Fig. 6. Een fout ontdekt tijdens het interactief editen van topografische data. Fig. 7. Case Notaris schets perceelgrens via internet' (linksboven: architectuur van de WFS, rechtsboven: een aantal kadas trale edit-operaties onder: de edit internet WFS-client). Case 4: web feature service Deze case is ook gerelateerd aan het kadastrale toepas singsdomein maar de context is compleet anders: een internet-GIS-toepassing. Hier spelen weer andere aspecten bij implementaties van constraints. Met de beschikbaar heid van de OGC Web Feature Service (WFS) [OGC, 2002] is het voor het eerst mogelijk in een internet-omgeving om niet alleen geo-informatie te bekijken maar ook updates uit te voeren, waarbij server en cliënt zich in een gedistri bueerde heterogene omgeving bevinden. De evaluatie van WFS-transacties was onderwerp van het afstudeerwerk van Brentjens [Brentjens, 2004] die dit aan de hand van de case 'notaris schets perceelsgrens' heeft onderzocht (fig. 7). Dit onderzoek leidde ook tot een aantal aanbevelingen voor constraints. Het valideren van features in een WFS-context is lastig: de server kan dergelijk controles uitvoeren nadat de cliënt (editor) features heeft veran derd. De cliënt weet echter niet welke constraints er zijn (behalve eenvoudi ge domein-constraints die kunnen worden opgenomen in XML-schema) en kan hier met editten dus geen reke ning mee houden (met alle gevolgen van dien: onverwachte foutmeldingen die terugkomen). Het is nog onduide lijk hoe constraints in zijn algemeen heid via een XML-schema naar een WFS-client kunnen worden doorgege ven. Een andere interessante vraag is of het mogelijk is om datamodel-con- straints te vertalen naar de proces- stappenstructuur van valide transac ties. Bijvoorbeeld: een splitsing van een perceel bestaat altijd uit het ver wijderen van een oud perceel, invoe gen van een nieuwe grens en toevoe gen van twee perceelreferentiepunten (in topologische structuur). Hiervoor is nog meer onderzoek nodig. Classificatie van constraints Om een beter inzicht in constraints en hun gebruik te krijgen, is het belang rijk om ze te classificeren, oftewel: een inzichtelijke taxonomie op te bouwen. Coclcroft [Coclccroft, 1997] presenteert een tweedimensionale taxonomie van ruimtelijke constraints: de eerste as betreft statisch tegenover dynamisch en de tweede as kent een onderverde ling in topologische (zoals bij kadas trale en topografische toepassing), se mantische (hierbij is ook de betekenis van de objecten van belang) en gebrui- lcersconstraints (overige constraints, vergelijk met business regels in traditi onele DBMSen). De tweede as van de in deling van Coclccroft kan worden ver beterd door het onderkennen van vijf sub-assen die kunnen worden gebruikt bij het classificeren van constraints [Louwsma et al, 2005]: 1. het aantal betrokken objecten klas sen/instanties: één instantie, twee instanties van dezelfde klassen, meerdere instanties van dezelfde klasse, twee instanties van verschil lende klassen, of meerdere instan ties van verschillende klassen; 2. het soort attributen en aard van de rela ties tussen de betrokken objecten: metrisch (afstand of hoek tussen twee objecten), topologisch, tempo reel, thematisch (semantisch) of ge mengd; 3. de dimensie: 2D, 3D en mogelijk ook tijd (4D); GEO-INFO 2005-9 4- - -

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2005 | | pagina 52