wel heel goed is en dat er zeer veel mee mogelijk is maar dat het veel te inge wikkeld zou zijn (meer dan vijfhon derd pagina's specificaties). Eén van de sprekers, Ed Parsons van Ordnance Survey in Engeland, hield juist een vurig pleidooi voor het gebruik van GML3. Op basis van de Hype-Cycle gaf hij aan dat GML na overspannen ver wachtingen nu langzaam maar zeker naar een productief en volwassen ni veau aan het klimmen is. Aardig was dat hij daarbij als voorbeeld ook de ToplONL liet zien! Een mooie vergelij king die Parsons gebruikte was dat nie mand klaagt over de complexiteit van iets als PostScript (minstens zo com plex en algemeen gebruikt) maar wel over die van GML. In de afsluitende dis cussie vroeg ilc of de inleiders mis schien een verklaring hadden voor de teleurstellende resultaten van de der de GML-estafette (georganiseerd door GIN in Nederland). Die was er niet di rect, zeker omdat deze nog niet met GML3 was uitgevoerd. Overigens wel aardig te merken dat 'onze' GML-esta fette internationaal nauwkeurig ge volgd wordt! Wat wel duidelijk werd is dat er producten voor GML gecertifi ceerd kunnen worden als het GML-pro- fïle (in dit geval van de ToplONL) goed is vastgelegd. Wat dat betreft is er nog veel werk te verzetten. congrespresident met gitaar. Om goed door het uitgebreide lezingenprogramma te navi geren, is wat voorbereiding nodig. Wat veel van de GITA-le- zingen interessant maakt, is dat het 'real-life' verhalen zijn die voor mij toch meer waarde hebben dan theoretische uiteenzettingen. Er wordt strikt toegezien op het niet-com- merciële karakter van de voordrachten, verkooppraatjes zit ten er niet tussen. Wat opviel was dat de nadruk op 'Critical Infrastructure Protection' inmiddels iets minder is dan vo rige jaren maar toch nog goed voor één track van een dag. Verder veel lezingen over organisatiebrede implementaties, mobiele toepassingen, ROI en business cases en web-toepas singen. Binnen het track "Web-Applications" mocht ik zelf een in leiding verzorgen. Hierin ben ik vooral ingegaan op de or ganisatorische ontwikkelingen binnen Rijkswaterstaat en dan met name de centralisatie en hoe het Geoservices-con- cept daarbinnen past en hoe we dat concept nu binnen Rijkswaterstaat realiseren. Elk jaar is er een rondetafel voor vertegenwoordigers van GITA-organisaties van buiten Noord-Amerilca. Aangezien GIN sinds haar oprichting ook de Nederlandse GITA-ver- tegenwoordiger is, mocht ik hierbij aanschuiven. Het was een bont gezelschap met mensen uit Afrika, Japan, China, Zuid-Amerika en een paar Europese landen. Naast onder werpen die te maken hebben met het runnen van een vak organisatie en de relatie met de GITA-moederorganisatie in de VS, ging het ook vooral over de ontwikkeling van natio nale geo-infrastructuren. Treffend vond ik de reactie van de Zuid-Afrikaanse deelnemer: "voor een nationale geo-inffa- structuur hebben we momenteel nog geen enkele aan dacht, alle aandacht is gericht op zaken als de beperking van de verspreiding van AIDS. Overigens wordt daarbij wel dankbaar gebruik gemaakt van GIS". Verder gaf de Chinese deelnemer een aardig beeld van de explosieve ontwikkeling van GIS in zijn land. Bijna iedereen moet behoorlijk reizen om aan dit evene ment deel te kunnen nemen. Het is niet zoals bij ons in Nederland dat de meeste 'één dagje congres doen'. Nee, vrijwel iedereen blijft meerdere dagen en een behoorlijk aantal zelfs de hele week. Oracle had een tweedaags seminar aan het congres vastgeplakt en heel wat mensen maakten gebruik van die combinatie. Voordeel hiervan is natuurlijk dat er ook 's avonds behoorlijk wat te doen is. Wat dit jaar erg aardig was, was de 'Cheetah-borrel'. De GITA-Cheetahs is een genootschap van jonge professio nals binnen GITA. Wat onder 'jong' verstaan wordt, werd in het midden gelaten, ervan uitgaande dat mensen die indeling zelf wel konden maken. Misschien een aardig idee voor Nederland: een club voor jonge GIN-professio nals? GEO-INFO 2005-6 U1A Negen parallelle sessies International round table Avondprogramma

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2005 | | pagina 47