Het eerste aanvullende punt spreekt voor zich. De waarde van het tweede, aanvullende punt is, dat de resultaten niet afhankelijk zijn van verschillende weersomstandigheden en satellietconfiguraties bij verschillende weersomstandig- Fig. 3. heden. Het derde aanvullende punt zorgt ervoor, dat de Locatie van GPS- volgorde van het benaderen van de referentiemethoden kernnetpunten en geen systematische afwijkingen kan veroorzaken. referentiepunten Binnen het werkgebied van GWR liggen 6 GPS-lcernnetpun- ten. Op deze GPS-lcernnetpunten is het kwaliteitsonderzoek uitgevoerd, waarbij een vergelijking kan worden gemaakt tussen de enkel basisstation methode, de netwerkmethode en het eigen referentiestation. Hierdoor zullen de sterktes en zwaktes van het referentienetwerk naar boven komen. Tijdens het onderzoek is om beurt naar drie vaste referen tiestations ingebeld per GPS-lcernnetpunt om de afstandsaf hankelijkheid van de vaste referentiestations af te kunnen leiden. Voor het eigen referentiestations zijn punten geko zen op 4,5 tot 5 kilometer van de GPS-lcernnetpunten. Deze afstand is zo gekozen omdat het VRS doorgaans op een der gelijke afstand van de Rover wordt berekend. In fig. 3 zijn de locatie van de GPS-lcernnetpunten, de vaste referentie stations en de eigen referentiestations weergegeven. De referentiestations van de netwerkreferentiemethode die rondom het werkgebied van GWR liggen zijn: Oostvoorne (25 1cm west), Houten (50 1cm oost), Roosendaal (40 1cm zuid) en IJmuiden (60 1cm noord). Volgens bovenstaande procedure zijn over een periode van drie weken in totaal 908 initialisatiepogingen gedaan en 8636 coördinaatwaarnemingen uitgevoerd. De GPS-lcern netpunten zijn in die drie weken allemaal vijf maal be zocht. Bij ieder bezoek werd de GPS-ontvanger opgesteld op een statief boven het GPS-lcernnetpunt. Wanneer de ontvan ger was opgesteld, werden in willekeurige volgorde initiali satiepogingen ondernomen naar de verschillende referen tiestations. Wanneer met alle referentiestations 10 coördi naatwaarnemingen waren gedaan binnen één initialisatie, werden alle stations wederom in willekeurige volgorde af gelopen. Per bezoek aan een GPS-lcernnetpunt werden 5 tot 10 initialisaties uitgevoerd per referentiestation. Fig. 4. Tijdreeks van de coördinaatverschillen van de coördinaat waarnemingen met de bekende coördinaten van de GPS-kernnetpunten. Van onder naar boven Vast referen tiestation, Virtueel referentiestation en Eigen referentie station. Links ruwe meetresultaten, rechts schone meetresultaten na toetsingsprocedure Toetsing van de initialisatie In fig. 4 is een reeks van alle coördinaatwaarnemingen op station B te zien, waarbij van boven naar beneden een onderscheid is gemaakt per referentie methode. In de linker figuur zijn alle ruwe coördinaatwaarnemingen gevi sualiseerd, in de rechter figuur de coördinaatwaarnemingen na opscho ning door middel van de hier onder beschreven toetsingsprocedure. Met name voor het vaste referentiesta tion en het virtuele referentiestation zijn in fig. 4 uitschieters in de data zichtbaar. Opvallend aan de uitschie ters is, dat zij voorkomen in een reeks van opeenvolgende coördinaatwaarne mingen. Nadere analyse van de reeks van uitschieters leert, dat deze reeks al tijd bestaat uit coördinaatwaarnemin gen die binnen één initialisatie zijn ge daan. De uitschieters hebben negatieve invloed op de empirische standaardaf wijkingen. De uitschieters zijn waar schijnlijk geen toevallige afwijkingen, maar meetfouten als gevolg van een verkeerde initialisatie. De 3D basislijn tussen het, al dan niet virtuele, basis station is niet juist bepaald. Met be hulp van een toetsingsprocedure lean nu de alternatieve hypothese van een verkeerde initialisatie ofwel totaal 10 verkeerde coördinaatwaarnemingen worden getoetst tegen de hypothese dat de initialisatie juist is. Dankzij het grote aantal coördinaat waarnemingen is de toetsingsprocedu re een krachtige procedure. Het waar nemingsmodel voor het experiment is eenvoudig, immers uit een reeks van coördinaatwaarnemingen wordt één onbekende coördinaat bepaald, wat ook de toetsingsprocedure eenvoudig maakt. De inwendige betrouwbaar heid van de toetsing op een groep van coördinaatwaamemingen is dankzij het eenvoudige waarnemingsmodel en het grote aantal coördinaatwaarne mingen minder dan twee centimeter. Dit betekent dat in 80% van de geval len een fout van twee centimeter of meer in een coördinaatwaarneming door de initialisatie wordt gevonden. In de reeks van coördinaatwaarnemin- GEO-INFO 2005-3 ml 7*g msun Noordzee Hoek van Holland Vlaardingen Brielle Spijkenisse GPS-kernnetpunt (Q) Vast referentiestation Eigen referentiestation ©Gemeentewerken Rotterdam, Afd. LV, 2005

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2005 | | pagina 29