gerold. De allereerste wandkaart van
H.W. Knottenbelt (1876) was ook geen
eigen initiatief maar werd 'op last' van
de 'Gewestelijke Vereeniging Gelder
land' van het 'Nederlandsch Onderwij
zers-Genootschap' uitgegeven in
samenwerking met de Arnhemse uit
gever H.A. Tjeenlc Willink. Tussen
haakjes: ook hier blijkt weer de stimu
lerende rol die dit onderwijzersge
nootschap heeft gespeeld in de uitgave
van de allereerste schoolwandlcaarten
in Nederland in de periode 1840-1890
[Brink, 2004]. De door G.A. van Eclc be
werkte 'Schoollcaart van Nederlandsch
Oost-Indië' was ook al geen eigen pro
duct te noemen maar een overgeno
men restpartij die al een keer eerder
van uitgever was gewisseld: van Stem-
ler (1881) naar Warendorf (1887) naar
Thieme (circa 1890). De 'Kaart van
Nederland' van A.A. Beekman (1888) is
te beschouwen als de eerste door Thie
me uitgegeven wandkaart. Maar ook
hier heeft het toeval een handje gehol
pen. De aan het Zutphens Gymnasium
verbonden wiskundeleraar Beekman
en de succesvolle uitgever Schillemans
behoorden tot de notabelen van Zut-
phen en zullen elkaar regelmatig zijn
tegengekomen. Toeval of geen toeval,
met de kaarten, atlassen en leerboe
ken van Beekman zou het aardrijlcs-
lcundefonds van Thieme pas echt
naam gaan maken.
Beekmaniaans
Anton Albert Beekman (1854-1947)
was rond 1900 een zeer belangrijk au
teur voor Thieme. Maar liefst zestien
Fig. 3. Portret van
dr. A.A. Beekman
op zeventigjarige
leeftijd (foto uit het
Tijdschrift van het
Aardrijkskundig
Genootschap XLI
(1924) p. 438).
Fig. 4. 'Schoolkaart
van Gelderland' van
A.A. Beekman (1894,
schaal 1:75.000, acht
bladen, 131 x 188
cm).
GEO-INFO 2005-9
pagina's van de 123 pagina's tellende fondscatalogus uit
1896 waren nodig om de voortbrengselen van deze auteur
te beschrijven. Maar niet alleen voor Thieme, ook voor de
Nederlandse geografie en het onderwijs daarin was Beek
man belangrijk [Foclcema Andrea, 1950-1951; Heslinga,
1977]. Hij schreef in 1884 een geografisch standaardwerk
'Nederland als Polderland', dat een openbaring was voor
velen en een omwenteling in het aardrijkskunde-onderwijs
veroorzaakte. Als voormalig genie-officier met waterstaat
kundige ervaring rekende autodidact en 'Privat-gelehrte'
Beekman (fig. 3) af met vele misvattingen over de hydro
grafische gesteldheid van het polderland ("Nog altijd lieten
velen den Rijn zich verdeelen bij Wijk van Duurstede, lie
ten hem stroomen langs Leiden, zich in zee storten bij Kat
wijk."). Gezien het succes van dit boek, dat overigens eigen
lijk 'Het Polderland van Nederland' had moeten heten, was
het een handige zet van Thieme om zowel op de 'Kaart van
Nederland' (1888) als op de 'Schoolatlas van Nederland en
zijn Overzeesche Bezittingen' (1889) af te laten drukken:
"door A.A. Beekman, Schrijver van Nederland als Polder
land". Ook deze wandkaart (twee maal herdrukt, zie tabel
1) en atlas werden lovend ontvangen. Vooral de in de jaren
negentig verschenen atlassen van het duo Beelcman-Schui-
ling verstoorden het traditionele, staatkundige beeld van
de Nederlandse provincies door de nadruk op de hydrogra
fie en de indeling naar fysische gesteldheid.
De wandkaart van Nederland en de wat later verschenen
vier provinciewandkaarten (1892-1903) vertonen alle ken
merkende vernieuwingen (fig. 4 en 5): de wateren in open
verbinding met de zee zijn met blauw aangegeven, de ande
re wateren met zwart; een zware tekening van de dijken
langs de zee en langs open rivieren; de rivierdilcten staan in
een juiste verhouding tot elkaar zodat kleine rivierarmen
niet "de dikte hebben van een jongenspinlc" (in de woorden
van Beekman). Naast deze systematische weergave van de
hydrografie heeft Beekman ook aan de nauwkeurigheid
veel aandacht besteed. De topografie van de wandkaarten is
zorgvuldig overgenomen van de recentste topografische
kaarten, terwijl de grondsoorten afkomstig zijn van Sta
rings 'Geologische Kaart van Nederland' (1858-1867). "Men
SCHQGLKAAKT
GELDERLAND
Ji/iM