V-,
Rob van de Velde
Eén van de grote charmes van het wer
ken bij een uitvoeringsorganisatie als
de Dienst Landelijk Gebied, zijn de con
tacten met burgers, agrariërs en na
tuurbeschermers. Mensen uit de prak
tijk die hun bestaan opbouwen of ge
woon hun werk doen en dan op een dag
te maken krijgen met de overheid. De
overheid die jij dan vertegenwoordigt
omdat er bijvoorbeeld vragen zijn over
beleidslcaarten, het registreren van het
landgebruik of zorgen over de privacy.
Opgeleid als geograaf, professioneel al
twintig jaar bezig met digitale geo-in-
formatie, ben ik nog steeds geboeid
door de mogelijkheden van geo-infor-
matietechnologie. Mooie 3D-visualisa-
ties, een strakke GIS-viewer die in no-
time alle relevante gegevens over een
plangebied tentoonspreidt of een hand
zame PDA met GIS en GPS in de buiten
dienst, ik kan er van genieten.
Maar als ik terugkijk op een aantal
highlights dan zijn het toch de ontmoe
tingen en belevenissen met mensen uit
het veld die veel indruk hebben ge
maakt.
Het zal geen verrassing zijn dat bij de
uitvoering van het beleid van het
Ministerie van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit er veel contacten ont
staan met medewerkers uit de groene
sector: boeren, vissers, natuurbescher
mers, campingeigenaren. Zij vormen
niet de exclusieve doelgroep van het
Ministerie, want er zijn veel meer
Nederlanders die belang hechten aan
de kwaliteit van de natuur of rekenen
op veilig en gezond voedsel, maar gege
ven de inhoud van hun werk komen de
ze beroepsgroepen uiteraard gemakke
lijk in aanraking met het departement.
Hoewel er nog veel kan verbeteren aan
het ontsluiten van geo-informatie voor
deze beroepsgroepen, zijn er in de laat
ste jaren toch al de nodige successen
geboekt.
Duizenden agrariërs hebben in landin
richtingsprojecten kennisgemaakt met
(digitale) kadastrale, bodemlcundige,
archeologische en grondgebruilcslcaar-
ten. Op grond van deze informatie wor
den na verloop van tijd landbedrijven
verplaatst uit kwetsbare natuurgebie
den en/of wordt de gemiddelde kavel-
omvang vergroot. Opvallend is het 'ge
mak' waarmee leden van landinrich
tingscommissies zich de mogelijkheden
van geografische informatietechnolo
gie eigen maken. De commissievergade
ring is nog niet begonnen of medewer
kers van de Dienst Landelijk Gebied en
het Kadaster klappen hun laptops open
en via de beamer flitsen de digitale
luchtfoto's en perceelskenmerlcen over
de muur in het verenigingsgebouw of
dorpscafé.
Om in aanmerking te komen voor Euro
pese landbouwsubsidies dienen alle
agrariërs jaarlijks op gedetailleerde
kaarten hun gewaspercelen aan te ge
ven. Deze perceelsgrenzen worden door
de Dienst Regelingen gedigitaliseerd
en als een basisregistratie voor diverse
landbouwregelingen beheerd. Sinds
kort kunnen alle agrariërs op de web
site van het LNV Loket hun perceels-
gegevens raadplegen met behulp van
een ID en TAN-code. Door middel van
panels worden agrariërs gevraagd om
hun gebruilcswensen aan te geven.
Internetschermen met GIS-functiona-
liteit worden aan hen voorgelegd, waar
op enthousiast wordt gereageerd.
Recent is bij Staatsbosbeheer een grote
stap vooruit gezet bij het ondersteunen
van de boswachters met geo-informatie-
producten. In het verleden werden al pi
lots met desktop GIS in de werlcschuren
uitgevoerd. Deze wakkerden de GIS-vra-
gen wel aan maar boden nog geen be
vredigende oplossing. In 2001 werden
enkele experimenten gedaan met inter-
netmapping. Op een stand-alone die
aan het LNV netwerk was gekoppeld,
werden de eerste GIS stappen op het in
tranet gezet. Er kwam groen licht om
een test uit te voeren. Opzichters met
variabele IT-lcennis en -kunde werden
aangewezen als proefkonijn. De resulta
ten waren uitstekend. De opzichters
zeer enthousiast, weinig meetbare
netwerkbelasting, goede performance.
Klaar om door te stoten naar landelijke
implementatie lanceerden de GIS speci
alisten van SBB hun voorstellen. Toch
lukte dat nog niet. De business-case was
blijkbaar nog niet sterk genoeg.
Toen kwam PISA, het nieuwe grote
integrale informatiseringsprogramma
bij Staatsbosbeheer. "GIS in de werk
schuur" kon uitstekend mee onder de
PISA-vlag. Nieuwe ronden, nieuwe kan
sen voor dit idee dat heel sterk leefde
bij de GIS-specialisten. Het project start
te in het voorjaar van 2004.
Omdat er gebruik wordt gemaakt van
internettechnologie is de applicatie ook
beschikbaar vanachter de dunne net
werk-lijntjes die richting de werlcschu
ren in de boswachterijen lopen. OGIS, de
officiële naam van "GIS in de werk
schuur", is in het najaar van 2004 in pro
ductie gegaan. Het aantal GIS-gebrui-
lcers bij Staatsbosbeheer werd zo in één
klap verdrievoudigd. Alle opzichters en
boswachters kregen direct toegang tot
de actuele geografische gegevens.
Ilc heb zelden gebruikers ontmoet die
zo enthousiast zijn over hun GIS hulp
middelen als de boswachters.
GIS in de werkschuur, in het café of aan
de keukentafel van de boer. Ilc ben er
van overtuigd dat de overheid steeds
meer gebruik zal maken van geo-infor-
matietechnologie bij communicatie
met burgers en ondernemers.
Rob van de Velde
Hoofd GIS Competence Center,
een samenwerkingsverband van Dienst
Landelijk Gebied en Dienst Regelingen,
uitvoeringsorganisaties van het Ministerie
van LNV. Hij is tevens verbonden aan het
SPINlab van de Vrije Universiteit.
Reacties op deze column zijn welkom
naar r.j.vdvelde@minlnv.nl
GEO-INFO 2005-6
Geo-lnfo in de Praktijk
GIS in de werkschuur
307