sing-methoden zoals radargolven, satellietopnamen en Fig. 3. infraroodbeelden. Als gevolg van de hoge grondwaterspie- Het AHN beeld gel en de overwegend zandige en kleiige sedimenten waar- rondom Swalmen uit archeologische vindplaatsen bestaan, zijn geofysische met een stuk methoden slechts in zeer specifieke omstandigheden toe- Romeinse weg. pasbaar [Groenewoudt, 1994]. Het gebruik van de AHN lijkt wel ongekende mogelijkheden te bieden. De gedetailleerde hoogtemodellen, die zijn gebaseerd op laseraltimetrie van uit de lucht, blijken tot een grote detaillering van de reeds bestaande archeologische kaartbeelden te leiden. In een re latief vlak landschap als het Nederlandse blijken minieme hoogteverschillen immers al bepalende factoren te zijn ge weest voor de bewoningsmogelijkheden die specifieke plek ken boden voor de bouw van nederzettingen, grafvelden of de ligging van landbouwgrond. Bovendien maken speciale filtertechnieken het mogelijk om ook in bosgebieden be trouwbare waarnemingen te doen. De Utrechtse Heuvelrug bij Rhenen is hier een voorbeeld van. Het natuurlijke landschap zoals dat gedurende de ijstijden is gevormd, is verscheidene keren door de mens ingericht en veranderd. Er is als het ware sprake van een opeenvolging van landschappen vanaf de prehistorie tot de moderne tijd. De grafheuvels uit de Bronstijd en de celtic fields (kleinschalige terreinen die op basis van aklcerwallen herkenbaar worden) uit de Ijzertijd waren dankzij de uit- filtering van het bos duidelijk zichtbaar. Met name de cel tic fields bleken omvangrijker dan voorheen bekend was (fig. 2). De grafheuvels liggen op duidelijk zichtbare ver hoogde plaatsen langs de smeltwaterdalen en de nederzet tingen op de voor akkerbouw geschikte zandvlaktes. Ook de middeleeuwse structuren zoals engen, houtwallen en ontginningsgreppels komen duidelijk naar voren. Hoewel de prehistorische nederzettingen niet herkenbaar bleken, er is immers geen sprake van hoogteverschillen, kon met behulp van gegevens uit ARCHIS toch een beeld verkregen worden van hun ligging in het landschap. Van het ene op het andere moment ontvouwde het landschap van de Utrechtse Heuvelrug zich als een gebied waarin de ligging van prehistorische routes, de positie van verscheidene nederzettingsterri toria en de daarbij behorende akker landen reconstrueerbaar bleken. Een ander voorbeeld betreft het land schap rondom Swalmen, een gebied dat gekenmerkt wordt door verschil lende Maasterrassen. Op het AHN zijn de verschillende fases van de insnij ding van de Maas zeer duidelijk te onderscheiden waarbij belangrijke aanvullende informatie kon worden af geleid over het gedrag van de rivier in verschillende fases van het Pleistoceen. De voorloper van de Maas blijkt een vlechtende rivier geweest te zijn ter hoogte van het tweede terras (Weichse- lien Pleniglaciaal) en een meanderende rivier ter hoogte van het derde terras (Bolling-Allerod interstadiaal). Daar naast konden verschillende eolische en tektonische verschijnselen worden be studeerd. In deze studie is echter voor al onderzoek gedaan naar het verloop van een Romeinse weg, tussen Xanten en Maastricht. Het AHN bleek dit line aire archeologische monument op vele plaatsen zeer duidelijk weer te geven (fig. 3). Op plaatsen waar het tracé niet zichtbaar was, kon aanvullend veld onderzoek de nodige gegevens aandra gen. Daarnaast kon ook op basis van het AHN worden gezegd dat er geen sprake is van de veelvuldig in de litera tuur genoemde dwarsverbinding ten noorden van het dorp Boulcoul. Het onderzoek is afgesloten met een me thodisch onderzoek naar de mogelijk heid om de Romeinse weg door middel van magnetometrie te lokaliseren. Het positieve resultaat van dit onderzoek kan mogelijk in de toekomst bijdragen tot een systematisch onderzoek naar Romeinse wegen in dit landschapstype. Onderwaterarcheologie Een groot gedeelte van ons cultureel erfgoed bevindt zich onder water. Voorbeelden hiervan zijn de vele histo rische scheepswrakken maar ook ver dronken dorpen en restanten van Ro meinse bruggen. Tot enkele jaren gele den waren deze archeologische monu menten onder water moeilijk toegan kelijk; de enige mogelijkheid voor onderzoek bestond uit gericht kost baar duikonderzoelc waarbij het slech- GEO-INFO 2005-10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2005 | | pagina 40