Nederland grote regio's gebiedsdelc- lcend en perceelsgewijs opgemeten en in kaart gebracht. Eén van de meest belangrijkste vroege kadasters in Duitsland is het Kleefse kadaster [Kain Baigent, 1992]. Alle onder het Hertogdom Kleef vallende steden, ambten en heerschappen zijn in het kader van de kadastrale hervorming opgemeten en gekarteerd [Schulte, 1984]. Alleen al in het Hauptstaatsar- chiv Düsseldorf bevinden zich tachtig banden die deel uitmaken van dit ka daster. Van veel kaartboeken bestaan meerdere exemplaren. Een aantal van deze tachtig kaartboeken is van voor 1731, voornamelijk uit het begin van de achttiende eeuw. In andere archie ven bevinden zich echter ook delen van het Kleefse kadaster. Kleef had tevens een aantal enclaves in Neder land, waaronder Huissen en Malbur gen (fig. 4), Zevenaar en de Liemers en Gennep. Geestelijke instellingen Ook individuele grondbezittende in stellingen of personen lieten kaartboe ken vervaardigen. Met name van kloosters en andere geestelijke instel lingen zijn in Duitsland vanaf de zeventiende eeuw kaartboeken ver vaardigd. Het is opvallend dat veel kaartboeken van kloosters een aaneen gesloten grondgebied representeren. Dit geldt niet voor het grondbezit van de Dommkellnerei van het Domkapit tel Münster. In 1670 is een 'kadaster' in vier banden vervaardigd van de on der het kapittel behorende landen. In dit zeer omvangrijke werk, van in to taal ongeveer zestienhonderd bladzij den, is een vaste indeling per hof aan gehouden. Na een kaart van de boerde rij, de bijgebouwen en de omliggende erven volgen kaarten van losse perce len. Elk hof wordt afgesloten met een 'catalogus'. Op vrijwel elke bladzijde is een perceel afgebeeld. Ook individuele grondbezittende in stellingen of personen lieten kaart boeken vervaardigen. In de omgeving van Mainz was landmeter Andreas Trauttner actief. Er zijn, inclusief lcopie-exemplaren, ongeveer negentig losse kaarten en lcaartseries van hem bekend. Meer dan de helft hiervan be vindt zich in het Hauptstaatsarchiv Wiesbaden. Daarmee is Trauttner de meest productieve achttiende-eeuwse landmeter in deze regio [Heinemann, 2004]. In het Hauptstaatsarchiv in Wiesbaden bevinden zich elf kaartboeken van Trauttner. Zeven van deze kaart boeken van Trauttner zijn vervaardigd in opdracht van het Ritterstift St. Ferratium. Deze kaartboeken dateren uit 1741, 1742 en 1748. In feite zijn het drie kaartboeken waarvan twee of drie min of meer identieke exemplaren vervaardigd zijn. In de meeste kaartboeken van Trauttner is achterin een overzichtskaart opgenomen (fig. 5). Drie andere kaartboeken van Trauttner zijn tussen 1756 en 1768 vervaardigd in opdracht van de Grafen von Ostein. Twee van deze kaartboeken hebben betrekking op dezelfde onder Rüdesheim gelegen goederen en dateren uit dezelfde periode, respectievelijk 1767 en 1765-1768. Naast een luxe uitgevoerd exemplaar heeft Trauttner een kleiner, soberder uitgevoerd lcaartboekje van dit grondbezit vervaardigd. De wijnbergen, met hun karakteristieke muurtjes, komen hierin goed naar voren (fig. 6). Fragment van de overzichtskaart in Ook in het buitenland zijn vanaf het eind van de zestien- het kaartboek van de eeuw veel kaartboeken vervaardigd. In Engeland ligt de goederen van St. Ferratium de nadruk op kaartboeken die vervaardigd zijn om het grondbezit van een adellijk persoon of een instelling te in Bleidenstatt, administreren. In Duitsland zijn de meeste kaartboeken Andreas Trauttner, vroege vormen van regionale kadasters, opgemaakt ten 1748. behoeve van het heffen van grondbelasting. Een onder scheid tussen kaartboeken van administratieve gebieden en individueel grondbezit is in Engeland en Duitsland vaak moeilijk te maken. In veel gevallen was een hele ad ministratieve regio in het bezit van één adellijke heer of instelling. In vergelijking met Nederland was grondbezit in deze landen veel groter en meer aaneengesloten van karakter. In mijn proefschrift zal, onder andere op basis van dit deelonderzoek, de positie van de Nederlandse pre- lcadastrale lcartografie ten opzichte van andere Europese landen onderzocht worden. GEO-INFO 2005-7/8 Fig. 5. Conclusie

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2005 | | pagina 37