Het wetenschappelijke tijdschrift Science bestaat dit jaar 125 jaar. Science is één van de multidisciplinaire wetenschappe lijke toptijdschriften waar veel onderzoe kers graag in zouden willen publiceren. Als het een onderzoekgroep lukt om Science te halen dan knalt de kurk van de champagnefles, gaat de vlag uit en glim men de universitaire bestuurders. Ter gelegenheid van haar 125ste ver jaardag stelt Science de vraag "What don't we know?" Het tijdschrift presen teert 125 onderzoeksvragen waar we nog geen (afdoende) antwoord op hebben. Het is een zeer uiteenlopende lijst met vragen geworden. Een paar voorbeelden: "Waar om heeft de mens zo weinig genen? Zijn de wetten van de fysica te unificeren? Hoe ontstond samenwerking? Wat bepaalt soortendiversiteit? Waaruit bestaat het universum? Bestaat er uitzicht op een effectief vaccin tegen HIV?" Bij het doorlezen van de totale lijst valt op dat er geen enkele vraag direct op ons vakgebied betrekking heeft. Er zijn er wel een aantal vragen waar we als vakgebied een goede bijdrage aan kunnen leveren zoals "Zijn er aardbevingsindicatoren die bruikbare voorspellingen kunnen opleve ren?" of Wat veroorzaakt omkeringen in het magnetisch veld van de aarde?" Ook zijn er vragen die ook voor ons vak gebied van groot belang zijn zoals "Waar om is tijd anders dan de andere dimen sies?" De lijst zet wel aan tot filosoferen over ons eigen vakgebied. Wat zijn de hoofdvragen binnen ons werkveld? Recent hebben we ons binnen de Subcommissie Geo-Infor- matie Modellen van de Nederlandse Com missie voor Geodesie (NCG) ook met deze vraag bezig gehouden. Dit heeft geleid tot een onderzoeksagenda voor de periode 2005-2010. In deze agenda worden tien thema's voor onderzoek geformuleerd (zie www.ncg.knaw.nl). De Subcommissie dekt echter niet ons hele vakgebied en hanteert ook niet de vraagvorm zoals in het tijd schrift Science. Als ik ons gehele vakge bied in gedachten neem, kom ik tot de vol gende lijst van vij f hoofd vragen 1Op welke wij ze kunnen we de ruimte lij k-temporele werkelijkheid completer beschrijven? Onze dominante vorm van beschrijven van de geografische verschijnselen is nog steeds in de vorm van tweedimensionale scherpe grenzen voor een bepaald mo ment in de tijd. De grote uitdaging is om algemene modellen te ontwikkelen voor een samenhangende beschrijving van de wereld in vier dimensies: drie dimensies in de ruimte en één in de tijd. Deze mo dellen dienen naast toestandsbeschrijvin gen ook ruimtelijke processen te omvat ten. Op thematische deelgebieden, bij voorbeeld geologie en geohydrologie, is er al veel gebeurd maar een algemeen toepasbaar en geaccepteerd model is er zeker nog niet. 2. Hoe kunnen we geo-informatie aflei den uit met behulp van sensoren waar genomen, ruimtelijke verschijnselen? Het gebruik van remote sensing voor het inwinnen van geo-informatie heeft de af gelopen decennia een grote vlucht geno men. Voor grote gebieden en hoog-dyna- mische processen is remote sensing de enige mogelijkheid voor het inwinnen van geo-informatie. De algemene trend is naar hogere resoluties, meer spectrale banden en een grotere diversiteit van sen soren. De centrale vraag blijft altijd: "Wat is de relatie tussen het door de sensor op gevangen signaal en het verschijnsel waar men primair in geïnteresseerd is?" Door de grote dynamiek in sensorontwik keling blijft dit een veld voor nog eeuwen onderzoek. 3. Op welke wijze dient de geo-informa- tiehuishouding te worden georgani seerd om de maatschappij van de gewenste informatie te voorzien? De laatste tien jaar is er een sterke ont wikkeling op het terrein van de geo-infor matie infrastructuren. Hierbij gaat het om het inrichten van een infrastructuur voor het efficiënt en effectief ontsluiten en gebruiken van geo-informatie voor een grote diversiteit van maatschappelijke vraagstukken. Bij de realisatie van een geo-informatie infrastructuur is het samenspel tussen de componenten ruim telijke gegevens, standaarden, beleid, or ganisatie en technologie van groot be lang. Voor de optimale inrichting van de ze componenten is nog veel onderzoek en praktijkervaring nodig. 4. Wat zijn effectieve manieren om geo- informatie naar de samenleving te com municeren? Eeuwenlang vormde de gedrukte kaart het medium voor het communiceren van geo- informatie naar de samenleving. Voor een effectieve manier van communiceren via een papieren kaart zijn, door eeuwen onderzoek en praktijkervaring, regels op gesteld. Door de opkomst van nieuwe visu alisatietechnieken, het gebruik van een grote verscheidenheid aan uitvoerappara- ten (mobiele telefoon, PDA, grote scher men), verandering van het onderliggende ruimtelijke model en veel 'ingebed ge bruik' van geo-informatie, is de boven staande vraag weer zeer actueel. Hierbij gaat het niet meer alleen om het zien van geo-informatie (geo-visualisatie) maar ook het beleven, horen, ruiken en voelen er van. 5. Hoe dienen we om te gaan met onze kerheden en fouten in onze geo-infor matie? De laatste vraag heeft betrekking op de kwaliteit van onze geo-informatie. Want hoe goed we de gegevens ook inwinnen en hoe rijk ook onze ruimtelijke modellen zijn, geo-informatie blijft altijd een selec tie en abstractie van de werkelijkheid. Door een veel bredere toepassing van geo- informatie door personen die geen direct zicht meer hebben op de inwinning en het sterk toegenomen geïntegreerd ge bruik van geo-bestanden, is verstrekken van inzicht in de kwaliteit aan gebruikers van toenemend belang. Hiervoor is me thodisch onderzoek gecombineerd met praktij kevalua t ie s no odz akelij lc. Vijf uitdagende vragen waarmee we in ons vakgebied al jaren worstelen en waar we ook de komende jaren nog onze handen vol aan hebben. Helpt u mee ze beant woorden? 521 Arnold Bregt Hoogleraar Geo-infomatiekundeWageningen Universiteit (Centrum Geo-informatie) Reacties naar: amold.bregt@wur.nl GEO-INFO 2005-11 Uitdagende vragen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2005 | | pagina 35