i
lh* raflII L a»i|nriiiF iif j
«KT.il duii.
middel van een 'portrayal service' worden de foto's geïnte- Fig. 6. User defined
greerd tot een naadloos beeld. Deze gegevens worden dan chaining en
door een 'reprojection service' in de gewenste projectie ge- workflow managed
zet. De thematische gegevens worden vervolgens in de chaining
juiste projectie aangeboden door een feature service, en ge- [Keiser, 2003].
ïntegreerd in het eindbeeld.
Uitdaging in het webservicesconcept is om te weten wie
controle heeft over dit proces; waar wordt het proces gede
finieerd? Wie kan het proces 'aanroepen', etc? Binnen de
standaard ICT-wereld wordt thans hard gewerkt aan stan
daarden om 'service chains' te definiëren en uit te voeren.
Men spreekt in dit verband ook wel over de 'choreography'
van een proces binnen een webservice architectuur.
11BPEL is een stan
daard die ontwik
keld is door BEA
Systems, IBM,
Microsoft, SAP AG
en Siebel Systems.
In dit kader zijn twee benaderingen van belang: 'user defi
ned chaining' versus 'workflow managed chaining'. In fig.
6 wordt dit toegelicht. In benadering 1 is sprake van user
defined chaining: de applicatie bepaalt zelf wellce services
in welke volgorde worden uitgevoerd. In benadering 2
wordt de volgorde bepaald door de intelligentie van de
architectuur. In dit voorbeeld is het nodig dat deze intel
ligentie van de keten (de beschrijving van het proces) is
vastgelegd.
In fig. 7 wordt geïllustreerd dat er drie
niveaus zijn waarop standaardisatie
plaatsvindt:
Messages: hoe praten services met
elkaar? Het W3C heeft voor de com
municatie van berichten de SOAP
standaard (Simple Object Access
Protocol) ontwikkeld.
Descriptions: hoe dienen services te
worden beschreven (meta-informa-
tie over de service, bijvoorbeeld wat
kan de service)? De standaard WSDL
(Web Service Definition Language)
is hiervoor in het leven geroepen.
Processes:
- Hoe lean men services vinden (om
ze te integreren in een keten)?
- Hoe kan men ketens van services
definiëren en gebruiken?
Het meeste werk is nog te verzetten
binnen het domein van de 'processes'.
Er is inmiddels al een industriestan
daard om business processen te be
schrijven en uit te voeren: de Business
Processing Execution Language (BPEL)1*.
Deze standaard moet XLANG (van
Microsoft) en WFSL (van IBM) gaan
vervangen. Hiermee kunnen ketens
van webservices worden gedefinieerd.
Daarnaast is de UDDI-'standaard' van
belang. UDDI staat voor Universal Des
cription, Discovery and Integration
of Web Services en vertelt waar data
lean worden gehaald en wat de (plat
formonafhankelijke) structuur is.
Voor het realiseren van deze services architectuur kan ge
bruik worden gemaakt van standaarden uit de 'conventio
nele' ICT-wereld en specifieke geo-ICT standaarden.
Als we kijken naar geo-webservices die
momenteel zijn geïmplementeerd,
dan zijn dat meestal data-services (bij
voorbeeld WMS, WFS en WCS) en
Architectuur Stack registry services (bijvoorbeeld CS-W).
(bron W3C). Helaas komt het geregeld voor dat de
Fig. 7.
W3C Webservice
Gelukkig hoeven we ons als GI-specialisten steeds minder
druk te maken over technische standaarden om de service
architectuur te realiseren: deze worden ons aangereikt
uit de 'standaard' ICT-wereld. In plaats van overal speci
fieke geo-ICT-standaarden voor te bedenken, is het van be
lang goed te volgen wat er in de 'standaard' ICT-wereld ge
beurt en hierbij aan te sluiten. Het is interessant om te
zien dat binnen het W3C industrie standaarden zijn ont
wikkeld (en in ontwikkeling zijn) die de complete archi
tectuur van webservices ondersteunen. In dit artikel volgt
hiervan een beknopt overzicht.
f
3
r
1
r
rfPT
■i
a
GEO-INFO 2005-5
11. Jj .vi,
MB IE-'
E
It* 4
'i 11I ii j. i L I: 'ütr iff i |i|iliff jilaiiki
Appl j iiKn
E -
k| |i 11 -I - 11 2: I J'.r ill' °!<i if r i li.iii
r-jjn#ili iei" In>1 r|f-rniJri ii nf
ji|i|tlir jHiibi rupli lit
Dili»**# LTHfrfV
53
E
«I
H
T
M
ii
Pt
1
Maar waar staan de
geo-webservices nu?
Standaardisatie:
Web Service Architecture Stack
I
i
1
H