ters en de identificatie een nummer is waarmee een weg uniek is te identifice ren. Echter, er wordt nergens aangege ven wat er met een weg wordt bedoeld. Is een weg gedefinieerd inclusief fiets en voetpaden? Wat wordt bedoeld met de breedte van de weg als niet duidelijk is welke onderdelen tot een weg wor den gerekend? Deze laatste problema tiek rekenen we tot de semantiek van een informatie-element: wat is de gemeenschappelijke veronderstelling over de definitie van een weg. In fig. 2 is weergegeven dat twee organisaties een eigen interne definitie hebben van wat zij onder een weg verstaan maar dat er ook een gemeenschappelijke de finitie is. Op het moment dat beide or ganisaties besluiten om informatie over de breedte van de weg met elkaar uit te wisselen, is een gemeenschappe lijke notie vereist wat er bedoeld wordt met de breedte. Als voorbeeld is in fig. 2 een model geschetst van het gemeen schappelijke interactiedomein (resul taat van harmonisatie) en het bijbeho rende informatiemodel. Dit model be vat de gemeenschappelijk uit te wisse len informatie en door de relaties wordt er semantiek aan toegevoegd. Behoefte aan semantiek Wordt op dit moment de meeste geo- informatie nog vrij direct gebruikt door de mens, in de toekomst zal een groot deel van de data (eerst) door ma chines geïnterpreteerd en gebruikt worden alvorens met de mens te com municeren. De mens is (meestal) nog in staat om de verschillende begrippen juist te interpreteren door impliciet gebruik te maken van enige context in formatie (welk domein betreft het, welke leveranciers). Voor de machine is het noodzakelijk deze kennis expli ciet te maken. Zeker onze netwerlc(in- formatie)-maatschappij, met internet als belangrijk communicatiemedium, zorgt ervoor dat in toenemende mate zelfverklarende informatie noodzake lijk is. Een flink deel van de formele structurele kennis rondom de begrip pen (objecten die gemodelleerd wor den) zit in de relatie die een object heeft met andere objectsoorten. Se mantiek is daarom niet alleen van be lang voor het begrijpen van informatie door mensen maar ook steeds meer voor machines. Verschillen tussen 'Basismodel Geo-informatie' (de voorliggende NEN 3610) en het 'Terreinmodel Vastgoed' NEN 3610:1995 inclusief A2:2004) De naam van het model is veranderd; Het normontwerp is opgesteld conform de internationale norm ISO 19109 Rules for Application Schema; UML wordt gebruikt voor de beschrijving van het model; Namen van klassen, attributen en attribuutwaarden worden voluit geschreven en uitge wisseld. Er wordt geen gebruik gemaakt van een nummercodering; In het model zit geen indeling naar reëel/virtueel of opdelen/indelen/inrichten; Terminologie van object-oriëntatie wordt gevolgd. Wat in NEN 3610:1995 entiteit heette, is in de nieuwe versie een klasse; Terreinmodel Vastgoed (entiteiten) Basismodel Geo-informatie (klassen) Weg Weg Spoorbaan Spoorbaan Water Water Terrein Terrein Gebouw Gebouw Kunstwerk Kunstwerk Waterkering Waterkering Leiding Leiding Inrichtingselement Inrichtingselement Meetkundige referentie Vervallen Kadastrale indeling Onder RegistratiefGebied Verzorgingsgebied Onder RegistratiefGebied Planologisch gebied PlanologischGebied Milieugebied Milieuzonering onder RegistratiefGebied Niet aanwezig FunctioneelGebied Niet aanwezig GeografischGebied Niet aanwezig Meting Niet aanwezig Reliëf Definities van klassen zijn aangepast; Er is een relatie/verwijzing naar de authentieke registraties (Gebouwen, Adressen); Er zijn nieuwe attributen gedefinieerd; Temporele kenmerken zijn uitgewerkt. Op objectniveau zijn object tijd en versie tijd gemodelleerd; Meervoudige geometrie wordt ondersteund; Relatieve hoogte is gemodelleerd (onder/boven); Ketenrelatie is gemodelleerd. Relatie tussen een object en het object waaruit het is afgeleid; Een aantal aggregatierelaties is gemodelleerd (een object uit klasse A is samengesteld uit objecten uit klasse B); Het attribuut Naam heeft een belangrijke plaats in het model gekregen; Elke klasse heeft een attribuut typeNaamklasse om een object uit de klasse nader aan te duiden. Bij dit attribuut hoort soms een lijst met waarden maar niet altijd. Als er geen lijst is, is het attribuut toch benoemd en opgenomen; Cardinaliteit van attributen wordt aangegeven; Attribuutwaarden uit NEN 3610:1995 inclusief A2:2004 zijn overgenomen met hier en daar een aanpassing; Uitwisselformaat is GML (OGC-standaard). Er is een XML/GML-schema beschikbaar voor import en export naar dit formaat. Het schema toetst tevens of de gegevens model- conform zijn; Sectormodellen krijgen een eigen XML/GML-schema. GEO-INFO 2005-10 445

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2005 | | pagina 7