Mobiele Geo-ICT ir.ing. J.G.M. Steenbruggen Rijkswaterstaat Adviesdienst Geo-informatie en ICT, en mevrouw 5. Saeidi Mobarakeh Technische Universiteit Eindhoven waarin vier grondvormen van infor- matie verkeerspatronen Bordewijk en Van Kaam (1983) hebben racking, ofwel het volgen van personen en objecten, is nauw verbonden met de behoefte om verplaatsing in tijd en ruimte te kunnen registreren, reconstrue ren en 'real time' te volgen. Het bekendste voorbeeld van het vastleggen van een afgelegd traject is wel het sprookje van Klein Duimpje. Dit voorbeeld laat zien dat mensen in specifieke omstandigheden behoefte hebben aan het re gistreren van het te volgen traject. De wijze waarop dit ge beurt is afhankelijk van het gewenste doel en wordt uitge voerd met de middelen die ter beschikking staan. Tracking staat steeds meer in de belangstelling in diverse sectoren. Er bestaan verschillende technische oplossingen om bewe gingen (real time) te registreren. Deze maken het mogelijk om steeds meer geavanceerdere locatiegebonden informa tiediensten te bedenken en ontwikkelen. Een belangrijk kenmerk van tracking is de positiebepaling die nodig is om een locatiegebonden dienst te kunnen leveren. Daarvoor dient een tracking-service beschikbaar te zijn. Tracking heeft betrekking op het registreren van de geometrische meetwaarde (de x- en y-coördinaat) van een (bewegend) ob ject of device. Het tijdsinterval is afhankelijk van de snel heid van het object en de gewenste toepassing waarvoor de ze gegevens worden ingewonnen. Centraal staat dus het in winnen van locatiegegevens in de vorm van coördinaten. Een tracking-service op zich levert nog geen zinvolle infor matie op. Pas wanneer deze gegevens worden gekoppeld aan een specifieke toepassing ontstaat toegevoegde waarde. Deze hebben meestal betrekking op het analyse ren, bewerken, traceren, presenteren en distribueren van de ingewonnen gegevens. scheiden. Een informatieverlceerspa- troon geeft de onderlinge verhouding aan tussen de betrokken actoren in het communicatieproces. Het definiëren van de grondvormen vindt plaats op basis van twee vragen: "wie bepaalt onderwerp en tijdsbestek van de be schikbare informatie?" en "uit welke informatiebron wordt geput?". Dit conceptueel model onderscheidt vier patronen: conversatie, consultatie, re gistratie en allocutie. Tracking en het sprookje van Klein Duimpje Er waren eens een houthakker en zijn vrouw die zeven zonen hadden. Ze waren heel arm en besloten hun zonen achter te laten in het bos. Klein Duimpje, die alles had gehoord, stopte steentjes in zijn zak. Hij strooide onderweg de steentjes uit zo dat hij de weg terug kon vinden naar huis. De volgende dag bracht de houthakker de zonen nog dieper het bos in. Deze keer strooide Klein Duimpje stukjes brood. Maar aan het eind van de avond kon Klein Duimpje de broodstukjes niet meer vin den omdat deze waren opgegeten door de vogels. GEO-INFO 2005-7/8 Tracking-services gepositioneerd Location Based Services (LBS) ofwel locatie gebonden informatiediensten beginnen zich in de samenleving steeds nadrukkelijker te manifesteren. Hierbij spelen tracking-services in toenemende mate een belangrijke rol. In dit artikel wordt inge gaan op de betekenis, ontwikkelingen en toepas singen. Hierbij worden tracking-services gepositio neerd ten opzichte van LBS. Tevens zullen enkele een concePtueel model ontwikkeld voorbeelden worden gegeven van toepassingen matieverkeerspatronen worden onder- van zowel buiten als binnen de Rijkswaterstaat.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2005 | | pagina 40