e eerste waterschappen zijn al in de dertiende eeuw
ontstaan. Aanvankelijk gebeurde dat alleen in het
laagland en langs de grote rivieren maar later ook
op de hogere gronden. Pas tegen het einde van de twintigste
eeuw is vrijwel geheel Nederland in waterschapsverband
gebracht. In een bepaald gebied konden meerdere water
schappen werkzaam zijn: vele kleine waterschappen, vaak
polder geheten, zorgden voor de detailafwatering terwijl
een overkoepelend waterschap, vaak hoogheemraadschap
geheten, daar toezicht op hield en zelf zorgde voor de regio
nale afwatering. Verder kon een apart dijkwaterschap zor
gen voor de waterkeringen en later een zuiveringsschap
voor de kwaliteit van het water.
In de loop der eeuwen is er veel veranderd in het aantal
waterschappen, de omvang van hun beheergebied en hun
taken en bevoegdheden. Met de Grondwet uit 1848 is het
woord 'waterschap' een algemeen begrip geworden en
werd de rol van de provincie duidelijk vastgelegd. Met de
Waterschapswet uit 1991 zijn vervolgens de taken beperkt
tot waterkwantiteit, waterkwaliteit en waterkering. Verder
mogen waterschappen alleen nog land- en vaarwegen behe-
Maurice
Damoiseaux
coördinator ICT
en GIS bij Water
schap Peel en
Maasvalleien lid
Overleg Geo-
informatie van
de Unie van
Waterschappen.
Fig. 1. Aantal
waterschappen
sinds 1850.
1850:
IQ c;n-
3.500
vt &nn
1967:
1.660
1970
-ooo
1980:
t
600
1990:
129
2000:
57
2003:
48
2004:
37
2005:
27
ren als ze tenminste ook één van deze
hoofdtaken vervullen. Met deze wet
zijn ook titels als hoogheemraadschap,
polderdistrict, dijkschap, wegschap en
zuiveringsschap afgeschaft en vervan
gen door het algemene begrip water
schap. De afgeschafte titels kunnen
wel nog terugkomen in de eigennaam
van het waterschap, maar niet als
soortnaam. Het aantal waterschappen
is tussen 1850 en heden sterk afgeno
men, zoals figuur 1 laat zien. Hierdoor
zijn krachtige waterschappen ont
staan die alle drie de hoofdtaken inte
graal uitoefenen.
Ondanks de voortdurende veranderin
gen in de waterschapsgrenzen zijn
hier weinig landelijke overzichten van
bekend. Mogelijk komt dat omdat de
oprichting en opheffing van water
schappen een provinciale taak is en
van provincies lean men geen lande
lijke karteringen verwachten. Meestal
gaat een provincie bij oprichting van
een waterschap niet verder dan het
vastleggen van de grens op een analo
ge, kleinschalige kaart. Kleine aanpas
singen worden vervolgens aan de wa
terschappen overgelaten maar een
voorstel daartoe gaat meestal wel ter
goedkeuring naar de provincie. Zelden
maakt de provincie een gedetailleerde
kaart van de waterschappen op haar
grondgebied. Op dit moment is alleen
van de provincie Overijssel een digi
taal bestand op schaal 1:2.000 bekend
dat tweemaal per jaar met gegevens
van de Overijsselse waterschappen
wordt bijgewerkt.
De voorloper van Rijkswaterstaat komt
de eer toe als eerste een uniforme lan
delijke kartering van de waterschaps
grenzen te hebben uitgevoerd. Vanaf
het begin van de Waterstaatslcaart
1:50.000 in 1865 werden daarop alle
waterschappen aangegeven met in het
randschrift de nummers van de Pro
vinciale Bladen waarin de oprichting,
het reglement en latere wijzigingen
daarvan zijn opgenomen. Nadeel was
wel dat het totale beeld over meer dan
honderd bladen was verdeeld en dat de
bladen in een langjarige cyclus werden
herzien. Daarom kwam Rijkswater-
GEO-INFO 2005-7/8
X
ii3UU
Naar een uniform landelijk bestand van w at e r s c h a p s g r e n z e n
De grenzen van water
schappen in beeld
Waterschappen zijn decentrale over
heden die de waterstaatsbelangen
verzorgen in een bepaald gebied. De
belangrijkste taken zijn de zorg voor
de waterkering, de waterkwantiteit en
de waterkwaliteit. Sommige water
schappen zijn ook verantwoordelijk
voor het beheer van land- en vaar
wegen. De grenzen van waterschap
pen zijn veelal waterstaatkundig
bepaald. Deze vallen bijvoorbeeld
samen met dijken of worden bepaald
door het stroomgebied van een
beek of rivier. Daarom doorsnijden
de waterschapsgrenzen vaak
gemeente- en provinciegrenzen.
j.
Geschiedenis van de
kartering