GPS-lcernnetpunten. De 3D-coördinaten worden in figuur 5 uitgedrukt in lokaal East, North en Up, in plaats van ETRS '89, voor een eenvoudige interpretatie van de resultaten. De verwachting van de het gemiddelde verschil van de coördinaatwaarnemingen ten opzichtte van de bekende coördinaten is nul, maar zoals te zien is in de figuur is dit niet het geval. De oorzaak hiervan ligt in de precisie van de GPS-lcernnetpunten én de precisie van de coördinaten van de referentiestations. De blauwe ellips geeft het 95% betrouwbaarheidsgebied van de relatieve precisie van de GPS-lcernnetpunten en de referentiestations, in alle ge vallen valt het gemiddelde binnen deze ellips. Dit bete kent, dat de afwijkingen ten opzichte van de bekende coördinaten kunnen worden toegeschreven aan de kwa liteit van de coördinaten van de GPS-lcernnetpunten en de coördinaten van de referentiestations. Voor het vaste referentiestation is te zien, dat op punt B op een afstand van 29 kilometer van het vaste referentie station de resultaten minder goed zijn dan op punt E, dat op een afstand van 1 kilometer van een vast referentie station ligt. Voor het virtuele en het eigen referentiesta tion zijn de verschillen tussen de precisie op de verschil lende stations klein. Voor het VRS is het kleine verschil in precisie op de verschillende punten te verklaren, doordat het VRS weinig last heeft van afstandsafhankelijkheid. Voor het eigen referentiestation geldt, dat het altijd on geveer op gelijke afstand van de GPS-lcernnetpunten is ge plaatst en er dus geen afstandsafhankelijkheid lean zijn. Het eigen referentiestation heeft duidelijk de beste preci sie, want de spreiding van de resultaten is hier het kleinst. In tabel 2 wordt de empirische nauwkeurigheid gegeven van de verschillende referentiestations. Deze empirische standaardafwijking is berekend met behulp van alle coördinaatwaarnemingen met een referentiestation op alle zes GPS-lcernnetpunten. Voor het bepalen van de sig nificantie van de resultaten is ook de standaardafwijking van de empirische standaardafwijking bepaald. Door het grote aantal coördinaatwaarnemingen is de standaardaf wijking van de empirische standaardafwijking in alle ge vallen beter dan 0,1 millimeter. Met andere woorden: de standaardafwijkingen in tabel 2 zijn met hoge precisie bepaald. Daarnaast zijn de standaardafwijkingen van de empirische standaardafwijkingen per methode nagenoeg gelijk, waardoor het gerechtvaardigd is de waarden in de tabel met elkaar te vergelijken. Station on,e [m] Ou [m] Vast Referentiestation 1 0,018 0,032 Vast Referentiestation 2 0,018 0,040 Vast Referentiestation 3 0,011 0,019 Virtueel Referentiestation 0,015 0,026 Eigen Referentiestation 0,008 0,013 Uit de tabel blijkt, dat het eigen referentiestation de beste prestaties levert en dat nauwkeurigheden van ongeveer één centimeter haalbaar zijn met GPS-RTK. De commer ciële referentiemethoden ontlopen elkaar niet veel. Fig. 6. Af stands afhankelijk heid van het vaste refer en ti enetwerk Afstandsafhankelijkheid van de vaste referentiestations In de scatterplots van fig. 5 werd al dui delijk, dat de afstandsafhankelijkheid van de vaste referentiestations is af te leiden uit de resultaten. In fig. 6 is een geïnterpoleerde lijn te zien van de preci sie van de vaste referentiestations uitge zet tegen de afstand waarop de vaste re ferentiestations zich bevinden. De lijn is het resultaat van een gewogen kleinste kwadraten interpolatie door de bereken de empirische standaardafwijkingen per punt. Het gewicht van een empiri- (doorgetrokken lijn) sche standaardafwijking is voorname en de nauwkeurig heid van de netwerk- referentiemethode (gestippelde lijn) lijk afhankelijk van het aantal coördi naatwaarnemingen op een punt. De ge streepte lijn geeft de precisie van het vir tuele netwerk aan. Tabel 2. Empirische nauwkeurigheid van de referentie stations in het horizontale vlak en in de hoogte. Uit deze figuur wordt de mindere pre cisie in hoogte van coördinaatwaarne mingen met GPS duidelijk. Op het snij punt van de doorgetrokken lijn en de gestreepte lijn zijn de vaste referentie methode en de virtuele methode gelijk waardig. Het snijpunt ligt voor de hoogtemetingen op 15,6 kilometer en voor het horizontale vlak op 22 kilome ter. Voor grotere afstanden is de net- werlc-referentiemethode beter, op kor tere afstand het vaste referentienet werk. De commerciële vaste referentie stations in de regio Rotterdam dekken het werkgebied van Gemeentewerken Rotterdam momenteel zodanig af dat de afstand naar een vast referentiesta tion altijd kleiner is dan de afstand waarop de beide methoden gelijk waardig zijn. Conclusies De praktische nauwkeurigheid van GPS- RTK is met behulp van een groot experi- GEO-INFO 2005-3 148

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2005 | | pagina 31