IM- KICH, etc.) in de piramide Geo-Informatiemodellen van het Basismodel Geo-Informatie. Met dit brede toepassingsdo mein in het achterhoofd is het belangrijk om een datamo- del en structuur te kiezen die het mogelijk maakt om ver schillende vormen van output te leveren, zoals polyhe drons, surface-TINs, etc. Het afleiden van verschillende vor men is het beste mogelijk vanuit simplexes, reden om voor 3D topografie te kiezen voor de combinatie van TIN en TEN- aanpalc (zie oolc fig. 7). Inhoud onderzoek De centrale vraag van het onderzoek is hoe een 3D topogra fische terreinrepresentatie kan worden gerealiseerd in een object-gericht geïntegreerd TIN/TEN model. Binnen deze vraag kunnen drie afzonderlijke stappen worden onder scheiden, die overigens niet strikt op elkaar zullen volgen, maar eerder in een iteratief proces zullen plaatsvinden. Als eerste stap zal het onderzoek zich richten op het logi sche ontwerp van het model. Dit model is object-gericht, wat betekent dat vertrouwde topografische objecten zoals wegen, huizen en rivieren in het model opgeslagen kunnen worden opgeslagen en bevraagd. In het model zullen dus zowel geometrie als semantiek terug moeten komen. In het geval van een TEN betekent dit dat bijvoorbeeld de begren zing van een huis wordt vastgelegd in de geometrie van de punten, lijnen en vlakken, die op hun beurt een volume be grenzen dat het object huis representeert in het model. Een ander aspect van het ontwerp van het model is dat het een geïntegreerd TIN/TEN model wordt. De TIN/TEN combinatie is gekozen om zo complexe gebieden in 3D te kunnen mo delleren, terwijl in minder complex gebied volstaan kan worden met 2,5D modelleren. Dit vereist algoritmen voor het opbouwen van zowel een constrained TIN (een TIN dat objecten bevat) als van constrained TENs. Gezien de com plexiteit van constrained TENs is ervoor gekozen om elk 3D object als afzonderlijk TEN te representeren. Deze 3D objec ten worden vervolgens op of onder het terreinoppervlak (het TIN) 'geplakt'. Deze integratie is ook een punt van aan dacht, want in het datamodel zullen de TIN en TENs goed op elkaar moeten aansluiten, niet alleen geometrisch maar ook topologisch, om zo analyses om het geïntegreerde mo del mogelijk te maken. De tweede stap in het onderzoek richt zich op de vraag hoe een 3D topografische representatie er eigenlijk uitziet. Dit vereist onder andere het uitbreiden van huidige 2D topo grafische productspecificaties naar 3D specificaties. Geke ken zal worden hoe dit het beste kan, mede door specificaties van bestaande datasets met een 2,5D of 3D compo nent, zoals de DTB Nat en de DTB Droog van Rijkswaterstaat, te analyse ren. Binnen deze stap zal ook onder zocht worden hoe de verschillende bronbestanden, zoals de TOPIONL en het AHN, gecombineerd kunnen wor den en of beide schaalniveaus wel op elkaar aansluiten. Zo bevat de huidige TOPlOvector 2 a 3 kenmerkende hoog tepunten per hectare, terwijl het AHN (5x5 m grid) er 62.500 bevat. Het aantal punten in de 3D dataset zal ergens tus sen beide waarden komen te liggen, waarbij oolc bepaald zal worden op welke wijze dergelijke punten geselec teerd kunnen worden. Een mogelijk heid daarvoor is het filteren op ken merkende hellingsveranderingen [Sto ter, 2004]. De derde stap draait om het woord realisatie in de centrale onderzoeks vraag. Tot nu toe zijn er tal van publi caties die op conceptueel niveau be schrijven hoe 3D GIS eruit zou moeten zien. Deze beschrijvingen zijn zeer nuttig, maar houden vaak op op het moment dat de echte problemen be ginnen. Dit onderzoek poogt een vol gende stap te zetten door de concep ten ook daadwerkelijk te implemente ren. Deze proof-of-concept zal uitgaan van implementatie van het datamodel in een geoDBMS, waarop met behulp van SQL of de bij de DBMS horende API de bewerkingen zullen worden uitge voerd. Ten slotte De ontwikkeling en implementatie van een datamodel voor 3D topografie is een grote uitdaging. Topografische bestanden kennen een zeer gevarieer de gebruikersgroep en als gevolg daar van ook een zeer gevarieerd aantal toe passingen. Door toenemend meervou dig ruimtegebruik en stijgend bewust zijn van de noodzaak van duurzame stedelijke ontwikkeling neemt de (la tente) vraag naar 3D topografie toe. Te gelijkertijd beschikt Nederland binnenkort over een objectgericht to pografisch bestand (de TOPIONL) en nu reeds over een landsdelckend hoogte bestand met unieke hoge puntdicht heid. Al deze ingrediënten tezamen vormen de aanleiding voor gedegen onderzoek naar 3D topografie. Door GEO-INFO 2005-3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2005 | | pagina 11