2001b]. Een minpunt van de kaartjes
was vooralsnog de geringe grootte
[Poppe Van Elzaklcer, 2002]. Veel rou
teplanners komen de gebruikers daar
in nu tegemoet met een doorklik-optie
naar een grotere kaart waarop in veel
gevallen ingezoomd kan worden op ge
deelten van de route. De routeplanner
van Google, (maps.google.com) is daar
van een goed voorbeeld. De route kan
er sinds kort zelfs bekeken worden
met een satellietbeeld als ondergrond
(fig. 1). Ook zogenaamde LineDrive-
lcaarten (Poppe Van Elzaklcer, 2002)
zijn bij meerdere routeplanners terug
te vinden, waaronder MSN Maps Di
rections. Deze kaarten tonen de route
als een geschematiseerd lijndiagram
waarbij de geografie van het wegennet
wordt losgelaten.
Routeplannergebruikers ervaren de
tailkaartjes als zeer praktisch om de
route-aanwijzingen in de beschrijving
goed te kunnen volgen [Poppe, 2001a;
2001b; Poppe Van Elzaklcer, 2002].
De routebeschrijvingen laten in het al
gemeen nog veel te wensen over. Om
een route onderweg goed te kunnen
volgen, is het belangrijk dat gebrui
kers op basis van de geprinte routebe
schrijving weten welke afslagen geno
men moeten worden. Vooralsnog ge
ven routeplanners de afstand en de
tijdsduur aan tot elke afslag en de
naam van de weg die vervolgens ge
volgd moet worden.
Slechts enkele routeplanners nemen
herkenningspunten op in de route
beschrijving. Een goed voorbeeld is de
website van de Britse Automobile Asso
ciation (www.theaa.com). In de route
beschrijving worden benzinestations,
Fig. 2. wegrestaurants en ziekenhuizen opgenomen. Ook worden
Mappy toont vaak de richtingaanwijzingen die op de verkeersborden
verkeersborden bij staan opgenomen in de beschrijvingen, zoals bij Locatienet,
de routebeschrijving, de AA en Mappy (fig. 2). Points of interest kunnen goed dienst
doen als herkenningspunten.
Opvallend is dat vrijwel alle routeplanners tegenwoordig in
structieve routebeschrijvingen hanteren. De tabellarische
routebeschrijvingen, waarbij de diverse onderdelen waaruit
een route-aanwijzing is opgebouwd (locatie en richting-, af
stand- en tijdaanduidingen) tabellarisch zijn geordend, beho
ren inmiddels bijna tot het verleden. Instructieve route
beschrijvingen zijn prettiger leesbaar terwijl tabellarische
routebeschrijvingen overzichtelijker zijn.
Tenslotte kunnen gebruikers bij veel routeplanners een rou
te opslaan, mailen en afdrukken, al of niet in een speciaal
daarvoor opgemaakte versie. Een mogelijkheid die steeds
meer routeplanners bieden, is het exporteren van een route
naar een PDA. Dat maakt het mogelijk om de route in com
pacte vorm - de routebeschrijving en een verkleind route
kaartje met eventueel een detailkaartje van de eindlocatie,
zonder verdere opties - onderweg te raadplegen zonder dat
daarvoor een afdruk nodig is [Mac Gillaviy Poppe, 2004].
Routeplanners richten zich met name op automobilisten.
Toch zijn er op internet ook routeplanners voor fietsers te
vinden. Zo knoopt Fietsrouteplanner Holland (//planner.
holland.com/fietsroutes/RouteTypeChoice.jsp) fragmenten
van landelijke recreatieve fietsroutes aan elkaar tussen de
knooppunten in de buurt van de gespecificeerde begin- en
eindlocatie. De Fietsrouteplanner van de gemeente Amster
dam (www.routecraft.com/fietsplanner) houdt bij het plan
nen van de route rekening met omleidingen. Voor wande
laars is er vooralsnog nog geen routeplanner beschikbaar.
Wel zijn er inmiddels talloze websites die zich richten op
wandelroutes waarbij gebruik wordt gemaakt van GPS.
Navigatiesystemen
Een navigatiesysteem is duidelijk meer dan een routeplan
ner. Het is ook een gids die de automobilist met visuele en
gesproken aanwijzingen naar de eindlocatie begeleidt
[Poppe, 2001a]. Er bestaan grofweg vier soorten navigatie
systemen:
inbouwnavigatiesystemen voor in de auto of op de motor;
draagbare navigatiesystemen inclusief GPS;
draagbare navigatiesystemen op een PDA of een mobiele
telefoon en een apart GPS;
draagbare navigatiesystemen voor outdoordoeleinden.
De verschillen zitten met name in het gebruik. Inbouwnaviga
tiesystemen zijn onlosmakelijk verbonden met de auto of de
motor waar ze geïnstalleerd worden. Navigatiesystemen op
een PDA of op een mobiele telefoon zijn, net als de draagbare
navigatiesystemen en outdoor routeplanners, gemakkelijk los
te gebruiken. PDA's en mobiele telefoons beschikken naast het
navigeren uiteraard ook over andere mogelijkheden.
GEO-INFO 2005-7/8