Oratie hoogleraar Geo-informatie Infrastructuur
ij besluit van het College van Bestuur van 15 juni 2004
werd prof.mr. J.W.J. Besemer benoemd tot hoogleraar
in de Faculteit Techniek, Bestuur en Management aan
de TU Delft. Op 27 april 2005 hield hij ter gelegenheid van
zijn ambtsaanvaarding als (bijzonder) hoogleraar Geo-infor
matie Infrastructuur een oratie. De titel was: "Belang, be
wustzijn en betrokkenheid, de Rijksoverheid en de Geo-In-
formatie Infrastructuur". Tot in 2004 was mr. Besemer voor
zitter van de Raad van Bestuur van het Kadaster. Volgens
noot 44 is de tekst van de rede gebaseerd op de stand van za
ken op 1 februari 2005. De veranderingen in de infrastruc
tuur bleven sindsdien bescheiden: alleen het feit dat mi
nister De Graaf recent zijn nek uitstak op het stuk van de
authentieke registraties lijkt gedateerd.
Besemer betoogde dat wederzijds gebruik van dezelfde
geografische informatie grote voordelen kan hebben. "Er is
dan in beginsel geen discussie mogelijk over de aard van die
informatie. Een stevige besparing van kosten voor inwin
ning, opslag en dergelijke mag er oolc van verwacht wor
den. Dat is zowel prettig voor de burger, het bedrijfsleven
als voor de overheid. Dat wederzijds gebruik komt echter
niet vanzelf tot stand, dat vraagt nogal wat. Daarbij komt
het begrip geo-informatie-infrastructuur om de hoek kij
ken. Dat is - in mijn woorden - het samenspel van techni
sche, juridische, organisatorische en institutionele voor
waarden dat voorhanden moet zijn om tot uniforme, be
trouwbare en door alle gebruikers geaccepteerde informa
tie te kunnen komen die doelmatig gebruikt en eenvoudig
uitgewisseld kan worden."
De hoogleraar vond dat klinken als een zaak waar de over
heid het nodige aan zou moeten doen en vroeg zich af of
dat met voldoende bewustzijn en betrokkenheid gebeurt.
Lezen van
de oratie.
Adri den Boer,
redacteur
Drukke receptie.
Met instemming haalde Besemer het
besluit van de Ministerraad van eind
2003 aan om twintig miljoen euro toe
te kennen aan het programma "Ruim
te voor Geo-informatie". Hij herinner
de echter ook aan de 'redelijk lange
totstandkomingsgeschiedenis' ervan.
Memoreren van het groeipad tot de
subsidie was haast pijnlijk correct en
Besemer zei letterlijk over 2002: "Vier
partijen (TNO/NITG, Alterra, de Advies
dienst voor Geo-informatie van Rijks
waterstaat en de Ravi) vormen een
stuurgroep om tot een lcennisconsorti-
um te komen. Enige tijd later voegt het
Kadaster zich hierbij."
Trage geschiedenis
Aan de hand van de historie onderzocht
Besemer of het Rijk steeds een warme
belangstelling had voor geo-informatie.
"Topografie op rijksniveau bestaat een
kleine tweehonderd jaar; kadastrale in
formatie op dat niveau is zo'n 170 jaar
verkrijgbaar. In de negentiende eeuw
zijn veel inspanningen verricht om te
komen tot een landsdeklcende topogra
fie en een landsdeklcend Kadaster. De
invoering van een bruikbaar Rijksdrie-
hoeksstelsel als basis voor de landmeet
kunde en de lcartografie heeft lang ge
duurd en is pas in 1928 voltooid. In die
tij d is er al sprake van een situatie waar
in de Topografische Dienst van Defen
sie en het Kadaster, dat tot de zeventi
ger jaren van de vorige eeuw deel uit
maakt van het ministerie van Finan
ciën en daarna van het ministerie van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Orde-
GEO-INFO 2005-6
Professor Besemer
wil nu versnellingen